Bijbelse geschiedenis van het Nieuwe Testament: verschil tussen versies
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
k (→Bronnen) |
|||
Regel 84: | Regel 84: | ||
a) Zijn arbeid te Jeruzalem en in Judea, 8 maanden. |
a) Zijn arbeid te Jeruzalem en in Judea, 8 maanden. |
||
Aanstaand paasfeest; opgaan naar Jeruzalem, Joh. 2:13. |
<u>Naar Jeruzalem.</u> Aanstaand paasfeest; opgaan naar Jeruzalem, Joh. 2:13. |
||
Het huis van God te Jeruzalem een huis van koophandel. De tempelreiniging, waar Hij Zich aan Israël openbaart als de Messias, de Zoon van de Vader (Joh. 2 :14-23). |
<u>Tempelreiniging.</u> Het huis van God te Jeruzalem een huis van koophandel. De tempelreiniging, waar Hij Zich aan Israël openbaart als de Messias, de Zoon van de Vader (Joh. 2 :14-23). |
||
Gesprek van Jezus met Nicodémus te Jeruzalem, Joh. 3 :1-21. |
<u>Nicodémus.</u> Gesprek van Jezus met Nicodémus te Jeruzalem, Joh. 3 :1-21. |
||
Omdat Jeruzalem Hem niet aanneemt, gaat Jezus naar het omliggende land van Judea, waar Hij met Zijn discipelen predikt en doopt, Joh. 3 :26v. |
Omdat Jeruzalem Hem niet aanneemt, gaat Jezus naar het omliggende land van Judea, waar Hij met Zijn discipelen predikt en doopt, Joh. 3 :26v. |
||
Laatste getuigenis van Johannes de Doper aangaande Jezus, Joh. 3:32-36. |
<u>Johannes de Doper.</u> Laatste getuigenis van Johannes de Doper aangaande Jezus, Joh. 3:32-36. |
||
Gevangenneming van Johannes de Doper, Matth. 4:13; 14:3-5; Mark. 1:14; 6:17-20; Luk. 3:19-20. |
Gevangenneming van Johannes de Doper, Matth. 4:13; 14:3-5; Mark. 1:14; 6:17-20; Luk. 3:19-20. |
||
Na de gevangenneming van Johannes vertrekt Jezus van Judea (Joh. 3:22) door Samaria naar Galilea, Matth. 4 :12, Joh. 4:3-4. |
<u>In Samaria.</u> Na de gevangenneming van Johannes vertrekt Jezus van Judea (Joh. 3:22) door Samaria naar Galilea, Matth. 4 :12, Joh. 4:3-4. |
||
Jezus in Samaria. Gesprek met een Samaritaanse vrouw te Sichar. De oogst en de werklieden. Joh. 4 :1-42. |
Jezus in Samaria. Gesprek met een Samaritaanse vrouw te Sichar. De oogst en de werklieden. Joh. 4 :1-42. |
||
Twee dagen daarna gaat Jezus naar Galilea, Joh. 4:43-46, Luk. 4:14-15, Mark. 1:14-15. |
<u>Naar Galilea.</u> Twee dagen daarna gaat Jezus naar Galilea, Joh. 4:43-46, Luk. 4:14-15, Mark. 1:14-15. |
||
b) Zijn arbeid in Galilea, ongeveer ½ jaar. |
b) Zijn arbeid in Galilea, ongeveer ½ jaar. |
||
Regel 106: | Regel 106: | ||
Uitgezonderd de reis van en naar het tweede paasfeest, heeft Jezus van nu af tot enkele maanden vóór Zijn dood in Galilea gearbeid, dat is ongeveer 2 jaar. Hiervan vóór het tweede Paasfeest: ½ jaar. Voornaamste feiten: |
Uitgezonderd de reis van en naar het tweede paasfeest, heeft Jezus van nu af tot enkele maanden vóór Zijn dood in Galilea gearbeid, dat is ongeveer 2 jaar. Hiervan vóór het tweede Paasfeest: ½ jaar. Voornaamste feiten: |
||
Jezus geneest te Kana de zoon van de hoveling uit Kapernaüm, Joh. 4:46-51 |
<u>Zoon van een hoveling.</u> Jezus geneest te Kana de zoon van de hoveling uit Kapernaüm, Joh. 4:46-51 |
||
Jezus ontwijkt. Prediking in Galilea: in Nazareths synagoge openbaar Hij zich als de Messias, Mark 6:1 Luk. 4 :14-30. Hij neemt daarna Zijn woonplaats te Kapernaüm, Matth. 4 :13, Luk. 4:31. |
Jezus ontwijkt. Prediking in Galilea: in Nazareths synagoge openbaar Hij zich als de Messias, Mark 6:1 Luk. 4 :14-30. Hij neemt daarna Zijn woonplaats te Kapernaüm, Matth. 4 :13, Luk. 4:31. |