Ezechiël 34
Ezechiël 34 is een hoofdstuk van Ezechiël, een geschrift in de Bijbel, en telt 31 verzen.
■ Hoofdstukken van Ezechiël samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40 · 41 |
■ Verzen van Ezechiël 34 becommentarieerd: · 10 · 11 · 16 · 17 · 18 · 20 · 22 · 25 · 28 · 29 |
Samenvatting
Jahweh redt zijn schapen uit de hand van plichtvergeten herders. 1-6 Ezechiël moet profeteren tegen Israëls herders, door wier schandelijk plichtverzuim de hun toevertrouwde kudde verstrooid en verscheurd is. 7-11 God zal haar uit hun hand redden en hen afzetten. 12-16 Hij zal zelf zijn kudde herzamelen en op vette weiden in haar land laten grazen. 17-22 Ook zal hij zijn kudde beschermen tegen de rammen en bokken die de zwakken in haar midden verdrukken en uit de weide jagen. 23-29 Hij zal haar stellen onder een herder, David, onder wiens leiding zij in haar land overvloed hebben en veilig wonen zal. 30-31 Zo zullen zij ervaren dat zij Gods kudde zijn.
10
Ezechiël 34:10 Alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik [wil] aan de herders, en zal Mijn schapen van hun hand eisen, en zal ze van het weiden der schapen doen ophouden, zodat de herders zichzelven niet meer zullen weiden; en Ik zal Mijn schapen uit hun mond rukken, zodat zij hun niet [meer] tot spijze zullen zijn. (SV)
Ik zal Mijn schapen uit hun mond rukken, zodat zij hun niet [meer] tot spijze zullen zijn.
Markus 12: 40 die de huizen van de weduwen opeten en voor de schijn lang bidden. Dezen zullen een zwaarder oordeel ontvangen.
11
Ezechiël 34:11 Want zo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik, ja, Ik zal naar Mijn schapen vragen, en zal ze opzoeken. (SV)
En zal ze opzoeken. De Heer Jezus kwam om het verlorene te zoeken.
Lukas 19: 10 Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te behouden.
16
Ezechiël 34:16 Het verlorene zal Ik zoeken, en het weggedrevene zal Ik wederbrengen, en het gebrokene zal Ik verbinden, en het kranke zal Ik sterken; maar het vette en het sterke zal Ik verdelgen, Ik zal ze weiden met oordeel. (SV)
Het verlorene zal Ik zoeken.
Lukas 19: 10 Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te behouden.
17
Ezechiël 34:17 Want gij, o Mijn schapen! de Heere HEERE zegt alzo: Ziet, Ik zal richten tussen klein vee en klein vee, tussen de rammen en de bokken. (SV)
Ik zal richten tussen klein vee en klein vee. In de toekomst zal de Heer Jezus richten tussen de schapen en de bokken.
Mattheüs 25: 31 Wanneer nu de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en alle engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van zijn heerlijkheid; 32 en voor Hem zullen alle volken worden verzameld, en Hij zal ze van elkaar scheiden, zoals de herder de schapen van de bokken scheidt;
18
Ezechiël 34:18 Is het u te weinig, dat u de goede weide afgraast? Zult u nog het overige van uw weide met uw voeten vertrappen? En zult u de heldere wateren drinken, en het overgeblevene met uw voeten troebel maken? (CP[1])
Heldere. Statenvertaling: 'bezonkene'. Bezonken wateren zijn stille wateren, waarin de stofdeeltjes zijn neergezonken op de bodem. In deze betekenis wordt 'bezonken' niet meer gebruikt[2]. Het Hebreeuwse woord misjqa betekent 'wat is afgehandeld of opgehelderd, duidelijk'[3], waarom 'heldere' een goede vertaling is.
Troebel maken. Maar de gedachte is, naar het schijnt, dat het heldere water troebel wordt gemaakt door de hoeven van de vette schapen die erin stappen.
20
Ezechiël 34:20 Daarom zegt de Heere HEERE aldus tot hen: Ziet Ik, ja, Ik zal richten tussen het vette klein vee en het magere klein vee. (CP[1])
Ik zal richten tussen het vette klein vee en het magere klein vee. Zie vs. 22.
22
Ezechiël 34:22 Daarom zal Ik Mijn schapen verlossen, dat zij niet meer tot een roof zullen zijn; en Ik zal richten tussen klein vee en klein vee. (SV)
En Ik zal richten tussen klein vee en klein vee. Zie vs. 20.
25
Ezechiël 34:25 En Ik zal een verbond des vredes met hen maken, en zal het boos gedierte uit het land doen ophouden; en zij zullen zeker wonen in de woestijn, en slapen in de wouden. (CP[1])
En zal het boos gedierte uit het land doen ophouden. Zie vs. 28
28
Ezechiël 34:28 En zij zullen den heidenen niet meer ten roof zijn, en het wild gedierte der aarde zal ze niet [meer] vreten; maar zij zullen zeker wonen, en er zal niemand zijn, die ze verschrikke. (SV)
Het wilde gedierte zal ze niet [meer] vreten. Zie vs. 25.
29
Ezechiël 34:29 En Ik zal hun een plant van naam verwekken; en zij zullen niet meer weggeraapt worden door honger in het land, en den smaad der heidenen niet meer dragen. (SV)
Een plant van naam. De Messias, die "de ware Wijnstok" is?
Bron
Leidsche Vertaling (1914). Tekst van de samenvatting van Ezechiël 34 is onder wijziging verwerkt op 8 april 2024.
Voetnoten
- ↑ 1,0 1,1 1,2 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
- ↑ Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000. 'Bezonken' betekent 'rijp en weloverdacht', een andere betekenis is er niet (meer).
- ↑ Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.