Ezechiël 16

Uit Christipedia

Ezechiël 16 is een hoofdstuk van Ezechiël (boek), een geschrift in de Bijbel. Het hoofdstuk telt 63 verzen. Hieronder is een samenvatting en/of commentaar.

Hoofdstukken van Ezechiël samengevat en/of becommentarieerd: 1 · 2 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40 · 41 · 42 · 43 · 44 · 45 · 46 · 47 · 48
Verzen van Ezechiël 16 becommentarieerd: · 4 · 6 · 7 · 22 · 24 · 25 · 26 · 29 · 30 · 31 · 39 · 49 · 50 · 51 · 54 · 60 · 61 · 62 · 63

Samenvatting

1 Ezechiël moet Jeruzalem haar gruweldaden voor ogen stellen. 2-14 God herinnert stad aan haar oorsprong, geboorte en Zijn ontferming over haar, het huwelijksverbond met haar en de verheerlijking van haar. 15-34 Jeruzalem is echter overspelig geworden en vervallen tot hoererij en tot het brengen van kinderoffers. 35-43 God zal Jeruzalem overgeven in de handen van haar minnaars. 44-63 Jeruzalem heeft zwaarder gezondigd dan Samaria en Sodom. God zal Jeruzalem straffen, maar ook verzoening doen voor de stad en een eeuwig verbond met haar aangaan.

4

4 En aangaande uw geboorten: ten dage, als gij geboren waart, werd uw navel niet afgesneden; en gij waart niet met water gewassen, toen Ik [u] aanschouwde; gij waart ook geenszins met zout gewreven, noch in windselen gewonden. (SV)  

Niet met water gewassen. Zie vs. 6: "vertreden zijnde in uw bloed".

Noch in windselen gewonden. Zie vs. 7: "naakt en bloot".

6

6 Als Ik bij u voorbijging, zo zag Ik u, vertreden zijnde in uw bloed, en Ik zeide tot u in uw bloed: Leef; ja, Ik zeide tot u in uw bloed: Leef! (SV) 

Vertreden zijnde in uw bloed. Zie vs. 22.

7

7  Ik heb u tot tien duizend, als het gewas des velds, gemaakt; en gij zijt gegroeid, en groot geworden, en zijt gekomen tot grote sierlijkheid; [uw] borsten zijn vast geworden, en uw haar is gewassen, doch gij waart naakt en bloot. (SV)  

Naakt en bloot. Zie vs. 22; vs. 4: "noch in windselen gewonden".

22

22 Ook hebt gij bij al uw gruwelen en uw hoererijen niet gedacht aan de dagen uwer jonkheid, als gij naakt en bloot waart, [als] gij vertreden waart in uw bloed. (SV)

Naakt en bloot. Zie vs. 7.

[Als] gij vertreden waart in uw bloed. Zie vs. 6

24

24 Dat gij u een verwelfsel gebouwd hebt, en u een hoge plaats gemaakt hebt in elke straat. (SV) 

Een verwelfsel. Der hoererij[1]. Zie vs. 31, 39. God vergelijkt de geestelijke hoererij van Jeruzalem met een vrouw een openlijk bordeel heeft opgericht, om zich aan alle man aan te bieden.

En u een hoge plaats gemaakt hebt in elke straat. Zie ook vs. 25, 39. Geestelijke ontucht werd vaak op hoge plaatsen bedreven. Jeruzalem wordt voorgesteld als een hoer die in elke straat een hoog verheven, elk in ‘t oog vallende schouwplaats van ontucht - een openlijk bordeel, een hoerenkraam - heeft gemaakt.[1]

25

25 Aan elk begin van een weg hebt u uw hoge plaatsen gebouwd, en hebt uw schoonheid gruwelijk gemaakt, en hebt uw voeten gespreid voor een ieder die voorbijging, en hebt uw hoererijen vermenigvuldigd. (CP[2])  

Uw hoge plaatsen gebouwd. Zie vs. 24.

Uw voeten gespreid. En daarmee haar benen.

26

26 Gij hebt ook gehoereerd met de kinderen van Egypte, uw naburen, die groot van vlees zijn; en gij hebt uw hoererij vermenigvuldigd, om Mij tot toorn te verwekken. (SV)  

Groot van vlees. 'Zwaargeschapen' (HSV, NBV'04). In plaats van aan een grote gestalte denken sommige vertalers veeleer aan mannelijke geslachtsdrift of geslachtsdelen: 'wellustige' (NBG51), 'geile' (Canis), 'grote lid' (Lei). 'Grootgeschapen' (NaB) is dubbelzinnig en kan op de grote lichaam of op het mannelijk lid slaan.

Uw hoererij vermenigvuldigd. Zie vs. 29.

29

29 Maar u hebt uw hoererij vermenigvuldigd tot in het land van [de] handelaar Chaldea; en zelfs daarmee bent u  niet verzadigd geworden. (CP[2])  

Uw hoererij vermenigdvuldigd. Zie vs. 26.

Handelaar. Of 'Kanaän' (Statenvertaling). Aangezien Jeruzalem (Israël) in het land Kanaän, het beloofde erfdeel, was en het zinsverband handelt over hoererij met buitenlandse volken, ligt het voor de hand om het Hebreeuwse כנען, kena'an, te vertalen door 'handelaar'.

30

30 Hoe versmacht is uw hart, spreekt de Heer Jahweh, die u al deze dingen ziet doen, de daden van een heersende hoerachtige vrouw! (CP[2]) 

Heersende hoerachtige vrouw. Een dominant type hoer. Ze doet denken aan de vrouw Babylon, die op het Beest rijdt en het bestuurt.

31

31 Als u uw verwelfsel bouwt aan het begin van iedere weg, en uw hoge plaats maakt in elke straat, en niet bent geweest als een hoer, [daar u] het loon beschimpte. (CP[2])  

Verwelfsel. Zie vzn. 24, 39.

Aan het begin van iedere weg. Begin, Hebr. 'hoofd'.

Uw hoge plaats. Zie vzn. 24, 39.

[Daar u] het loon beschimpte. Het hoerenloon honend bespotte. Andere hoeren is het te doen om het loon, het geld, Jeruzalem enkel om schandelijke lust.

39

Eze 16:39  En Ik zal u in hun hand overgeven, en zij zullen uw verwelfsel afbreken, en uw hoge plaatsen omwerpen, en uw klederen u uittrekken, en uw sierlijke juwelen nemen, en u naakt en bloot laten. (SV)  

Uw verwelfsel. Zie vzn. 24, 31.

Uw hoge plaatsen. Zie vzn. 24, 31.

49

49 Ziet, dit was de ongerechtigheid uwer zuster Sodom; hoogmoed, zatheid van brood en stille gerustheid had zij en haar dochteren; maar zij sterkte de hand des armen en nooddruftigen niet. (SV) 

Hoogmoed. Zie vs. 50.

50

50 En zij verhieven zich, en deden gruwelijkheid voor Mijn aangezicht; daarom deed Ik ze weg, nadat Ik het gezien had. (SV) 

En zij verhieven zich. Vs. 49: "hoogmoed".

Deden gruwelijkheid. Door tegennatuurlijke ontucht te bedrijven, gelijk de geschiedenis van Lot ons verhaalt.

Nadat Ik het gezien had. Ten tijde van Abraham en Lot.

Ge 18:20  Voorts zeide de HEERE: Dewijl het geroep van Sodom en Gomorra groot [is], en dewijl haar zonde zeer zwaar is, Ge 18:21  Zal Ik nu afgaan en bezien, of zij naar hun geroep, dat tot Mij gekomen is, het uiterste gedaan hebben, en zo niet, Ik zal het weten. (...) Ge 18:33  Toen ging de HEERE weg, als Hij geëindigd had tot Abraham te spreken; en Abraham keerde weder naar zijn plaats. (SV)

51

51 Samaria ook heeft naar de helft uwer zonden niet gezondigd; en gij hebt uw gruwelen meer dan zij vermenigvuldigd, en hebt uw zusters gerechtvaardigd door al uw gruwelen, die gij gedaan hebt. (SV) 

Gerechtvaardigd. In die zin, dat zij verhoudingsgewijs rechtvaardig uitkomen, omdat zij veel minder gezondigd hebben dan Jeruzalem; "zij zijn rechtvaardiger dan u" (52). Canisius-vertaling: "in een gunstig daglicht gesteld" en, in vers 52, "verontschuldigt". Zie ook vs. 52.

54

54 Opdat u uw schande draagt, en te schande gemaakt wordt, om al hetgeen u gedaan hebt, als u hen troosten zult. (CP[2]) 

Haar troosten. Daar zij zien dat Jeruzalem hetzelfde lot wedervaart, en er dus geen onbillijk onderscheid is gemaakt[1].

60

60 Evenwel zal Ik gedachtig wezen aan Mijn verbond met u, in de dagen uwer jonkheid, en Ik zal met u een eeuwig verbond oprichten. (SV) 

Ik zal met u een eeuwig verbond oprichten. Zie vs. 62. Het volgt het eerste verbond (8) op.

61

61  Dan zult gij uwer wegen gedenken en beschaamd zijn, als gij uw zusteren, die groter zijn dan gij, met degenen, die kleiner zijn dan gij, aannemen zult; want Ik zal u dezelve geven tot dochteren, maar niet uit uw verbond. (SV) 

Niet uit uw verbond. Zonder het aan u krachtens het verbond - dat u met Mij had (vs. 8), maar dat u gebroken hebt - verplicht te zijn[3].

62

62 Want Ik zal Mijn verbond met u oprichten, en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben; (SV) 

Ik zal Mijn verbond met u oprichten. Zie vs. 60.

63

63 Opdat u het gedachtig bent, en u schaamt, en niet meer uw mond opent vanwege uw schande, wanneer Ik voor u verzoening doen zal over al hetgeen u gedaan hebt, spreekt de Heere HEERE. (CP[2]) 

Wanneer Ik voor u verzoening doen zal over al hetgeen u gedaan hebt. Dit zal gebeuren op de toekomstige Verzoendag, welke verzoening tevens de vervulling van die hoogtijdag zal wezen. De verzoening zal gedaan worden op grond van het kruiswerk van Israëls Messias, onze Heer Jezus Christus.

Ro 11:26  En zo zal heel Israël zalig worden, zoals geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob. (HSV)

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 1,2 Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901). Enige tekst van het commentaar is onder wijziging verwerkt op 15 en 29 sept. 2023.
  2. 2,0 2,1 2,2 2,3 2,4 2,5 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  3. Vgl. Petrus Canisiusvertaling: "zonder het aan u verplicht te zijn".