Aanspraakplaats

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 21 mei 2017 om 12:22 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Aanspraakplaats''' is de vertaling van het Hebreeuwse woord ''debir'' in de Statenvertaling. "Achterzaal" is echter een betere overzetting. Het Hebreeuwse woord...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Aanspraakplaats is de vertaling van het Hebreeuwse woord debir in de Statenvertaling. "Achterzaal" is echter een betere overzetting.

Het Hebreeuwse woord komt enige malen in het eerste boek der Koningen (6: 5; 7: 49, enz.), in het tweede boek der Kronieken (4: 20; 5: 7, enz.) en in Ps. 28: 2 voor als bijzondere naam van het Heilige der Heiligen in de tempel die Salomo gebouwd heeft.

1Kon 6:5 En rondom aan den wand van het huis bouwde hij kameren, aan de wanden van het huis rondom, [beide] van den tempel en van de aanspraakplaats. Alzo maakte hij zijkameren rondom. (SV)

De reden dat "debir" door "aanspraakplaats" vertolkt werd, lag in onjuiste meningen, volgens welke de meest gewone betekenis van het Hebreeuwse wortelwoord, "spreken", ook ter verklaring van dit naamwoord werd aangewend. Zo meende men dus, dat het Heilige der heiligen ook "aanspraakplaats" werd genoemd, omdat God aldaar tot de Hogepriester sprak en deze er zo zijn Godspraken ontving.

Reeds Ikenius echter en Simonis hebben de mindere gepastheid van deze afleiding aangetoond, en een nieuwe voorgesteld van een andere betekenis van het wortelwoord, de betekenis achter zijn, welke tegenwoordig algemeen als de ware wordt aangenomen. Volgens deze betekent derhalve het woord debir, het achterste, d. i. het westelijke deel van de tempel, alwaar het Heilige der heiligen gevonden werd. Dat de Hebreeën deze benaming voor het westen bezigden, blijkt onder anderen uit Deut. 11: 24, waar de westelijke of middellandse zee de "achterste zee" genoemd wordt.

De NBG51-vertaling heeft "achterzaal".

1Kon 6:5 Voorts bouwde hij tegen de muur van het huis een aanbouw, rondom tegen de muren van het huis, rondom tegen de hoofdzaal en de achterzaal; en hij maakte die rondom met verdiepingen. (NBG51)

Enkele andere vertalingen:

1Kon 6:5 En rondom tegen de muur van het huis bouwde hij een uitbouw, tegen de muren van het huis rondom, zowel van de grote zaal als van het binnenste heiligdom. Zo maakte hij zijkamers rondom. (HSV)

1Kon 6:5 Rondom de tempel, dat wil zeggen langs de gevels van de grote zaal en de achterste zaal, liet hij een galerij met verdiepingen aanbrengen. (NBV2004)

Bron

W. Moll, P.J. Veth, F.J. Domela Nieuwenhuis e.a., Bijbelsch woordenboek voor het christelijk gezin. Eerste deel A – H. Amsterdam: P.N. van Kampen, 1852. Tekst van het lemma Aanspraakplaats op 21 mei 2017 verwerkt.