Handelingen 21: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 35: Regel 35:
==26==
==26==
<onlyinclude><sup>26</sup> Toen nam Paulus de mannen mee en na zich de volgende dag met hen te hebben gereinigd ging hij in de tempel en kondigde aan dat de dagen van hun reiniging zouden zijn vervuld wanneer voor ieder van hen de offerande was gebracht.</onlyinclude>(Telos)
<onlyinclude><sup>26</sup> Toen nam Paulus de mannen mee en na zich de volgende dag met hen te hebben gereinigd ging hij in de tempel en kondigde aan dat de dagen van hun reiniging zouden zijn vervuld wanneer voor ieder van hen de offerande was gebracht.</onlyinclude>(Telos)
Een duidelijk geval van "de Joden worden als een Jood". <blockquote>''1Co 9:20 En ik ben de Joden geworden als een Jood, om de Joden te winnen; hun die onder de wet zijn, als onder de wet (hoewel ik zelf niet onder de wet ben), om hen die onder de wet zijn te winnen; (TELOS)''</blockquote>
Een duidelijk geval van "de Joden worden als een Jood". <blockquote>''1Co 9:20 En ik ben de Joden geworden als een Jood, om de Joden te winnen; hun die onder de wet zijn, als onder de wet (hoewel ik zelf niet onder de wet ben), om hen die onder de wet zijn te winnen; (TELOS)''</blockquote>'''De dagen van hun reiniging.''' Zeven in getal (27).

== 27 ==
<onlyinclude><sup>27</sup> Toen nu de zeven dagen ten einde liepen, zagen de Joden uit [[Asia]] hem in de tempel, en zij brachten de hele menigte in opschudding en sloegen de handen aan hem </onlyinclude>(Telos)
'''De zeven dagen.''' Van de reiniging der nazireeërs (26). Een ander uitlegging is: de zeven dagen die aan het Pinksterfeest vooraf gingen en vooral tot voorbereiding daartoe voor de feestreizigers uit het buitenland dienden<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901).  </ref>.

'''Asia.''' De Romeinse provincie waar Paulus veel tijd heeft doorgebracht met evangeliseren en onderwijzen.

'''Opschudding.''' Die zelfs de hele stad in rep en roer bracht en tot een volksoploop leidde (30).

== 28 ==
<onlyinclude><sup>28</sup> en schreeuwden: Mannen van Israel, helpt! Dit is de mens die allen overal leert tegen het volk en de wet en deze plaats; en bovendien heeft hij ook Grieken in de tempel gebracht en deze heilige plaats ontheiligd. </onlyinclude>(Telos)
'''Die allen overal leert tegen het volk en de wet en deze plaats.''' Dit is een valse beschuldiging tegen Paulus. Hij was niet tegen het volk der Joden; integendeel, hij had hen lief. <blockquote>''Ro 9:3  Want zelf heb ik gewenst door een vloek gescheiden te zijn van Christus ter wille van mijn broeders, mijn verwanten naar het vlees.'' (Telos)</blockquote>Hij was niet tegen de wet. <blockquote>''Ro 7:12  De wet is dus heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.'' (Telos)</blockquote>Hij was niet tegen 'deze heilige plaats', de tempel, ofschoon hij leerde dat de gemeente een tempel van God is in de Heilige Geest. <blockquote>''1Co 3:16  Weet u niet, dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont?'' (Telos)</blockquote><blockquote>''2Co 6:16  En welke overeenkomst heeft Gods tempel met afgoden? Want wij zijn de tempel van de levende God, zoals God gezegd heeft; ‘Ik zal onder hen wonen en wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn’.'' (Telos)</blockquote>'''Deze heilige plaats.''' De tempel van God (27, 29).

'''Grieken.''' Meervoud, terwijl ze misschien alleen Trofimus hadden gezien, met Paulus ergens in de stad (29). Verontwaardiging, woede overdrijft.

29  Want zij hadden tevoren de Efezier Trofimus met hem in de stad gezien, van wie zij meenden dat Paulus hem in de tempel had gebracht.

30  En de hele stad kwam in rep en roer en er ontstond een volksoploop; en zij grepen Paulus en sleepten hem buiten de tempel, en terstond werden de deuren gesloten.

31  En terwijl zij hem trachtten te doden, werd aan de overste van de legerafdeling gemeld dat heel Jeruzalem in verwarring was;

32  deze nam onmiddellijk soldaten en hoofdlieden met zich mee en liep snel op hen af. Toen zij nu de overste en de soldaten zagen, hielden zij op Paulus te slaan.

33  Toen naderde de overste, greep hem en beval hem met twee ketenen te boeien; en hij vroeg wie hij was en wat hij had gedaan.

34  In de menigte nu riepen sommigen dit, anderen dat; en daar hij het rechte niet te weten kon komen vanwege het tumult, beval hij hem in de legerplaats te brengen.

35  En toen hij bij de trappen was, gebeurde het dat hij door de soldaten werd gedragen vanwege het geweld van de menigte.

== Voetnoot ==