Eiland
Een eiland is een aan alle zijden door water omringd land. Een schiereiland is een stuk land dat slechts aan één (kleine) zijde met het vasteland verbonden is.[1]
Het Hebreeuwse woord in het Oude Testament is אי, iy, van een stamwoord dat 'wonen' betekent. De betekenis is: kust, eiland, streek[2]. Het strongnummer is H339. Het woord komt 36x voor. De Statenvertaling vertaalt alle keren met 'eiland(en)'. De NBG51-vertaling heeft: kustlanden (32x), kustgebied (1x), eiland(en) (2x), land (1x, in Jes 48,15). De King James vertaling heeft: isle(s) (30x), islands (5x), country (1x).
Het Hebreeuwse meervoud Ijim geeft te kennen:
1. bewoonbaar droog land, in tegenoverstelling van het water.
Jes 42:15 Ik zal bergen en heuvelen woest maken, en al hun gras zal Ik doen verdorren; en Ik zal de rivieren tot eilanden maken, en de poelen uitdrogen. (SV)
2. Kustland, Jes. 20:6 (Filistea); Jes. 23:2 (Tyrus) en 6 (Sidon); Ezech. 27: 6 en Jer. 2:10 (de 'eilanden' van de Kittiërs).
3. Het meest gebruikelijk is echter de thans gewone betekenis, een door water geheel omvloeid land, zoals het eiland Kaftor (=Kreta), Jer. 47:4. Dit zijn in 't bijzonder de eilanden van de Middellandse zee; overigens, volgens de betekenis 'kustland', niet slechts de eilanden in engere zin, maar al de landen van het Westen, die men slechts op schepen kon bereiken; met andere woorden geheel Europa. Zo wanneer in Gen. 10: 5 de eilanden der heidenen zich bevolkt hebben met de vier Griekse stammen Elisa, Tharsis, Kithim en Dodanim, worden in Jes. 11: 11 de eilanden gesteld tegenover de landen van het Aziatische en Afrikaanse vasteland.
Jes 11:11 Want het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het overblijfsel Zijns volks, hetwelk overgebleven zal zijn van Assyrie, en van Egypte, en van Pathros, en van Morenland, en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee. (SV)
Vergelijk enkele vertalingen van Ezech. 26:18
Eze 26:18 Nu zullen de eilanden sidderen ten dage uws vals; ja, de eilanden, die in de zee zijn, zullen beroerd worden vanwege uw uitgang. (SV)
Eze 26:18 Nu beven de kustlanden op de dag van uw val. Geschrokken zijn de kustlanden, die aan de zee liggen, vanwege uw ondergang. (HSV)
Eze 26:18 Nu ontstellen de kustlanden op de dag van uw val, staan de eilanden der zee verbijsterd over uw lot. (Canis)
Van bijzonder belang zijn de voorzeggingen omtrent de eilanden. Voorzeggingen van onheil: Jeremia moest een drinkbeker met de wijn van de gramschap van God geven aan, onder meer, "de koningen der eilanden" (SV) oftewel: de koningen van de kustlanden" (HSV).
Jer 25:22 aan al de koningen van Tyrus, al de koningen van Sidon, en de koningen van de kustlanden die liggen aan de overkant van de zee, (HSV)
Voorzeggingen van heil: de eilanden/kustlanden zullen geschenken brengen (Ps. 72: 10. Jes. 60: 9), vrolijk zijn over de Heer als Koning (Ps. 29: 1), voor Hem zwijgen (Jes. 41: 1), vrezen (vers 5), op zijn naam wachten (Jes. 42: 10, 12; 51: 5), Hem aanbidden (Zef. 2: 11). Wie ziet niet hoe deze en dergelijke profetieën ten dele al vervuld zijn in het christelijk Europa?
Bijbelse eilanden
Eilanden in de Bijbel genoemd zijn eilanden in de Middellandse en Egeïsche Zee.
Eilanden in de Middellandse Zee
- Cyprus, Hand. 4 :36; 11 :19; 13 :4. De eerste zendingsreis van Paulus begon op dit eiland. Te Salamis, aan de oostkust van boord gegaan, doortrokken zij het eiland tot Pafos, Hand. 13 :5,6.
- Melite (Malta) ten zuiden van Sicilië, Hand. 28 :1.
- Rhodos, Hand. 21 :1, zo genoemd naar de vele rozen die daar groeiden.
- Kreta, het oude Kaftor, Gen. 10 :14, Hand. 27 :7,8,12,13; Tit. 1 :5,12.
- Clauda, in het zuidwesten van Kreta, Hand. 27 :16.
Eilanden in de Egeïsche Zee
- Samotrace, Hand. 16 :11, in het zuiden van Thracië.
- Lesbos, met de stad Mitylene, Hand. 20 :14, tegenover Mysië.
- Chios, Hand. 20 :15, één van de mooiste eilanden van de westkust van de Egeïsche Zee.
- Samos, Hand. 20 :15, tegenover het voorgebergte Trogyllium.
- Patmos, Openb. 1 :9, het verbanningsoord van de apostel Johannes, tegenover Milete.
- Cos, ten zuidoosten van Patmos, Hand. 21 :1.
Bronnen
H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Eerste deel A - J. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1867) s.v. Eilanden. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 6 feb. 2020.
C. Lindeboom, Bijbelgids, of Handleiding tot het verkrijgen van Bijbelkennis (Middelburg: Stichting de Gihonbron, 2009; bewerking door J. Pluimers van de uitgave uit 1929), blz. 158. Hieruit is, onder toestemming, op 14 okt. 2016 tekst gebruikt.