Eusebius van Caesarea (c. 263 - c. 339 na Chr.) was een gelovige geleerde, die omstreeks 313 na Chr. opziener ('bisschop') werd van de gemeente te Caesarea, de Romeinse hoofdstad van Palestina. Hij was enige tijd raadsman van de christelijke keizer Constantijn de Grote. Zijn bekendste boek is Kerkelijke Geschiedenis. Hierin is veel te vinden over opzieners en verdrukkingen van christenen in de eerste drie eeuwen. Hij wordt wel 'vader der kerkgeschiedenis' genoemd. 

Hij schreef in zijn werk De martyribus Palestinae (= Van de martelaren van Palestina) over de vervolgingen der christenen onder keizer Diocletianus, welke plaatsgrepen van 303 tot 310. Ook schreef hij een biografie over keizer Constantijn: Leven van Constantijn.

Eusebius vervaardigde ook een woordenboek van Bijbelse plaatsen (Onomasticon), dat door Hiëronymus van Stridon is voortgezet.

In Praeparatio Evangelica ('Voorbereiding van het Evangelie'), algemeen bekend onder zijn Latijnse titel, wil Eusebius de voortreffelijkheid van het christendom tegenover elke heidense religie en filosofie aantonen. Het werk beslaat vijftien boekdelen die integraal bewaard gebleven zijn. Eusebius beschouwde de Praeparatio als een inleiding tot het christendom voor heidenen. De toegevoerde waarde voor vele latere lezers bestaat erin dat Eusebius de tekst heeft opgeluisterd met tal van fascinerende en levendige fragmenten van historici en filosofen die nergens anders bewaard werden.

Meer informatie

Artikel Eusebius van Caesarea op Wikipedia.nl

Bron

Eusebius van Caesarea , Wikipedia.nl. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 11 mei 2020.