Genesis/Hoofdstuk 22: verschil tussen versies

9.844 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Gen. 22:2 == Ge 22:2  En Hij zei: Neem nu uw zoon, uw enige, dien u liefhebt, Izak, en ga heen naar het land Moria, en offer hem...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Commentaar hoofdstuk}}
 
== Samenvatting ==
God beveelt Abraham zijn zoon, "uw enige, die u liefhebt", te offeren tot een brandoffer, op een van de bergen van het land Moria. Na drie dagen bereikt Abraham de plaats. Izak vraagt waar het lam ten brandoffer is, en Abraham antwoordt dat God zichzelf een lam ten brandoffer zal voorzien. Wanneer Abraham een altaar heeft gebouwd, zijn zoon Izak heeft gebonden en op het altaar heeft gelegd en zijn hand uitstrekt om een mes te nemen om zijn zoon te slachten, roept de engel van Jahweh hem van de hemel toe en zegt hem zijn zoon niets te doen. Nu weet God dat Abraham Hem vreest en zijn enige zoon Hem niet heeft onthouden (12). God voorziet in een plaatsvervangende brandoffer, een ram die vastgehouden wordt in het struikgewas. De Engel belooft Abraham overvloedig te zegenen en door zijn zaad alle volken der aarde te zegenen(13-18). Abraham keert terug naar Berseba. Daar verneemt hij dat zijn broer Nahor twaalf kinderen heeft gekregen (20-24).
 
== Gen. 22:1 ==
Ge 22:1  En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham verzocht; en Hij zeide tot hem: Abraham! En hij zeide: Zie, [hier] ben ik! (SV)
'''Verzocht.''' D.i. op de proef stelde. God verzoekt niet, Jak. 1:13-14.
 
== Gen. 22:2 ==
Regel 23 ⟶ 30:
== Gen. 22:4 ==
Ge 22:4  Op de derde dag, toen hief Abraham zijn ogen op, en zag die plaats van verre. (CP<ref name=":0" />)
'''Op de derde dag.''' Abraham woonde in [[Berseba|Berséba]] (21:33, 22:19), ruim 75 km van Jeruzalem vandaan<ref>Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Gen. 22. </ref>. Volgens een schatting is dat 20 uren lopen<ref>''Handbuch der Bibelerklärung'' (2007), onderdeel van de Online Bible, uitgave van Importantia. </ref>.
'''Op de derde dag.''' Jezus kwam op de derde dag aan het einde van zijn leven op aarde.
 
'''Op de derde dag.''' Jezus kwam op de derde dag aan het einde van zijn leven op aarde.
 
''Lu 13:32  En Hij zei tot hen: Gaat heen en zegt tot die vos: Zie, Ik drijf demonen uit en volbreng genezingen, vandaag en morgen, en <u>op de derde dag kom Ik aan het einde</u>.'' (Telos)
Regel 35 ⟶ 44:
== Gen. 22:6 ==
Ge 22:6  En Abraham nam het hout des brandoffers, en legde het op Izak, zijn zoon; en hij nam het vuur en het mes in zijn hand, en zij beiden gingen samen. (SV)
'''Abraham nam het hout des brandoffers, en legde het op Izak, zijn zoon.''' Jezus onderwierp zich in Gethsemané aan de wil van zijn Vader. Izak droeg het hout, waarop hij geofferd moest worden; Jezus droeg het kruis waaraan hij geofferd zou worden.
 
''Joh 19:17  en terwijl <u>Hijzelf zijn kruis droeg</u>, ging Hij uit naar de plaats die Schedel plaats heet, die in het Hebreeuws Golgotha heet,'' (Telos)
Regel 53 ⟶ 62:
'''De plaats, die God hem gezegd had.''' Dat was een van de bergen van het land [[Moria]] (vers 2).
 
'''En bond zijn zoon Izak, en leide hem op het altaar boven op het hout.''' Wat metmoet er in het gemoed van deze jongen zijn omgegaan! Jezus, van wie Izak een vóórbeeld is, zei:
 
''Lu 12:50  ... hoe benauwt het Mij, totdat het is volbracht. (Telos)''
 
De zielsworsteling in Gethsemané is een toonbeeld van die benauwdheid.
 
== Gen. 22:10 ==
Regel 64 ⟶ 73:
 
''Heb 11:17  Door het geloof heeft Abraham, toen hij beproefd werd, Izaak geofferd, en hij die de beloften aangenomen had, offerde zijn eniggeborene, Heb 11:18  van wie gesproken was: ‘In Izaak zal uw nageslacht genoemd worden’. Hij heeft overwogen, dat God machtig was hem zelfs uit de doden op te wekken,'' (Telos)
 
Hoewel de slachting belet werd (vers 22v), zag God de zoon van Abraham, die op het altaar lag, als een offer aan.
 
''Jak 2:21  Is onze vader Abraham niet op grond van werken gerechtvaardigd, toen hij zijn zoon Izaak op het altaar geofferd had?'' (Telos)
 
== Gen. 22:11 ==
Regel 85 ⟶ 98:
'''Mij niet hebt onthouden.''' God Zelf onthield Zijn Zoon niet aan ons.
 
== VoetnootGen. 22:13 ==
[[Bestand:WilgStruik.JPG|miniatuur|347x347px|Voorbeeld van een struik: wilgenstruik, in het voorjaar.]]
<br />
Ge 22:13  Toen hief Abraham zijn ogen op, en zag om, en ziet, achter [hem] werd een ram vastgehouden in struikgewas, bij zijn hoornen; en Abraham ging, en nam die ram, en offerde hem ten brandoffer in de plaats van zijn zoon. (CP<ref name=":0" />)
[[Bestand:Ram hoornen - Markbyzweski.jpg|miniatuur|349x349px|Moeflon, een wild schaap]]
'''Ram.''' Een [[ram]] is een mannelijk schaap.
 
'''Vastgehouden.''' Het Hebreeuwse werkwoord is ''achaz''. Dat betekent, in de werkwoordsstam Niphal: ''gegrepen worden, vastgehouden, afgehandeld''<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. </ref>.
 
'''Struikgewas.''' Het Hebreeuwse woord is סבך, ''sebak ='' struikgewas, van het werkwoord סבך, ''sabak'' = in elkaar vlechten. Het woord sebak heeft het denkbeeld van dicht gewas, dichte takken. De Statenvertaling vertaalt het woord, dat 4x in het Oude Testament voorkomt, door 'verwarde struiken' (3x) en 'dichtigheid' (1x). De NBG51-vertaling heeft 'dicht gewas' ( (1x), 'dichte takken' (1x), 'kreupelhout' (1x, samengenomen met een ander woord), 'struikgewas' (1x).
 
Een grote groep soldaten en tempeldienaars kwamen in Gethsémané om Jezus te grijpen.
 
''Mt 26:47 En terwijl Hij nog sprak, zie Judas, een van de twaalf, kwam en met hem <u>een grote menigte met zwaarden en stokken</u>, van de overpriesters en oudsten van het volk vandaan. Mt 26:48  Nu had hij die Hem overleverde, hun een teken gegeven en gezegd: Die ik zal kussen, Die is het; <u>grijpt Hem</u>! (...) Mt 26:50  ... Toen gingen zij naar Hem toe, sloegen de handen aan Jezus en grepen Hem. (...) Mt 26:55  Op dat ogenblik zei Jezus tot de menigten: Bent u erop uitgegaan als tegen een rover, met <u>zwaarden en stokken</u>, om Mij gevangen te nemen? Dagelijks zat Ik in de tempel te leren, en u hebt Mij niet <u>gegrepen</u>.'' (Telos)
 
''Joh 18:12  De legerafdeling dan en de overste en de dienaars van de Joden grepen Jezus en bonden Hem.'' (Telos)
 
'''Bij zijn hoornen.''' De [[hoorn]] is in de Schrift een zinnebeeld van sterkte, macht, overwinning. Die macht had de Heer Jezus. Zij werd een ogenblik getoond toen hij geconfronteerd werd met de menigte die hem kwam grijpen:
 
''Joh 18:4  Jezus dan, die alles wist wat over Hem zou komen, ging uit en zei tot hen: Wie zoekt u? Joh 18:5  Zij antwoordden Hem: Jezus de Nazoreeer. Jezus zei tot hen: Ik ben het. En Judas, die Hem overleverde, stond ook bij hen. Joh 18:6  <u>Toen Hij dan tot hen zei: Ik ben het, deinsden zij terug en vielen op de grond.</u>'' (Telos)
 
'''In de plaats van zijn zoon.''' Plaatsvervanging zagen wij ook bij de verlossing van Israël uit Egypte: een geslacht lam nam de plaats in van de eerstgeborenen van Israël. Achter het bloed van het lam waren zij veilig.
 
== Gen. 22:14 ==
Ge 22:14  En Abraham noemde den naam van die plaats: De HEERE zal het voorzien! Waarom heden ten dage gezegd wordt: Op den berg des HEEREN zal het voorzien worden! (SV)
'''De HEERE zal het voorzien.''' Hebreeuws: ''Jahweh-jireh''. Deze naam betekent ‘Jahweh heeft gezien’ (Septuagint) of ‘Jahweh heeft voorzien’; of ‘Jahweh zal zien’ of ‘Jahweh zal voorzien’ of ‘Jahweh zal (er naar) omzien’ of ‘Jahweh zal gezien worden’. Sommigen vertalen: 'Op de berg zal de HEER gezien worden'.
 
De woorden Jahweh-jireh maken, naar dat de Hebreeuwse punten gesteld worden, de zin bedrijvend of lijdend. In de bedrijvende zin betekent Jahweh-jireh: ''Jahweh zal zien'', of ''voorzien,'' dat is zorgdragen voor hen die zichzelf en hun belangen aan Hem bevelen. In de lijdende zin betekent Jahweh-jireh: ''Jahweh zal gezien worden'', dat is Hij zal verschijnen en zich vertonen ten behoeve van de zijnen<ref name=":1">Patrik, Polus en Wels, ''de Verklaring van de Geheele Heilige Schrift, door eenigen van de voornaamste Engelsche Godgeleerden'' (18e eeuw). </ref>.
 
In de naam Moria zit waarschijnlijk al een verband met zien, zie [[Moria]]. Het antwoord dat Abraham zijn zoon gaf bevat waarschijnlijk een toespeling op de naam van de berg Moria.
 
''Ge 22:8 En Abraham zei: God zal Zichzelf een lam ten brandoffer voorzien, mijn zoon!'' (CP<ref name=":0" />)
 
Het verband maakt duidelijk dat aan Gods voorzienigheid gedacht moet worden. God voorzag in een ram in de plaats van Izaak.
 
Abraham noemt de naam aldus uit dankbaarheid en/of tot herinnering voor zijn nakomelingen.
 
'''Waarom heden ten dage gezegd wordt: Op den berg des HEEREN zal het voorzien worden!''' De naam werd tot een spreekwoord, dat gebruikt werd door “degenen, die in de uiterste nood zijnd, en geen menselijke uitkomst ziend, zich op de trouwe voorzienigheid Gods verlieten”<ref>Kanttekeningen bij de Statenvertaling. Spelling gemoderniseerd.</ref>.
 
'''Op den berg des HEEREN zal het voorzien worden!''' ''Jahweh jerach'', dus ''jerach'' in plaats van ''jireh'', dat is het lijdende werkwoord in plaats van het werkende (bedrijvende). Dit wijst aan “dat de Heer niet alleen zou zien of voorzien, maar zich ook zo vertonen door zijn voorzien, dat een ieder bespeurde hoe Hij zorg draagt voor allen die Hem vrezen.”<ref name=":1" />
 
In de toekomst zou God voorzien door de gave van Zijn Zoon; Hij zou Zijn zoon zenden als zoenoffer voor onze zonden. God voorzag ons op Golgotha, een uitloper van de berg [[Moria]], van een plaatsvervangend offer. God ziet èn voorziet voor de zijnen.
 
Jezus, "U stierf eens des zondaars dood; o, wat is uw liefde groot."<ref>Uit: ''Geestelijke liederen'', lied 31, 2e couplet.</ref>
 
== Gen. 22:16 ==
Ge 22:16  En zeide: Ik zweer bij Mijzelven, spreekt de HEERE; daarom dat gij deze zaak gedaan hebt, en uw zoon, uw enige, niet onthouden hebt; (Telos)
'''Uw zoon, uw enige.'''
 
''Ge 22:2  En Hij zei: Neem nu <u>uw zoon, uw enige</u>, dien u liefhebt, Izak, en ga heen naar het land [[Moria]], en offer hem aldaar tot een brandoffer, op een van de bergen, die Ik u zeggen zal.'' (CP<ref name=":0" />)
 
'''Niet onthouden hebt.''' God de Vader heeft zijn Zoon ons niet onthouden.
 
== Gen. 22:17 ==
Ge 22:17  Voorzeker zal Ik u rijk zegenen, en uw zaad zeer vermenigvuldigen, als de sterren van de hemel, en als het zand dat aan de oever van de zee is; en uw zaad zal de poort van zijn vijanden erfelijk bezitten. (CP<ref name=":0" />)
'''Als de sterren des hemels, en als het zand, dat aan de oever van de zee is.'''
 
''Ge 15:5  Toen leidde Hij hem uit naar buiten, en zeide: Zie nu op naar den hemel, en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt; en Hij zeide tot hem: Zo zal uw zaad zijn! (SV)''
 
Stellen de zandkorrels de lijfelijke nakomelingen voor, de [[sterren]] stellen de geestelijke nakomelingen voor. Immers, gelovigen in Christus zijn geestelijke nakomelingen van Abraham. Zij zijn lichtpunten in de wereld (zie [[Licht]]).
 
''Flp 2:15  opdat gij onberispelijk en onbesmet moogt zijn, onbesproken kinderen Gods te midden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in de wereld,'' (NBG51)
 
'''Uw zaad zal de poort van zijn vijanden erfelijk bezitten.''' Steden van vijandige volken in bezit krijgen. Dat is gebeurt tijdens de verovering van Kanaän en het zal gebeuren in de toekomst, wanneer het rijk van Israël zich zal uitstrekken van de beek van Egypte tot de [[Eufraat]]. Zie [[Toekomst van Israël]].
 
== Gen. 22:18 ==
Ge 22:18  En in uw zaad zullen gezegend worden alle volken der aarde, naardien gij Mijn stem gehoorzaam geweest zijt. (SV)
'''In uw zaad zullen gezegend worden alle volken der aarde.''' Bovenal in hét zaad van Abraham, dat is de Heer Jezus.
 
''Mt 1:1  Geslachtsregister van Jezus Christus, Zoon van David, <u>Zoon van Abraham</u>.'' (Telos)
 
== Voetnoten ==