Ezechiël 14

Uit Christipedia

Ezechiël 14 is een hoofdstuk van Ezechiël, een geschrift in de Bijbel, en telt 23 verzen.

Hoofdstukken van Ezechiël samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 38
Verzen van Ezechiël 14 becommentarieerd: · 9 · 14 · 22 · 23

Samenvatting

Verwerping van de verachters van het goddelijke woord. 1-11 Oudsten van Israël komen tot Ezechiël om door hem God te vragen. God wijst op hun afgoderij, maant hen tot bekering en dreigt hen anders uit te roeien. 12-23 God zal een van zijn vier strafgerichten zenden naar een land dat zwaar tegen Hem overtreedt, hoeveel te meer naar Jeruzalem. Maar Hij zal een overblijfsel van Jeruzalem in het leven behouden en daarmee Ezechiël en andere Joodse ballingen troosten.

9

9 Als nu een profeet overreed zal zijn, en iets gesproken zal hebben, Ik, Jahweh, heb die profeet overreed, en Ik zal Mijn hand tegen hem uitstrekken, en zal hem verdelgen uit het midden van Mijn volk Israël. (CP[1]) 

Ik, Jahweh, heb die profeet overreed. Een profeet die leugen spreekt, zal (tenslotte) met leugen overreed worden. Vergelijk de werking van de dwaling die God zendt in verband met het bedrog en de leugen van de Wetteloze:

2Th 2:8  En dan zal de wetteloze geopenbaard worden, die de Heer Jezus zal verteren door de adem van zijn mond en ten niet doen door de verschijning van zijn komst; 2Th 2:9  hem, wiens komst naar de werking van de satan is met allerlei kracht en tekenen en wonderen van de leugen, 2Th 2:10  en met allerlei bedrog van de ongerechtigheid voor hen die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet hebben aangenomen om behouden te worden. 2Th 2:11  En daarom zendt God hun een werking van de dwaling om de leugen te geloven, 2Th 2:12  opdat allen geoordeeld worden die de waarheid niet hebben geloofd, maar een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid. 2Th 2:13 Maar wij behoren God altijd te danken voor u, door de Heer geliefde broeders, dat God u als eerstelingen heeft verkoren tot behoudenis, in heiliging van de Geest en geloof van de waarheid, 2Th 2:14  waartoe Hij u door ons evangelie ook geroepen heeft, tot verkrijging van de heerlijkheid van onze Heer Jezus Christus. (Telos)

14

14 Ofschoon deze drie mannen, Noach, Daniël en Job, in het midden deszelven waren, zij zouden door hun gerechtigheid [alleen] hun ziel bevrijden, spreekt de Heere HEERE. (SV)  

Noach, Daniël en Job. Gemeenschappelijk aan hen is ook hun woonplaats buiten het land Israël, dus in een ander land, ofschoon Daniël in Israël is opgegroeid. Misschien is hun gerechtigheid èn hun buitenlandse woonplaats relevant is voor Gods noemen van deze mannen, want vers 13 spreekt van "een land" en niet van "het land" (Israël). Pas in vers 21 wordt Jeruzalem genoemd als het voorwerp van Gods strafgericht; eerst dan vindt de toepassing van Gods dreigement op het land van Judea plaats.

22

22 Doch ziet, daarin zullen ontkomenen overblijven, die uitgevoerd zullen worden, zonen en dochteren; ziet, zij zullen tot ulieden uitkomen, en u zult hun weg zien, en hun handelingen; en u zult vertroost worden over het kwaad, dat Ik over Jeruzalem gebracht zal hebben, [ja], al wat Ik zal gebracht hebben over haar. (SV)  

Zij zullen tot ulieden uitkomen. Naar Chaldea, geenszins als degenen die om hun gerechtigheid zijn overgebleven, maar als levende en aanschouwelijke voorbeelden van de gehele gesteldheid van de bewoners der stad[2].

Hun weg ... en hun handelingen. Hun geestelijke en zedelijke verdorvenheid.

U zult vertroost worden. Zie vs. 23. Vertroost misschien vanwege 1. de rechtvaardigheid van de vergelding Gods; 2. de behoudenis van een overblijfsel van Gods volk, dat een bewijs is dat God trouw is aan zijn verbond met Zijn volk.

23

23 Zo zullen zij u vertroosten, als gij hun weg en hun handelingen zien zult; en gij zult weten, dat Ik niet zonder oorzaak gedaan heb, al wat Ik in haar gedaan heb, spreekt de Heere HEERE. (SV) 

Zo zullen zij u vertroosten. Zie vs. 22.

Voetnoten

  1. Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  2. Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).  Enige tekst van het commentaar is onder wijziging verwerkt op 28 aug. 2023.