Ezechiël 34: verschil tussen versies
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Ezechiël|Bijbelboekpagina=Ezechiël (boek)|Bijbelboek=Ezechiël|Aantalhoofdstukken=48|Aantalverzen=31}} == Samenvatting ==') |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Ezechiël|Bijbelboekpagina=Ezechiël (boek)|Bijbelboek=Ezechiël|Aantalhoofdstukken=48|Aantalverzen=31}} |
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Ezechiël|Bijbelboekpagina=Ezechiël (boek)|Bijbelboek=Ezechiël|Aantalhoofdstukken=48|Aantalverzen=31}} |
||
== Samenvatting == |
== Samenvatting == |
||
Jahweh redt zijne schapen uit de hand van plichtvergeten herders. ''1-6'' Ezechiël moet profeteren tegen Israëls herders, door wier schandelijk plichtverzuim de hun toevertrouwde kudde verstrooid en verscheurd is. ''7-11'' God zal haar uit hun hand redden en hen afzetten. ''12-16'' Hij zal zelf zijn kudde herzamelen en op vette weiden in haar land laten grazen. ''17-22'' Ook zal hij zijn kudde beschermen tegen de rammen en bokken die de zwakken in haar midden verdrukken en uit de weide jagen. ''23-29'' Hij zal haar stellen onder een herder, David, onder wiens leiding zij in haar land overvloed hebben en veilig wonen zal. 30-31 Zo zullen zij ervaren dat zij Gods kudde zijn. |
|||
== Bron == |
|||
''Leidsche Vertaling (1914)''. Tekst van de samenvatting van Ezechiël 34 is onder wijziging verwerkt op 8 april 2024. |