Cherub

Uit Christipedia

Cherubs, ook genoemd cherubijnen, of, naar het Hebreeuws, cherubiem (ook gespeld cherubim), zijn de dragers van Gods heerlijkheid. Deze in de hemel levende wezens vertegenwoordigen Gods kracht in de schepping en in Zijn rechtvaardige regering. Op het verzoendeksel van de verbondsark stonden twee cherubbeelden tegenover elkaar, neerziende op het deksel.

Na de zondeval en de verdrijving van het eerste mensenpaar uit de hof van Eden stelde God cherubs om de weg tot de boom des levens te bewaken.

Ge 3:24 En Hij dreef den mens uit; en stelde cherubim tegen het oosten des hofs van Eden, en een vlammig lemmer eens zwaards, dat zich omkeerde, om te bewaren den weg van den boom des levens. (SV)

De mens, zondaar geworden, mocht niet eten van de boom van het leven.

Cherubs werden op Gods voorschrift afgebeeld in borduur- en beeldwerk van Gods Woning op aarde, zowel in de tabernakel als daaropvolgend in de tempel.

Op het verzoendeksel van de verbondsark in het Allerheiligste waren twee cherubbeelden, die met hun vleugels het verzoendeksel overschaduwden. Ze waren één geheel met het verzoendeksel, alles uit één klomp goud vervaardigd. Hun aangezichten waren tegenover elkaar en zagen naar het verzoendeksel.

Ex 25:20 En de cherubim zullen hun beide vleugelen omhoog uitbreiden, bedekkende met hun vleugelen het verzoendeksel; en hun aangezichten zullen tegenover elkander zijn; de aangezichten der cherubim zullen naar het verzoendeksel zijn. (SV)

Zie Ex. 25:18-22; Ex 26:1, 31;. Ex 37:7-9; 1 Koningen 6:23-35; 1 Koningen 8:6-7. De cherubs op het verzoendeksel zijn ‘de cherubs van de heerlijkheid’.

Heb 9:5 en daarboven de cherubs van de heerlijkheid die het verzoendeksel overschaduwden; het is niet mogelijk hierover nu in bijzonderheden te spreken. (TELOS)

Tussen de cherubim op de 'genadetroon' (het verzoendeksel) woonde God:

1Sa 4:4 Het volk dan zond naar Silo, en men bracht van daar de ark des verbonds des HEEREN der heirscharen, die tussen de cherubim woont; en de twee zonen van Eli, Hofni en Pinehas, waren daar met de ark des verbonds van God. (SV)

Toen de ark verhuisd was van de tabernakel naar de tempel, woonde God nog altijd tussen de cherubs.

2Kon 19:15 En Hizkia bad voor het aangezicht des HEEREN, en zeide: O HEERE, God Israëls, Die tussen de cherubim woont! Gij zelf, Gij alleen zijt de God van alle koninkrijken der aarde, Gij hebt den hemel en de aarde gemaakt. (SV)

Van tussen de twee cherubs, van boven het verzoekdeksel sprak God met Mozes, de leider van het volk:

Nu 7:89 En wanneer Mozes de tent van ontmoeting binnenging om met Hem te spreken, hoorde hij een stem tot hem spreken van boven het verzoendeksel, dat op de ark van de getuigenis ligt, van tussen de twee cherubs. Zo sprak Hij tot hem. Nu 8:1 De HEERE sprak tot Mozes: Nu 8:2 Spreek tot Aäron en zeg tegen hem: Wanneer u de lampen aansteekt, moeten de zeven lampen licht verspreiden in de richting van de voorzijde van de kandelaar. (HSV)

Johannes zag cherubs in de troon van God in de hemel. Zij verkondigen Gods heiligheid met een drievoudig 'heilig'.

Opb 4:8 En de vier levende wezens hadden elk afzonderlijk zes vleugels, rondom en van binnen waren zij vol ogen en zij hebben geen rust, dag en nacht, en zeggen: Heilig, heilig, heilig, Heer, God de Almachtige, die was en die is en die komt. (TELOS)

Zij nemen deel aan de aanbidding van God en roepen de eerste vier oordeelspaarden op.

Troonwagen in Ezechiël

In de visioenen van Ezechiël komen cherubs voor in verband met de wielen van Gods troonwagen. Ze vertegenwoordigen de heerlijkheid en de gang van Gods rechtvaardige regeringswegen met Isräel. Ze worden "levende wezens" genoemd (Ezechiël 1), met de gezichten van een man (rede), van een leeuw (sterkte), van een os (volharding) en van een adelaar (vlugheid ). Zie ook Ezechiël 10, waar zij 'cherubs' worden genoemd. Vergelijk ook Openbaring 4:6-9, enz., waar in sommige vertalingen de ongelukkige woordkeus 'dieren' of 'beesten' is gemaakt. (De Engelse Authorized Version heeft 'beasts' = beesten).

Toekomst

Op de deuren en binnenwanden van het toekomstige tempelhuis dat aan Ezechiël getoond is, zijn cherubs en palmbomen afgebeeld, elkaar afwisselend, een palm tussen twee cherubs. Elke cherub heeft twee aangezichten: een van een mens en een van een jonge leeuw.

Eze 41:18 Er waren cherubs en dadelpalmen gemaakt, één dadelpalm tussen twee cherubs. Een cherub had twee gezichten, Eze 41:19 namelijk een mensengezicht naar de dadelpalm aan de ene kant en de kop van een jonge leeuw naar de dadelpalm aan de andere kant, helemaal rondom in heel het huis gemaakt. Eze 41:20 De cherubs en de dadelpalmen waren vanaf de grond tot boven de ingang gemaakt, en [op] de muur van de tempel. (HSV)

In het visioen van de troonwagen zag Ezechiël dat elke cherub vier aangezichten had, maar toen had hij een ruimtelijke dimensie meer dan het platte vlak van de tempelwand. In de toekomst zit God nog steeds tussen de cherubim.

Ps 99:1 De HEERE regeert, dat de volken beven; Hij zit [tussen] de cherubim; de aarde bewege zich. (SV)

Assyrische afbeelding

De gevleugelde stieren die werden geplaatst bij de ingangen van de Assyrische paleizen berusten waarschijnlijk op overleveringen omtrent de cherubs. In de Akkadische taal werden ze kiroeboe genoemd. Men meende dat ze de plaatsen bewaarden tegen boze geesten.

Bronnen

A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Cherub, Cherubim. Hieruit is op 30 sept. 2012 tekst genomen, vertaald en verwerkt.