Afgodendienst

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 9 apr 2016 om 09:16 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Afgodendienst''' is de verering van en dienst aan valse goden die door afbeelding tot zinnelijke voorwerpen van eredienst gemaakt zijn<ref>Vergelijk de definiti...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Afgodendienst is de verering van en dienst aan valse goden die door afbeelding tot zinnelijke voorwerpen van eredienst gemaakt zijn[1]. De beeltenis van de valse goden wordt afgodisch vereerd. De Israëlieten dienden herhaaldelijk de afgoden van hun naburen: kanaänietische en assyrische afgoden.

Als gevolgen van de afgoderij zijn aan te merken: het oproepen van doden; het bezweren van slangen; het waarzeggen en de sterrenwichelarij. Na de ballingschap maaktJuda zich niet meer aan deze zonden schuldig.

Kanaänietische afgoden

De Kanaänietische afgoden worden Baälim en Astharoth genoemd. De voornaamste godheid was Baäl, de zonnegod, oorsprong en drager van het natuurlijke leven. De Feniciscbe Baäl was het meest vermaard. Hij had een tempel te Tyrus, waar geen beeld van de god was, maar twee zuilen, een van goud en een van smaragd. Dit was de Baäl van Izebel.

De priesters dienden hun God door wieroken en en bloedige wapendansen. Voorts komen in het O.T. voor:

  • Baäl-Berithdie een tempel had te Sichem, (Richt. 8:33), beschermheer der bondgenootschappen;
  • Baäl-Zebub, die de zwermen van vliegen verwekt, waarzeggende god te Ekron (2 Kon. 1 : 2);
  • Baäl-Peor, dezelfde als Kamos, afgod der Moabieten, voor wie Salomo op de Olijfberg een hoogte stichtte, hij was een krijgsgod en werd met maaltijden en offers vereerd, waarbij de grootste wellust heerste.

Als vrouwelijke hoofdgod vereerden de Kanaänieten: Asarte, de maangodin, het vrouwelijk natuurbeginsel. Wij lezen in het O. T. van de Sidoniscbe Astarte, voor wie Achab een tempel bouwde te Samaria (1 Kon. 16:33). Ezechiël spreekt (8:14) van de dienst van Thammoez. Diens feesten waren eigenlijk treurfeesten, die overgingen in vreugdefeesten over versterven en herleven van de natuur.

De Filistijnse afgoden waren Dagon en Atergatis, beiden afgebeeld met het lichaam van een vis en een mensenhoofd en handen. Dagon, de mannelijke god, is symbool van het water, en had tempels te Gaza en te Asdod. Atergatis, de vrouwelijke god, beeld van de vruchtbaarmakende kracht van het water, had een tempel te Karnaim.

Assyrische afgoden

De Moloch werd door kinderoffers geëerd. Achab richtte in het dal Hinnom een offerplaats voor deze gruwelijke afgodsdienst in. Verder wordt melding gemaakt van de afgoden:

  • Adrammelechen Anammelech, met de Moloch verwant;
  • Nergal, afgebeeld als een haan;
  • Asima, afgebeeld als een kale bok;
  • Nibhaz, afgebeeld als een hond;
  • Tartak, afgebeeld als een ezel;
  • Nisroch, een algod met een arendskop.

Bronnen

Voor de eerste versie van dit lemma is in 2011 gebruikgemaakt van tekst uit: Bijbelsch Handboeken Concordantie, blz. 285. Rotterdam: J.M. Bredée, ca. 1892. 

Voetnoot

  1. Vergelijk de definitie van “afgodendienst” in”: Weiland & Landré - Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, bladzijde 104.