Ezechiël 23
Ezechiël 23 is een hoofdstuk van Ezechiël, een geschrift in de Bijbel, en telt 49 verzen.
■ Hoofdstukken van Ezechiël samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40 · 41 |
■ Verzen van Ezechiël 23 becommentarieerd: · 2 · 4 · 20 · 36 · 37 · 39 |
Samenvatting
De gelijkenis van twee ontuchtige zusters, Ohola en Oholiba. 1-4 In hun jeugd bedreven zij in Egypte ontucht en werden daarna Jahweh’s vrouwen. 5-10 Ohola verzaakte hem voor de Assyriërs, en zette zo haar Egyptische hoererijen voort. Daarom heeft God haar aan diezelfde Assyriërs overgeleverd. 11-16 Haar zuster Oholiba maakte het nog erger, hoereerde eerst met de Assyriërs en werd daarna verliefd op de Chaldeeën, tot wie zij boden zond. 17-19 De Chaldeeën hielden gemeenschap met haar, totdat zij van hen walgde en met anderen hoereerde; zodat Jahweh een walg van haar kreeg. 20-21 Ook hunkerde zij weer, als in haar jeugd, naar Egyptische mannen en hield zich met hen op. 22-35 Daarom zal Jahweh haar vroegere minnaars tegen haar ophitsen, Chaldeeën en Assyriërs, en zij zullen haar vonnissen en mishandelen; zodat zij Egypte niet meer gedenkt. God gaat haar overleveren aan hen van wie zij walgt; zij zal de diepe, wijde lijdensbeker van haar zuster drinken, omdat zij moedwillig Jahweh vergeten heeft. 36-41 Ezechiël moet Ohola en Oholiba hun afschuwelijkheden voorhouden: hun overspel en bloedvergieten, en dat zij mannen uit de verte ontboden en hun een feestelijk onthaal bereid hebben. 42-44 Toen die mannen kwamen, hebben zij hen als gewone hoeren behandeld. 45-49 Rechtvaardige mannen zullen hen vonnissen; een volksmenigte zal hen stenigen, ook hun kinderen doden en hun huizen verbranden, tot waarschuwing voor alle vrouwen, geen overspel te bedrijven.
2
2 Mensenkind! daar waren twee vrouwen, dochters van één moeder. (CP[1])
Dochters van één moeder. Van dezelfde moeder.
4
4 4 Haar namen nu waren: Ohola, de grootste, en Oholiba, haar zuster; en zij werden de Mijne, en baarden zonen en dochteren; dit waren haar namen: Samaria is Ohola, en Jeruzalem Oholiba. (SV)
Ohola. Haar naam betekent 'Haar eigen tent'. Deze naam duidt de eigenwillige godsdienst van Samaria, de hoofdstad van het tienstammenrijk aan. Zie Ohola, Oholiba.
Oholiba. Haar naam betekent 'Mijn tent is in haar'. Deze naam duidt aan dat Gods heiligdom in Jeruzalem was, de hoofdstad van Juda. Zie Ohola, Oholiba.
20
20 En zij hunkerde naar haar minnaars, wier lid is het lid van ezels, en wier lozing is de lozing van paarden. (CP[1])
Een oversekste vrouw en oversekste minnaars.
36
36 En de HEERE zeide tot mij: Mensenkind! zoudt gij Ohola en Oholiba recht geven? Ja, vertoon haar haar gruwelen. (SV)
Eze 22:2 Gij nu, mensenkind, zoudt gij der bloedstad recht geven? Zoudt gij haar recht geven? Ja, maak haar bekend al haar gruwelen. (SV)
37
37 Want zij hebben overspel gedaan, en er is bloed in haar handen; en zij hebben met haar drekgoden overspel gedaan; daartoe hebben zij ook haar kinderen, die zij Mij gebaard hadden, voor hen [door het vuur] laten doorgaan, tot spijze. (SV)
Voor hen [door het vuur] laten doorgaan. De kinderen werden door het vuur verteerd en zodoende 'geslacht' (39).
39
39 Want als zij hun kinderen hun drekgoden geslacht hadden, zo kwamen zij op dienzelven dag in Mijn heiligdom, om dat te ontheiligen; en ziet, alzo hebben zij gedaan in het midden van Mijn huis. (SV)
Geslacht. Door verbranding (37).
Bron
Leidsche Vertaling (1914). Tekst van de samenvatting van Ezechiël 23 is onder wijziging verwerkt op 9 dec. 2023.