Ezechiël 25

Uit Christipedia

Ezechiël 25 is een hoofdstuk van Ezechiël, een geschrift in de Bijbel, en telt 17 verzen.

Hoofdstukken van Ezechiël samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 38
Verzen van Ezechiël 25 becommentarieerd: · 5 · 7 · 10 · 16

Samenvatting

1-7 Profetie tegen de Ammonieten, die, om hun vreugde over de verwoesting van de tempel en het land van Juda en hun leedvermaak over de in ballingschap gaande Judeeërs, zullen verdelgd worden uit de volken. 8-14 Profetie tegen Moab en het wraakgierige Edom. 15-17 Profetie tegen de Filistijnen, die van harte wraak geoefend hebben door plundering.

5

5 En Ik zal Rabba tot een weideplaats maken, en de kinderen Ammons tot een rustplaats voor kleinvee; en u zult weten dat Ik Jahweh ben. (CP[1])

Rabba. Hun hoofdstad, zie Rabba.

7

7 Daarom, ziet, Ik zal Mijn hand tegen u uitstrekken, en u den heidenen ten buit geven, en zal u uit de volken uitroeien, en u uit de landen verdoen; Ik zal u verdelgen; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben. (SV) 

Zie ook vs. 10. Al zal het volk Ammon als zodanig niet meer bestaan, toch is er een toekomst voor de overgebleven Ammonieten, zie Ammon § Toekomst. Ze moeten thans in Jordanië leven.

10

10 Voor die van het oosten, met [het] [land] van de kinderen Ammons, dat Ik ter bezitting zal overgeven; opdat aan de kinderen Ammons onder de heidenen niet [meer] gedacht wordt. (CP[1]) 

Opdat aan de kinderen Ammons enz. Zie vs. 7.

Niet [meer] gedacht wordt. En vergeten raakt.

16

16  Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik strek Mijn hand uit tegen de Filistijnen, en zal de Cherethieten uitroeien, en het overblijfsel van de zeehaven verdoen. (SV) 

Cherethieten. Kretenzen (Kretenzers), afkomstig van Kreta en wonend in Filistea.

Voetnoot

  1. 1,0 1,1 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.