Godheid van Jezus Christus

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 26 aug 2016 om 08:19 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'De '''Godheid van Jezus Christus''' is Zijn God-zijn. Jezus Christus is een goddelijk Persoon, hij is God, evenals de Vader en de Heilige Geest. De Heer Jezus is...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

De Godheid van Jezus Christus is Zijn God-zijn. Jezus Christus is een goddelijk Persoon, hij is God, evenals de Vader en de Heilige Geest. De Heer Jezus is de waarachtige God (1 Joh. 5:20). We kunnen Hem de tweede Persoon in de Godheid noemen.

Dikwijls wordt geleerd, dat de Heer Jezus wel de Zoon van God is, maar niet God zelf is. De volgende Schriftplaatsen bewijzen dat Hij "God is over alles, geprezen tot in eeuwigheid." (Rom. 9:5)

Jes 9:6 (9-5) Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst; (SV)

Joh 1:1 In het begin was het Woord; en het Woord was bij God, en het Woord was God. (TELOS)

Flp 2:6 die in de gestalte van God zijnde het geen roof geacht heeft God gelijk te zijn, (TELOS)

Mt 1:23 ‘Zie, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en men zal Hem de naam Emmanuel geven’, dat is vertaald: God met ons. (TELOS)

Joh 5:17 Maar Jezus antwoordde hun: Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook. (TELOS)

Joh 10:30 Ik en de Vader zijn een. (TELOS)

Joh 10:33 De Joden antwoordden Hem: Niet om een goed werk stenigen wij u, maar om lastering en omdat U die een mens bent, Uzelf God maakt. (TELOS)

Joh 14:1 Laat uw hart niet ontroerd worden. U gelooft in God, gelooft ook in Mij. (TELOS)

1Jo 5:20 En wij weten dat de Zoon van God gekomen is en ons het verstand gegeven heeft, opdat wij de Waarachtige kennen; en wij zijn in de Waarachtige, in zijn Zoon Jezus Christus. Deze is de waarachtige God en het eeuwige leven. (TELOS)

Joh 20:28 Thomas antwoordde en zei tot Hem: Mijn Heer en mijn God! (TELOS)

Ro 9:5 tot hen behoren de vaderen, en uit hen is naar het vlees de Christus, die God is over alles, gezegend tot in eeuwigheid. Amen. (TELOS)

Tit 2:13 in de verwachting van de gelukkige hoop en verschijning van de heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Jezus Christus, (TELOS)

2Pe 1:1 Simon Petrus, slaaf en apostel van Jezus Christus, aan hen die een even kostbaar geloof als wij verkregen hebben door de gerechtigheid van onze God en Heiland Jezus Christus: (TELOS)

Heb 1:8 maar van de Zoon: ‘Uw troon, O God, is tot in alle eeuwigheid en de scepter van de rechtmatigheid is de scepter van uw koningschap. Heb 1:9 U hebt gerechtigheid liefgehad en wetteloosheid gehaat; daarom heeft God, uw God, u gezalfd met vreugdeolie boven uw metgezellen’. (TELOS) Vgl. Ps 45:6 (45:7) Uw troon, o God, bestaat eeuwig en altijd; de scepter van Uw Koninkrijk is een scepter van rechtvaardigheid. (HSV)

Het leven en de dood van Socrates zijn die van een wijze, maar het leven en de dood van Jezus zijn die van een God.(J.J. Rousseau, 18e eeuw)

Jes 40:9  O Sion, gij verkondigster van goede boodschap, klim op een hogen berg; o Jeruzalem, gij verkondigster van goede boodschap, hef uw stem op met macht, hef ze op, vrees niet, zeg den steden van Juda: Zie [hier] is uw God! 

Jes 40:10 Ziet, de Heere HEERE zal komen tegen den sterke, en Zijn arm zal heersen; ziet, Zijn loon is bij Hem, en Zijn arbeidsloon is voor Zijn aangezicht. 

Jes 40:11 Hij zal Zijn kudde weiden gelijk een herder; Hij zal de lammeren in Zijn armen vergaderen, en in Zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtjes leiden. 

(SV)

De Heer Jezus heeft gezegd: "Ik ben de goede herder". Het evangelie, de 'goede boodschap', betreft Hem. Hij zal komen, Zijn arm zal heersen. Hij geeft loon.

Eeuwigheid. Hij was van eeuwigheid in de hemel:

Spr. 8 : 23 van eeuwigheid af gezalfd 

Jes 9:6 (9-5) Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God,Vader der eeuwigheid, Vredevorst; (SV)

Joh. 1 : 18 die in de schoot des Vaders is

Joh. 3 : 13 die in de hemel is (dit terwijl Hij op aarde was) 

Joh. 17 : 5 Zijn heerlijkheid bezat Hij eer de wereld was

Daarom kon Hij vanuit zijn hemelse positie een ongewone gestalte aannemen:

Fil. 2 : 7 de gestalte van een slaaf aannemende

Onveranderlijk. Hij is Dezelfde, onveranderlijk. Hebr. 13:8; vgl. Jes. 41:4, 48:12.

Alomtegenwoordig. Jezus is alomtegenwoordig. God zegt op diverse plaatsen in het Oude Testament: "Ik ben met u!" (Gen. 26:24; 28:15; Deut. 31:23; Ri 6:16; 2 Sam. 7:9; 1 Kron. 17:8; Jes. 41:10; 43:5; Jer. 1:8, 19; 15:20; 30:11; 42:11; 46:28; Hag. 1:13; 2:4  Bijvoorbeeld:

Deut. 31:23 ... want gij zult de kinderen Israëls inbrengen in het land ... en Ik zal met zijn. (SV)

Hag 1:13 Daarop sprak Haggaï, de bode van de HEERE, krachtens de boodschap van de HEERE tot het volk: Ik ben met u, spreekt de HEERE. (HSV)

Mt 1:23 ‘Zie, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en men zal Hem de naam Emmanuel geven’, dat is vertaald: God met ons. (TELOS)

Ook de Heer Jezus heeft gezegd 'Ik ben met u'.

Mt 28:20 En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld. 

Hnd 18:10 want Ik ben met u en niemand zal het op u toeleggen om u kwaad te doen, want Ik heb veel volk in deze stad. 

(TELOS)

Jezus' belofte en verzekering 'Ik ben met u' heeft alleen zin als Hij alomtegenwoordig is, overal kan zijn, tegelijk tal van mensen nabij kan zijn.

Joh 14:23 Jezus antwoordde en zei tot hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren, en mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en woning bij hem maken. (TELOS)

Schepper. Als God is Jezus tevens de Schepper:

Gen. 1 : 26 laat ons (meervoud) mensen maken

Joh. 1: 3 alle dingen zijn door Hem geworden

Kol. 1 : 16 door Hem zijn alle dingen geschapen

Hebr. 1 : 2 door wie Hij ook de werelden gemaakt heeft

Heb 1:10 En ‘U, Heer, hebt in het begin de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn werken van uw handen. 

Heb 1:11 Zij zullen vergaan, maar U blijft;

Heb 1:12 en zij zullen alle als een kleed verouderen, en als een mantel zult U ze samenrollen en als een kleed zullen zij veranderd worden; maar U bent Dezelfde en uw jaren zullen niet ophouden’.

(TELOS)

Bron van Leven. Hij is het leven.

Joh 14:6 Jezus zei tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. (TELOS)

Onderhouder van de schepselen. Hij is het 'die alle dingen draagt door het woord van Zijn kracht'

Heb 1:3 Deze, die de uitstraling is van zijn heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen en die alle dingen draagt door het woord van zijn kracht, is, nadat Hij door Zichzelf de reiniging van de zonden tot stand heeft gebracht, gaan zitten aan de rechterhand van de Majesteit in de hoge, (TELOS)

Waarheid. Evenals God is Jezus de waarheid.

Deut. 32:4 ... al zijn wegen zijn recht. God is waarheid en geen onrecht, rechtvaardig en waarachtig is Hij. (HSV)

Joh 14:6 Jezus zei tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. (TELOS)

Bron van genade, barmhartigheid en vrede. Evenals de Vader is Jezus een bron van genade, barmhartigheid en vrede.

2Ti 1:2 aan Timotheus, mijn geliefd kind: genade, barmhartigheid, vrede van God de Vader en van Christus Jezus, onze Heer. (TELOS)

Voorwerp van goddelijke verering. Hij ontving een aanbidding die alleen God waard is. Een samaritaan, een blindgeborene, de discipel Thomas en engelen aanbaden/aanbidden Hem. Mensen en engelen mogen niet aangebeden worden.

Luk. 17 : 16 hij (de samaritaan) viel op zijn aangezicht aan Zijn voeten

Joh. 9 : 38 hij (de blindgeborene) aanbad Hem

Joh. 20 : 28 Thomas zei: "mijn Heer en mijn God"

Hebr. 1 : 6 dat alle engelen Gods Hem aanbidden

Hand. 14:13-15 mensen mogen niet aan gebeden worden

Openb. 22 : 8-9 engelen mogen niet aangebeden worden

De Zoon des mensen (een benaming van de Messias) in Dan. 7 heeft goddelijke trekken.

Da 7:13 Ik keek toe in de nachtvisioenen, en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon. Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbijkomen. 

Da 7:14 Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die [Hem] niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan.

Da 7:27 Maar het koningschap en de heerschappij en de grootheid van de koninkrijken onder heel de hemel zullen gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste. Zijn koninkrijk zal een eeuwig koninkrijk zijn, en alles wat heerschappij heeft, zal Hem eren en gehoorzamen.

(HSV)

De uitdrukking "met de wolken van de hemel" wordt in het Oude Testament alleen gebruikt voor een goddelijk wezen. Het hebreeuwse werkwoord pelach in de verzen 14 en 27 vertaald door 'vereren' en 'eren' verwijst in de Bijbels Aramees altijd naar goddelijke verering, d.i. aanbidding gericht op God of goden. Het werkwoord komt 8x voor in Daniël. De Mensenzoon is een goddelijke figuur[1].

Vergeeft zonden. Hij kon zonden vergeven en verleende zelf bevoegheid om te vergeven:

Matth. 9:2 enz. van een verlamde

Luk.7 : 48-49 van een vrouw

Joh 20:23 Wie u ook de zonden vergeeft, zij zijn hun vergeven; wie u ook de zonden houdt, zij zijn hun gehouden.

Genezer. Alleen God kon melaatsheid genezen. Jezus kon een melaatse aanra­ken en genezen, zonder besmet te worden:

2 Kon. 5 : 7 alleen God kon van melaatsheid genezen

Mark. 1 : 41 de melaatsheid week bij één persoon

Luk. 17 : 11-19 de melaatsheid week bij tien personen

Wekt doden op. Jezus kon als oorsprong van het leven doden opwekken:

Luk. 7 : 14 een zoon wekte Hij op uit de doden op weg naar het graf

Luk. 8 : 55 een meisje wekte Hij op uit de doden, dat nog in het sterfhuis lag

Joh. 11 : 44 een vriend, wekte Hij op, die al vier dagen in het graf lag

Zoon van God. De Heer Jezus wordt Zoon van God genoemd in: Mattheus 14 : 33; Markus 1 : 1; Lukas 3 : 38; Johannes 9 : 35 en in 1 Johannes wordt Hij 22 maal Zoon of Zoon van God genoemd.

Kwestie

Vooral in de vroege kerk is veel over de Godheid van Jezus Christus getwist. Het zogenaamde Arianisme (afkomstig van Arius) verwerpt de gedachte dat Jezus even Goddelijk was als God de Vader. In het eerste concilie, gehouden te Nicea in 325, hakt de Romeinse christelijke keizer Constantijn de knoop door: Jezus is de Zoon van God en ook God zelf. Hier wordt eigenlijk de Drie-Eenheid van God bepaald. Later kwam het Arianisme toch weer op en werd het in 381, onder Theodosius' regering, in Constantinopel onderdrukt.

In onze tijd komt weer een vorm van Arianisme op, bij mensen die zeggen dat Jezus niet evenveel God is als Jahweh. Ook geloven velen dat de Heilige Geest minder is dan God.

Veel mensen geloven wel dat Jezus geleefd heeft en dat Hij een wijs leraar was, maar niet dat Hij God was. Daartegenover stelde C.S. Lewis: "Ik probeer hier te voorkomen dat iemand de werkelijk dwaze uitspraak doet die mensen vaak over Hem doen: 'Ik ben bereid om Jezus te accepteren als een groots moreel leraar, maar ik accepteer niet zijn claim dat Hij God is'. Dat is de éne uitspraak die we niet kunnen doen. Een man die niets meer was dan dat, een man, maar die het soort dingen zei die Jezus zei zou geen groots moreel leraar zijn. Hij zou ofwel een gek zijn - op het niveau van de man die beweert een gekookt ei te zijn - ofwel de Duivel van de Hel. Je moet een keuze maken. Of deze man was, en is, de Zoon van God; of hij was een gek of iets ergers. Je kan Hem opsluiten als een idioot, je kan naar Hem spugen en Hem als een demon opsluiten; of je kan aan zijn voeten neervallen en Hem Heer en God noemen. Maar laten we niet beginnen met die neerbuigende onzin over wat een groots menselijk leermeester Hij was. Hij heeft die optie niet aan ons opengelaten. Dat was niet zijn bedoeling." 

(uit: Onversneden Christendom, oorspr. Eng. Mere Christianity)

Bronnen

H. Moll, Wat zegt Gods Woord over …? Deel 4 (Oostburg: Uitgeverij Pieters, z.j.), blz. 8. Hieruit is, onder toestemming, in mei 2011 tekst vewerkt. 

H. Moll, Wat zegt Gods Woord over …? Deel 1 (Oostburg: Uitgeverij Pieters, z.j.), blz. 8. Hieruit is, onder toestemming, op 30 april 2013 tekst vewerkt.

Voetnoot