Handelingen van de Apostelen/Onderwerpen

Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 17 dec 2023 om 20:19 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Onderwerpen}} == Godheid van de Zoon == De Godheid van de Zoon zowel als van de Heilige Geest wordt met duidelijke woorden in dit boek geleerd. De ''Godheid van de Zoon'', onzen Heer Jezus Christus, blijkt uit de overgave door Stefanus van zijn geest aan de Heer Jezus en zijn bede om aan zijn tegenstanders hun zonde niet toe te rekenen.<blockquote>''Hnd 7:59  En zij stenigden Stefanus, die de Heer aanriep en zei: Heer Jezus, ontvang mijn geest. Hnd 7:60 ...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Handelingen van de Apostelen > Onderwerpen

Onderwerpen uit het Bijbelboek Handelingen van de Apostelen worden hier behandeld, in alfabetische volgorde.

Godheid van de Zoon

De Godheid van de Zoon zowel als van de Heilige Geest wordt met duidelijke woorden in dit boek geleerd. De Godheid van de Zoon, onzen Heer Jezus Christus, blijkt uit de overgave door Stefanus van zijn geest aan de Heer Jezus en zijn bede om aan zijn tegenstanders hun zonde niet toe te rekenen.

Hnd 7:59  En zij stenigden Stefanus, die de Heer aanriep en zei: Heer Jezus, ontvang mijn geest. Hnd 7:60  En terwijl hij neerknielde, riep hij met luider stem: Heer, reken hun deze zonde niet toe. En toen hij dit gezegd had, ontsliep hij. (Telos)

Ananias spreekt van het gebed tot Christus als een kenmerk van de christen[1].

Hnd 9:13  Ananias echter antwoordde: Heer, ik heb van velen over deze man gehoord, hoeveel kwaad hij uw heiligen in Jeruzalem heeft aangedaan; Hnd 9:14  en hier heeft hij volmacht van de overpriesters om allen die uw naam aanroepen te boeien. (Telos)

Petrus spreekt van Christus als een Heer van allen

Hnd 10:36  Het woord dat Hij aan de zonen van Israel heeft gezonden, toen Hij vrede verkondigde door Jezus Christus - Deze is aller Heer -: (Telos)

Vergelijk ook 14«: 23; 20: 32 en 20: 28. Het verdient onze aandacht dat het woord „Heer” in dit boek nu eens aan God de Vader, dan weer aan God de Zoon wordt gegeven. (Zie hoofdstuk 10: 36; 9: 34, 35, 42; 11: 16, 20, 21, 23 en 13: 2, 7, 10—12, 48).

Godheid van de Heilige Geest

Omtrent de Godheid van de Heiligen Geest vinden wij ook duidelijke verklaringen. Verg. het 3e en 4e vers van hoofdstuk 5, waar de Heilige Geest „God” genoemd wordt.

Hnd 5:3  Petrus echter zei: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld om te liegen tegen de Heilige Geest en van de opbrengst van het land achter te houden? Hnd 5:4  Als het onverkocht was gebleven, bleef het niet van u en was na de verkoop de opbrengst niet in uw macht? Waarom hebt u zich deze daad in uw hart voorgenomen? U hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God. (Telos)

Hij dien Paulus de Heilige Geest noemt, wordt door Jesaja verklaard de Heer te zijn.

Hnd 28:25  En onder elkaar onenig gingen zij weg, nadat Paulus dit ene woord had gezegd: Terecht heeft de Heilige Geest door de profeet Jesaja tot uw vaderen de woorden gesproken: Hnd 28:26  ‘Ga tot dit volk en zeg: Met het gehoor zult u horen en geenszins verstaan, en kijkend zult u kijken en geenszins zien; Hnd 28:27  want het hart van dit volk is vet geworden en hun oren zijn hardhorend geworden en hun ogen hebben zij gesloten, opdat zij niet misschien met hun ogen zien en met hun oren horen en met hun hart verstaan en zich bekeren, en Ik hen gezond maak’. (Telos)

Bewijzen voor het wezen van de Heiligen Geest als één met de Vader en nochtans op Zichzelf bestaande, vinden wij in hoofdstuk 8: 20; 10: 19; 13: 2; 26: 7; 20: 28.

  1. Vgl. 1Co 1:2  ... allen, in elke plaats, die de naam van onze Heer Jezus Christus aanroepen