Bijbelse geschiedenis van het Nieuwe Testament: verschil tussen versies
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 272: | Regel 272: | ||
Het verzoek van de broers Jakobus en Johannes aan Jezus om naast Hem te mogen zitten in zijn heerlijkheid, Matth. 20:20-28, Mark. 10:35-45. |
Het verzoek van de broers Jakobus en Johannes aan Jezus om naast Hem te mogen zitten in zijn heerlijkheid, Matth. 20:20-28, Mark. 10:35-45. |
||
Jezus geneest twee blinden bij Jericho, Matth. 20 : 29-34, Mark. 10:46-52, Luk. 18:35-43. |
|||
⚫ | |||
Jezus bij de tollenaar Zacheüs te Jericho, Luk. 19:1-10. |
|||
====== Van Jezus' intocht te Jeruzalem tot Golgotha (de lijdensweek) ====== |
|||
Zie Matth. 21–27; Mark. 11-15; Luk. 19 :28–32; Joh. 12 – 19. |
|||
De gelijkenis van de 10 ponden, Luk. 19:11-27. Plaats: Jeruzalem. |
|||
⚫ | |||
==== De lijdensweek ==== |
|||
⚫ | |||
Zes dagen voor het Pascha (Paasfeest) komt Hij weer te Bethanië, Joh. 12:1. |
|||
⚫ | ''Zaterdag'': Avondmaaltijd bij Simon de melaatse in Bethanië; Maria zalft Hem tot een voorbereiding van Zijn begrafenis; haar daad tegenover Judas door Jezus verdedigd; Judas gaat tot de overpriesters, en verbindt zich Hem voor 30 zilverlingen te verraden. Matth. 26:6-13, Mark. 14:3-9, Joh. 12:1-8. |
||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
''Dinsdag'': verschillende gesprekken: |
|||
a. over de kracht van het gelovige gebed, Matth. 21: 20—22, Mark. 11:20-26 |
|||
b. het gezag van de Heer Jezus in twijfel getrokken, Matth. 21: 23 -27, Mark. 11 :27—33, Luk. 20:1—8. |
|||
c. de zoon die de wil van de Vader doet. Matth. 21:28—32. |
|||
d. de gelijkenis van den wijngaard, vgl. Jes. 3 en Ps. 80. Matth. 21:33—46, Mark. 12:1-12, Luk. 20:9—19. |
|||
e. de gelijkenis van de bruiloft, Matth. 22:1—14. |
|||
f. de 3 strikvragen aan de Heer (Matth. 22:15—40, Mark. 12:13—34, Luk. 20:20—40): de farizeeën en herodianen over de keizerlijke belasting, de sadduceeën over de huwen na de opstanding, de wetgeleerde naar het grootste gebod in de Wet. |
|||
g. de tegenvraag van den Heer, Matth. 22: 41—46, Mark. 12:35-37, Luk. 20:21—44. |
|||
⚫ | |||
⚫ | |||
* het Pascha; de voetwassing; het Avondmaal; Judas ontdekt; afscheidsredenen, Joh. 13-16; |
* het Pascha; de voetwassing; het Avondmaal; Judas ontdekt; afscheidsredenen, Joh. 13-16; |
||
* het hogepriesterlijk gebed, Joh. 17; |
* het hogepriesterlijk gebed, Joh. 17; |