Geit

Uit Christipedia

De geit is een herkauwend dier dat door de Israëlieten werd gehouden om de melk, het vlees en de huid. Een mannelijke geit heet een bok of geitenbok (voorheen: geitebok); een vrouwelijke geit heet een geit of een sik; een jong geitje heet een lam. De geit diende bij Israël als zondoffer.

Geiten voorzagen in de menselijke behoefte aan vlees, melk en kleding. Van geitehuiden maakte men waterzakken, van geitehaar kleding en tenten.

Kudde geiten in Israel (1898-1946). Op de achtergrond de berg Tabor
Geit in Israël.

Voor de offers aan God werden vaak geiten geslacht. Een geit diende tot zondoffer.

Jacob schonk zijn broer Ezau, om hem gunstig te stemmen, onder meer 220 geiten, verdeeld in “tweehonderd geiten en twintig bokken” (Gen 32:14).

Jozefs broers namen de veelkleurige rok van Jozef, slachtten een geitenbok en doopten de rok in het bloed.

Ge 37:31  Toen namen zij Jozefs rok, en zij slachtten een geitenbok, en zij doopten den rok in het bloed. (SV)

Geitebok in Israël. Foto gemaakt in 1940 - 1946. 

Wanneer een vorst in Israël had gezondigd, moest hij als zondoffer een geitebokje brengen. (Lev. 4 :22, 23). Een groter dier, bijvoorbeeld een koe, was niet nodig. Zie ook Num. 7 : 16; 15 : 24; 28 : 15; 29:5.

In Matth. 25 beschrijft de Heer Jezus ons het oordeel over de levenden, zoals het bij zijn wederkomst op aarde zal plaats hebben. Voor Hem zullen dan alle volken worden verzameld, " en Hij zal ze van elkaar scheiden, zoals de herder de schapen van de bokken scheidt." (Matth. 25:32);

Mt 25:31  Wanneer nu de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en alle engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van zijn heerlijkheid; Mt 25:32 en voor Hem zullen alle volken worden verzameld, en Hij zal ze van elkaar scheiden, zoals de herder de schapen van de bokken scheidt; Mt 25:33 en Hij zal de schapen aan zijn rechterhand zetten, maar de bokken aan zijn linker. (TELOS)

De herder kent elk stuk van zijn kudde nauwkeurig kent en en laat de verschillende soorten van klein vee niet onder elkaar vermengd. De geitenbokken zijn het tegendeel van de rechtvaardigen (Matth. 25:46) en zullen worden verdoemd (Matth. 25:41-46). De geitenbokken stellen hier de zondaars voor die aan Jezus' broeders - vermoedelijk Israëls gelovig overblijfsel in de eindtijd - zorg en aandacht hebben onthouden. Hier is de geitenbok een zinnebeeld van de zondaar, de onrechtvaardige.

Varia

Een vroeger bekend gedicht van Jacqueline van der Waals is Het geitenweidje.

Het Geitenweitje

Op het geitenweitje
Staat het kleine geitje
Bij de groote geit.
Geiteke, wat moet je
Met je fijne snoetje,
Dat zoo klaaglijk schreit?

Met je bleeke bekje?
Geiteke wat rek je,
Trek je aan het touw?
Snuffende aan mijn mouwen...
Met je lief vertrouwen
In zoo'n vreemde vrouw!

In mijn handen stop je
Nu je jonge kopje:
Zeg, wat moet ik doen? ...
Op het geitenweitje
Staat het kleine geitje,
Als een wittigheidje
In het prille groen.

Jacqueline van der Waals
Uit: Nieuwe verzen

Meer informatie

Artikel Geit op Wikipedia.nl