Arpad

Uit Christipedia

Arpad was eens de hoofdstad van het Aramese, nieuw-Hethitische vorstendom Bit-Agusi, en werd later veroverd door de Assyriërs. Ten tijde van de profeet Jeremia was het een Syrische stad.

Ligging van Arpad

In de oude tijd moet Arpad een zeer belangrijke stad geweest zijn. Niet alleen spreekt het 0ude Testament herhaaldelijk van koningen van Arpad (2 Kon. 18, 34. Jes. 36, 19. 2 Kon. 19, 13. Jes. 37, 13), maar ook de Assyrische koningen verhalen ons meermalen van oorlogen, die zij met de stad of het vorstendom voerden en die nadat de Assyriërs Pul (Tiglath-Pileser) en Sargon het tijdelijk onderworpen hadden, onder Sanherib met de verovering van het rijk eindigden (2 Kon. t. a. p1.).

Eerst na de val van het Assyrische rijk schijnt de stad haar onafhankelijkheid teruggekregen te hebben (Jer. 49:23).

Jer 49:23 Tegen Damaskus. Beschaamd is Hamath en Arpad; omdat zij een boos gerucht gehoord hebben, zijn zij gesmolten; bij de zee is bekommernis, men kan er niet rusten. (SV)

Later wordt de stad noch in de Bijbel, noch ergens elders vermeld.

Tell-Rifat. De resten van de hoofdstad zijn te vinden in de ruïneheuvel Tell-Rifat, in het noordnoordwesten van het huidige Syrië.

Bron

Ed. Riehm, C.H. van Rhijn (red.), Bijbelsch woordenboek voor ontwikkelde lezers der Heilige Schriften (Utrecht: Kemink & Zoon, 1885-1886) s.v. Arpad. De tekst van dit lemma is op 25 jan. 2023 onder wijziging verwerkt.