Chusas

Uit Christipedia

Chusas was de huisverzorger (rentmeester, zaakwaarnemer) van Herodes Antipas (Luk. 8 : 3), wiens vrouw Johanna uit dankbaarheid voor haar genezing, een navolgster van de Heer Jezus Christus werd.

Naam. De naam Chusas is in het Grieks van het Nieuwe Testament Χουζας, Chouzas, en is de Griekse vorm van de Hebreeuwse eigennaam Chuza. De naam betekent ‘de ziener’ en komt in de Bijbel 1x voor, in Luk. 8:3

Lu 8:1 En het gebeurde daarna, dat Hij rondreisde door stad en dorp, terwijl Hij predikte en het evangelie van het koninkrijk van God verkondigde, en de twaalf waren bij Hem, Lu 8:2 en enige vrouwen die van boze geesten en ziekten waren genezen: Maria, Magdalena geheten, van wie zeven demonen waren uitgegaan, Lu 8:3 en Johanna, de vrouw van Chusas, zaakwaarnemer van Herodes, en Susanna, en vele anderen, die hen dienden met hun bezittingen. (TELOS)

In de Engelse King James vertaling heet hij Chuza.

Verlof aan Johanna. Daar het volgen en dienen van Jezus door Johanna niet heeft kunnen geschieden zonder toestemming van haar echtgenoot, moet ook Chusas Jezus genegen zijn geweest.

Een dergelijke houding tegenover Jezus weten wij ook van twee anderen uit de omgeving van Herodes Antipas, de koninklijke hoveling (Joh. 4 : 47) en Manahem, de jeugdvriend van Herodes (Hand. 13: 1) weten. Dit is een bewijs, dat de Heer ook uit de meest verleidelijke omgeving zielen voor zich weet te winnen.

Bron

H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Eerste deel A - J. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1867) s.v. Chusas. Hieruit is op 31 okt. 2015 tekst genomen en verwerkt.