Gebruiker:Kees Langeveld/Bijbel/Gen/1: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 10: | Regel 10: | ||
<section begin=Gen1v6 /><sup>6</sup> En God zeide: Daar zij een uitspansel in het midden der wateren; en dat make scheiding tussen wateren en wateren!<section end="Gen1v6" /> |
<section begin=Gen1v6 /><sup>6</sup> En God zeide: Daar zij een uitspansel in het midden der wateren; en dat make scheiding tussen wateren en wateren!<section end="Gen1v6" /> |
||
<section begin=Gen1v7 /><sup>7</sup> En God maakte dat uitspansel, en maakte scheiding tussen de wateren, die onder het uitspansel [zijn], en tussen de wateren, die boven het uitspansel [zijn]. En het was alzo.<section end="Gen1v7" /> |
<section begin=Gen1v7 /><sup>7</sup> En God maakte dat uitspansel, en maakte scheiding tussen de wateren, die onder het uitspansel [zijn], en tussen de wateren, die boven het uitspansel [zijn]. En het was alzo.<section end="Gen1v7" /> |
||
<section begin=Gen1v8 /><sup>8</sup> En God noemde het uitspansel hemel. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de tweede dag. |
<section begin=Gen1v8 /><sup>8</sup> En God noemde het uitspansel hemel. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de tweede dag.<section end="Gen1v8"></section> |
||
== Aantekeningen |
== Aantekeningen == |
Versie van 23 dec 2016 21:00
Genesis 1
1 In den beginne schiep God den hemel[1] en de aarde. 2 De aarde nu was woest en ledig, en duisternis [was] op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren. 3 En God zeide: Daar zij licht! en daar werd licht. 4 En God zag het licht, dat het goed [was]; en God maakte scheiding tussen het licht en tussen de duisternis. 5 En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag.
Tweede dag
6 En God zeide: Daar zij een uitspansel in het midden der wateren; en dat make scheiding tussen wateren en wateren! 7 En God maakte dat uitspansel, en maakte scheiding tussen de wateren, die onder het uitspansel [zijn], en tussen de wateren, die boven het uitspansel [zijn]. En het was alzo. 8 En God noemde het uitspansel hemel. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de tweede dag.
Aantekeningen
- ↑ Hebr. letterlijk het meervoud "hemelen".