Chanoekia
De Chanoekia is de achtarmige (zo men wil negenarmige, de middelste kaars meegerekend) kandelaar die wordt gebruikt tijdens het joodse chanoekafeest, dat herinnert aan de herinwijding van de tempel in Jeruzalem in 165 v. Chr.
Menora. De chanoekia moet niet verward worden met de menora, die zesarmige (of zevenarmige, de schacht meegeteld) kandelaar die in het heilige van tabernakel en tempel stond.
Acht kaarsen. De acht kaarsen herinneren aan de acht dagen dat het oliekruikje olie bleef leveren voor de menora in het Heilige. Zie voor bijzonderheden: Feest van de tempelwijding.
Sjamasj. De middelste kaars heet 'Sjamasj', de hulpkaars of "dienaarskaars". Het feest van de tempelwijding of Chanoeka wordt gevierd met het aansteken van kaarsen of oliepitten in de chanoekia, waarbij de sjamasj dient om de andere acht kaarsen te ontsteken. De hulpkaars dient tevens als lichtbron in het algemeen, daar het licht van de andere kaarsen niet tot verlichting gebruikt mag worden. Met de hulpkaars wordt op elke avond van het feest een kaars of oliepit méér aangestoken, tot op de achtste dag alle kaarsen of oliepitten branden.
Bij de Klaagmuur. Op het plein van Klaagmuur in Jeruzalem wordt elk jaar een grote chanoekia voor het Joodse lichtfeest Chanoeka opgericht.
Oud-voorzitter van de Tweede Kamer, mevrouw Verbeet, ontstak de middelste kaars.