Handelingen 2, een hoofdstuk van het boek Handelingen van de Apostelen, wordt hieronder samengevat en/of becommentarieerd. Op Christipedia samengevat en/of becommentarieerd zijn de hoofdstukken:

Handelingen: 1 · .

2

2 En er kwam plotseling uit de hemel een geluid als van een geweldige, voortgedreven wind en deze vulde het hele huis waar zij zaten. (Telos) 

Als van een ... wind. De beloofde komst van de Heilige Geest gaat gepaard met het geluid als van een sterke wind. Over het verband tussen Geest en wind, zie Heilige Geest, § Wind.

Het geluid werd ook door buitenstaanders gehoord (vs. 6).

Deze vulde het hele huis waar zij zaten. Waarna hij de harten van de leerlingen zal vullen.

3

3  En er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen. (Telos)

Tongen als van vuur. Dat doet denken aan de voorzegging van Johannes de Doper (Matth. 3:11; Luk.3:16):

Mt 3:11  Ik doop u wel met water tot bekering; maar Hij die na mij komt, is sterker dan ik, Wiens sandalen ik niet waard ben te dragen; Hij zal u dopen met de Heilige Geest en vuur; (Telos)

Sommige uitlegger maken echter onderscheid tussen de Heilige Geest en vuur. Het vuur spreekt van een verterend oordeel. Dit neemt niet weg dat de komst van Geest een vurig verschijnsel was. Het verschijnsel op de pinksterdag doet ook denken aan de neerdaling van God op de berg Sinaï: Hij "kwam neer in vuur".

Ex 19:16 En het geschiedde op den derden dag, toen het morgen was, dat er op den berg donderen en bliksemen waren, en een zware wolk, en het geluid ener zeer sterke bazuin, zodat al het volk verschrikte, dat in het leger was. Ex 19:17  En Mozes leidde het volk uit het leger, Gode tegemoet; en zij stonden aan het onderste des bergs.  Ex 19:18  En de ganse berg Sinaï rookte, omdat de HEERE op denzelven nederkwam in vuur; en zijn rook ging op, als de rook van een oven; en de ganse berg beefde zeer. (SV)

De Engel des HEEREN was eerder aan Mozes verschenen "in een vuurvlam".

Ex 3:2  En de Engel des HEEREN verscheen hem in een vuurvlam uit het midden van een braambos; en hij zag, en ziet, het braambos brandde in het vuur, en het braambos werd niet verteerd. (Telos)

Onze God is een verterend vuur. Een heilig Wezen nam zijn intrek in de leerlingen. Zij werden niet verteerd, doordat zij gerechtvaardigd waren door het geloof en geheiligd door Jezus' bloed. Zij werden vol van de Geest en "vurig van geest".

Die zich verdeelden. Het schijnt dat de vuurtongen eerst zich voor het ogen van leerlingen als een verzameling vertoonden en zich vervolgens over hen verdeelden. Eén Geest nam zijn intrek in hen allen.

 

Voor de troon van God zijn "zeven Geesten" (Opb. 1:4, 4:5), voorgesteld door zeven vurige fakkels.

Opb 4:5  En van de troon gingen bliksemstralen, stemmen en donderslagen uit; en zeven vurige fakkels brandden voor de troon; dit zijn de zeven Geesten van God. (Telos)

Zie ook Heilige Geest, § Vuurvlam.

4

4 En zij werden allen vervuld met [de] Heilige Geest en ze begonnen in andere talen te spreken, zoals de Geest hun gaf uit te spreken. (Telos)  

Vervuld met Heilige Geest. Eerst de ruimte van hun verblijf (vs. 2), vervolgens de ruimte van hun hart.

In andere talen te spreken. Bestaande talen, zo blijkt uit vers 7, talen van de toegestroomde mensen. Talen die de leerlingen van Jezus niet kenden, maar die de Geest wel kende.

6

6 Toen nu dit geluid was ontstaan, kwam de volksmenigte samen en raakte in verwarring, want ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken. (Telos) 

Dit geluid. Niet iets dat tussen de oren van de discipelen was, maar dat door buitenstaanders vernomen was.

In verwarring. En buiten zichzelf (7). Het vreemde verschijnsel verwonderde hen (7), raakte hen, ging hun verstand te boven, bracht hen in verwarring, ze hadden er niet direct een verklaring voor. Het waren geen geleerden die spraken, maar mensen uit Galilea (7), dat achterstond bij Juda.

11

11 Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze talen over de grote daden van God spreken. (Telos) 

Over de grote daden van God spreken. Petrus deed dat ook. Vergelijk met wat hij in zijn eerste brief schreef:

1Pe 2:9  U echter bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilige natie, een volk tot een eigendom, opdat u de deugden verkondigt van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht, (Telos)

14

Hnd 2:14  Petrus echter stond op met de elf, verhief zijn stem en sprak hen toe: Joodse mannen en u allen die in Jeruzalem woont, dit zij u bekend en leent het oor aan mijn woorden. (Telos)

Petrus echter stond op ..., verhef zijn stem en sprak hen toe. Moed en vrijmoedigheid heeft hij nu om te getuigen van de opgestane Messias. Welk een tegenstelling met zijn bangheid in de voorhof van de hogepriester, toen hij Jezus verloochende. Ook in Hand 4:8v. spreekt Petrus vrijmoedig en onbeschroomd.

41

Hnd 2:41  Zij dan die zijn woord aannamen, werden gedoopt, en er werden op die dag ongeveer drieduizend zielen toegevoegd. (Telos)

Drieduizend zielen toegevoegd. Dit is een wonderbare figuurlijke visvangst. Na de wonderbare letterlijke visvangst bij de roeping van Simon en zijn metgezellen Jakobus en Johannes, had de Heer tot Simon gezegd: "Wees niet bang, van nu aan zul je mensen vangen." (Luk. 5:10)