Genesis/Hoofdstuk 22: verschil tussen versies

4.619 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Gen. 22:2 == Ge 22:2  En Hij zei: Neem nu uw zoon, uw enige, dien u liefhebt, Izak, en ga heen naar het land Moria, en offer hem...')
 
Regel 1:
{{Commentaar hoofdstuk}}
 
== Gen. 22:1 ==
Ge 22:1  En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham verzocht; en Hij zeide tot hem: Abraham! En hij zeide: Zie, [hier] ben ik! (SV)
'''Verzocht.''' D.i. op de proef stelde. God verzoekt niet, Jak. 1:13-14.
 
== Gen. 22:2 ==
Regel 35 ⟶ 39:
== Gen. 22:6 ==
Ge 22:6  En Abraham nam het hout des brandoffers, en legde het op Izak, zijn zoon; en hij nam het vuur en het mes in zijn hand, en zij beiden gingen samen. (SV)
'''Abraham nam het hout des brandoffers, en legde het op Izak, zijn zoon.''' Jezus onderwierp zich in Gethsemané aan de wil van zijn Vader. Izak droeg het hout, waarop hij geofferd moest worden; Jezus droeg het kruis waaraan hij geofferd zou worden.
 
''Joh 19:17  en terwijl <u>Hijzelf zijn kruis droeg</u>, ging Hij uit naar de plaats die Schedel plaats heet, die in het Hebreeuws Golgotha heet,'' (Telos)
Regel 64 ⟶ 68:
 
''Heb 11:17  Door het geloof heeft Abraham, toen hij beproefd werd, Izaak geofferd, en hij die de beloften aangenomen had, offerde zijn eniggeborene, Heb 11:18  van wie gesproken was: ‘In Izaak zal uw nageslacht genoemd worden’. Hij heeft overwogen, dat God machtig was hem zelfs uit de doden op te wekken,'' (Telos)
 
Hoewel de slachting belet werd (vers 22v), zag God de zoon van Abraham, die op het altaar lag, als een offer aan.
 
''Jak 2:21  Is onze vader Abraham niet op grond van werken gerechtvaardigd, toen hij zijn zoon Izaak op het altaar geofferd had?'' (Telos)
 
== Gen. 22:11 ==
Regel 85 ⟶ 93:
'''Mij niet hebt onthouden.''' God Zelf onthield Zijn Zoon niet aan ons.
 
== VoetnootGen. 22:13 ==
[[Bestand:WilgStruik.JPG|miniatuur|347x347px|Voorbeeld van een struik: wilgenstruik, in het voorjaar.]]
<br />
Ge 22:13  Toen hief Abraham zijn ogen op, en zag om, en ziet, achter [hem] werd een ram vastgehouden in een struik, bij zijn hoornen; en Abraham ging, en nam die ram, en offerde hem ten brandoffer in de plaats van zijn zoon. (CP<ref name=":0" />)
[[Bestand:Ram hoornen - Markbyzweski.jpg|miniatuur|349x349px|Moeflon, een wild schaap]]
'''Werd een ram vastgehouden in een struik, bij zijn hoornen.''' Een [[ram]] is een mannelijk schaap. Het Hebreeuwse werkwoord is ''achaz''. Dat betekent, in de werkwoordsstam Niphal: ''gegrepen worden, vastgehouden, afgehandeld''<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. </ref>.
 
Een groep soldaten en tempeldienaars kwamen in Gethsémané om Jezus te grijpen.
 
''Mt 26:50  Jezus echter zei tot hem: Vriend, waarvoor ben je hier? Toen gingen zij naar Hem toe, sloegen de handen aan Jezus en grepen Hem.'' (Telos)
 
''Joh 18:12  De legerafdeling dan en de overste en de dienaars van de Joden grepen Jezus en bonden Hem.'' (Telos)
 
'''In de plaats van zijn zoon.''' Plaatsvervanging zagen wij ook bij de verlossing van Israël uit Egypte: een geslacht lam nam de plaats in van de eerstgeborenen van Israël. Achter het bloed van het lam waren zij veilig.
 
== Gen. 22:14 ==
Ge 22:14  En Abraham noemde den naam van die plaats: De HEERE zal het voorzien! Waarom heden ten dage gezegd wordt: Op den berg des HEEREN zal het voorzien worden! (SV)
God voorzag ons op Golgotha, een uitloper van de berg [[Moria]], van een plaatsvervangend offer.
 
Jezus, "U stierf eens des zondaars dood; o, wat is uw liefde groot."<ref>Uit: ''Geestelijke liederen'', lied 31, 2e couplet.</ref>
 
== Gen. 22:16 ==
Ge 22:16  En zeide: Ik zweer bij Mijzelven, spreekt de HEERE; daarom dat gij deze zaak gedaan hebt, en uw zoon, uw enige, niet onthouden hebt; (Telos)
'''Uw zoon, uw enige.'''
 
''Ge 22:2  En Hij zei: Neem nu <u>uw zoon, uw enige</u>, dien u liefhebt, Izak, en ga heen naar het land [[Moria]], en offer hem aldaar tot een brandoffer, op een van de bergen, die Ik u zeggen zal.'' (CP<ref name=":0" />)
 
'''Niet onthouden hebt.''' God de Vader heeft zijn Zoon ons niet onthouden.
 
== Gen. 22:17 ==
Ge 22:17  Voorzeker zal Ik u rijk zegenen, en uw zaad zeer vermenigvuldigen, als de sterren van de hemel, en als het zand dat aan de oever van de zee is; en uw zaad zal de poort van zijn vijanden erfelijk bezitten. (CP<ref name=":0" />)
'''Als de sterren des hemels, en als het zand, dat aan de oever van de zee is.'''
 
''Ge 15:5  Toen leidde Hij hem uit naar buiten, en zeide: Zie nu op naar den hemel, en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt; en Hij zeide tot hem: Zo zal uw zaad zijn! (SV)''
 
Stellen de zandkorrels de lijfelijke nakomelingen voor, de [[sterren]] stellen de geestelijke nakomelingen voor. Immers, gelovigen in Christus zijn geestelijke nakomelingen van Abraham. Zij zijn lichtpunten in de wereld (zie [[Licht]]).
 
''Flp 2:15  opdat gij onberispelijk en onbesmet moogt zijn, onbesproken kinderen Gods te midden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in de wereld,'' (NBG51)
 
'''Uw zaad zal de poort van zijn vijanden erfelijk bezitten.''' Steden van vijandige volken in bezit krijgen. Dat is gebeurt tijdens de verovering van Kanaän en het zal gebeuren in de toekomst, wanneer het rijk van Israël zich zal uitstrekken van de beek van Egypte tot de [[Eufraat]]. Zie [[Toekomst van Israël]].
 
== Gen. 22:18 ==
Ge 22:18  En in uw zaad zullen gezegend worden alle volken der aarde, naardien gij Mijn stem gehoorzaam geweest zijt. (SV)
'''In uw zaad zullen gezegend worden alle volken der aarde.''' Bovenal in hét zaad van Abraham, dat is de Heer Jezus.
 
''Mt 1:1  Geslachtsregister van Jezus Christus, Zoon van David, <u>Zoon van Abraham</u>.'' (Telos)
 
== Voetnoten ==