Havila: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
'''Havila,''' ''Chawila'' of ''Chavila'' verwijst in de Bijbel naar twee personen en gewest.
'''Havila,''' ''Chawila'' of ''Chavila'' verwijst in de Bijbel naar twee personen en twee landstreken.


== Naam ==
'''Naam.''' De Hebreeuwse naam is חוילה, Chaviylah. Het Hebreeuws legt in de uitspraak van de naam Havila of, naar het Hebreeuws, ''Chawila'' of ''Chavila'', de klemtoon op de laatste lettergreep: Chawi''<u>la</u>''. Verscheidene moderne Bijbelvertalingen hebben 'Chawila'; de Naardense vertaling heeft 'Chavila'.
De Hebreeuwse naam is חוילה, Chaviylah. Het Hebreeuws legt in de uitspraak van de naam Havila of, naar het Hebreeuws, ''Chawila'' of ''Chavila'', de klemtoon op de laatste lettergreep: Chawi''<u>la</u>''. Verscheidene moderne Bijbelvertalingen hebben 'Chawila'; de Naardense vertaling heeft 'Chavila'.


De naam betekent wellicht ''in'' of ''bij zand gelegen<ref>S.J. van Ronkel, aangehaald werk. August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Gen. 2, geeft als betekenis: ''streek, oord.''</ref>'', van ''Chol'' = zand, van het werkwoord Choel of Chol = dwarrelen, draaien; misschien wel om de niet ver afgelegen grote en zandige woestijn van Arabië.
De naam betekent wellicht ''in'' of ''bij zand gelegen<ref>S.J. van Ronkel, aangehaald werk. August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Gen. 2, geeft als betekenis: ''streek, oord.''</ref>'', van ''Chol'' = zand, van het werkwoord Choel of Chol = dwarrelen, draaien; misschien wel om de niet ver afgelegen grote en zandige woestijn van Arabië.
Regel 7: Regel 8:
In de Bijbel komt de naam 7x voor. Het Strongnummer is 02341.
In de Bijbel komt de naam 7x voor. Het Strongnummer is 02341.


'''Verwijzingen.''' De eigennaam en plaatsnaam verwijst naar:
== Verwijzingen ==
De eigennaam en plaatsnaam verwijst naar:


1. de tweede zoon van [[Koesj]] (Gen. 10:7; 1 Kron. 1:9) en daarmee een kleinzoon van [[Cham]], naar wie een Koesjitische volksstam genoemd is. De nakomelingen van Koesj bewoonden het zuidelijk Arabië of Ethiopië. Anderen plaatsen de afstammelingen van Koesj aan de binnenste inham van de Perzische zeeboezem.
1. de tweede zoon van [[Koesj]] (Gen. 10:7; 1 Kron. 1:9) en daarmee een kleinzoon van [[Cham]], naar wie een Koesjitische volksstam genoemd is. De nakomelingen van Koesj bewoonden het zuidelijk Arabië of Ethiopië. Anderen plaatsen de afstammelingen van Koesj aan de binnenste inham van de Perzische zeeboezem.
Regel 13: Regel 15:
2. een van de zonen van Joktan (Gen. 10:29; 1 Kron. 1:23) en daarmee een kleinzoon van [[Heber]] en een nakomeling derhalve van [[Sem]]. Naar deze Havila is een Arabische landstreek genoemd. Zijn nakomelingen bewoonden een landstreek in Arabië (Gen. 10:29), welke de oostelijke grenzen van de Ismaëlieten, Gen. 25: 18, en Amalekieten (1 Sam. 15: 7) uitmaakte, en aan welke zich het goudland (India), van [[Pison]] (misschien de Indus) omringd, aansloot (Gen. 2:11). Waarschijnlijk woonden zijn afstammelingen aan de Perzische zeeboezem. Anderen plaatsen de afstammelingen van Joktan in [[gelukkig Arabië]], bij [[Ophir|Ofir]].
2. een van de zonen van Joktan (Gen. 10:29; 1 Kron. 1:23) en daarmee een kleinzoon van [[Heber]] en een nakomeling derhalve van [[Sem]]. Naar deze Havila is een Arabische landstreek genoemd. Zijn nakomelingen bewoonden een landstreek in Arabië (Gen. 10:29), welke de oostelijke grenzen van de Ismaëlieten, Gen. 25: 18, en Amalekieten (1 Sam. 15: 7) uitmaakte, en aan welke zich het goudland (India), van [[Pison]] (misschien de Indus) omringd, aansloot (Gen. 2:11). Waarschijnlijk woonden zijn afstammelingen aan de Perzische zeeboezem. Anderen plaatsen de afstammelingen van Joktan in [[gelukkig Arabië]], bij [[Ophir|Ofir]].


3. een streek in Arabië van de Ismaëlieten, genoemd naar Havila, de tweede zoon van Koesj (zie hierboven). Waarschijnlijk gaat het om de streek van Kualan, in het noordwesten van Jemen<ref name=":0" />.
3. een streek in Arabië van de Ismaëlieten (Gen. 25:18), genoemd naar Havila, de tweede zoon van [[Koesj]] (zie hierboven). Waarschijnlijk gaat het om de streek van Kualan, in het noordwesten van Jemen<ref name=":0" />.


4. het gewest, waarvan de Paradijsgeschiedenis melding maakt. <blockquote>''Ge 2:11  De naam van de eerste rivier is Pison; die is het die rond heel het land van Havila stroomt, waar het goud is.  Ge 2:12  En het goud van dit land is goed; ook is er balsemhars en de edelsteen onyx. (HSV)''</blockquote>In het land van Havila is het goud. Rond het land stroomt de rivier [[Pison]] (= vermeerdering, toeneming).
4. het gewest, waarvan de Paradijsgeschiedenis melding maakt. <blockquote>''Ge 2:11  De naam van de eerste rivier is Pison; die is het die rond heel het land van Havila stroomt, waar het goud is.  Ge 2:12  En het goud van dit land is goed; ook is er balsemhars en de edelsteen onyx. (HSV)''</blockquote>In het land van Havila is het goud. Rond het land stroomt de rivier [[Pison]] (= vermeerdering, toeneming).
Regel 26: Regel 28:
S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld''. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Havila. Hieruit is op 14 jan. 2020 tekst genomen en onder wijziging verwerkt. Van Ronkel was hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.
S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld''. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Havila. Hieruit is op 14 jan. 2020 tekst genomen en onder wijziging verwerkt. Van Ronkel was hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.


== Voetnoot ==
== Voetnoten ==