Hebreeënbrief/Onderwerpen: verschil tussen versies

k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
{{Onderwerpen}}
 
== HogepriesterPriester ==
 
=== SchriftplaatsenTaken van een (hoge)priester ===
'''Een mens'''. Een hogepriester is een mens. Hij wordt uit de mensen genomen, omdat hij ten behoeve van mensen moet dienen (Hebr. 5:1).
De volgende Schriftplaatsen betreffen het (hoge)priesterschap.<blockquote>''2:17 Daarom moest Hij in alles aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en trouw hogepriester zou zijn in de dingen die God betreffen, om voor de zonden van het volk verzoening te doen.''</blockquote><blockquote>''3:1 Daarom ... beschouwt de apostel en hogepriester van onze belijdenis,''</blockquote><blockquote>''4:14 Daar wij nu een grote hogepriester hebben, die de hemelen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, ....''</blockquote><blockquote>''5:1 Want iedere hogepriester die uit mensen wordt genomen, wordt voor mensen aangesteld in de dingen die God betreffen, opdat hij zowel gaven als slachtoffers voor de zonden offert.'' </blockquote><blockquote>''5:2 Hij kan toegeeflijk zijn jegens de onwetenden en dwalenden, omdat hij ook zelf met zwakheid omvangen is;'' ''5:3 en wegens deze zwakheid moet hij, evenals voor het volk, ook voor zichzelf offeren voor de zonden. 5:4 En iemand neemt niet voor zichzelf de eer, maar wordt door God geroepen, evenals ook Aaron.'' ''5:5 Zo heeft ook Christus niet Zichzelf verheerlijkt om hogepriester te worden, maar Hij die tot Hem gesproken heeft: ‘U bent mijn Zoon, Ik heb U heden verwekt’. 5:6 Zoals Hij ook op een andere plaats zegt: ‘U bent priester tot in eeuwigheid naar de orde van Melchizedek’.'' </blockquote><blockquote>''6:20 waar Jezus als voorloper voor ons is ingegaan, naar de orde van Melchizedek hogepriester geworden tot in eeuwigheid.''</blockquote><blockquote>''7:26 Want zo’n hogepriester paste ons ook: heilig, onschuldig, onbesmet, gescheiden van de zondaars en hoger dan de hemelen geworden;''</blockquote><blockquote>''8:3 Want iedere hogepriester wordt aangesteld om zowel gaven als slachtoffers te offeren; daarom was het nodig dat ook Deze iets had om te offeren.''</blockquote><blockquote>''9:11 Maar Christus, gekomen als hogepriester van de komende goederen, door de grotere en volmaaktere tabernakel, niet met handen gemaakt (dat is niet van deze schepping),''</blockquote><blockquote>''9:24 Want Christus is niet ingegaan in het met handen gemaakte heiligdom, een tegenbeeld van het ware, maar in de hemel zelf, om nu te verschijnen voor het aangezicht van God voor ons;''</blockquote><blockquote>''10:21 en wij een grote priester over het huis van God hebben,''</blockquote>
 
'''Ambt'''. IsDe functie van hogepriester is een ambt, een functie waarin men wordt aangesteld (Hebr. 5:1; 8:3). Hij wordt "voor mensen aangesteld in de dingen die God betreffen" (5:1). Men wordt daartoe door God geroepen (5:4). Het is een heerlijk ambt (5:5).
=== De hogepriester en zijn dienst ===
'''Een mens'''. Een hogepriester is een mens. Hij wordt uit de mensen genomen, omdat hij ten behoeve van mensen moet dienen (Hebr. 5:1).
 
'''Dienst'''. Tot welke werk wordt hij aangesteld? Hij dient de mensen in de dingen die God betreffen (Hebr. 5:1). Hij offert gaven en slachtoffers voor de zonden (Hebr. 5:1; 8:3). Gaven: dankbaarheid voor Gods goedheid en weldaden. Slachtoffers: bloedige offers, ter verzoening. Hij treedt voor God tussenbeide ten behoeve van het volk (7:25).
'''Ambt'''. Is een ambt, een functie waarin men wordt aangesteld (Hebr. 5:1; 8:3). Hij wordt "voor mensen aangesteld in de dingen die God betreffen" (5:1). Men wordt daartoe door God geroepen (5:4). Het is een heerlijk ambt (5:5).
 
'''Taken van een priester.''' Zowel onder het oude als het nieuwe verbond zijn de taken van de priester deze:
'''Dienst'''. Tot welke werk wordt hij aangesteld? Hij dient de mensen in de dingen die God betreffen (Hebr. 5:1). Hij offert gaven en slachtoffers voor de zonden (Hebr. 5:1; 8:3). Gaven: dankbaarheid voor Gods goedheid en weldaden. Slachtoffers: bloedige offers, ter verzoening
 
1) Voor God tussenbeide treden ten behoeve van het volk, Hebr (7.:25.)
=== Jezus als hogepriester ===
'''Roeping, aanstelling'''. Hij is door God geroepen en aangesteld tot hogepriester (5:5-6).
 
2) Slachtoffers offeren voor de zonden van het volk, alsook gaven offeren (8:3-4).
'''Naar de orde van Melchizedek'''. Hij is hogepriester naar de orde van Melchizedek (5:6)
 
=== Schriftplaatsen hogepriesterschap ===
'''Offer.''' Hij heeft "een slachtoffer voor de zonden geofferd" (10:12). Hij offerde Zichzelf, Zijn offer was zijn eigen leven (8:3). "Door zichzelf heeft Hij de reiniging van de zonden tot stand gebracht" (1:3)
De volgende Schriftplaatsen betreffen het (hoge)priesterschap.<blockquote>''2:17 Daarom moest Hij in alles aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en trouw hogepriester zou zijn in de dingen die God betreffen, om voor de zonden van het volk verzoening te doen.''</blockquote><blockquote>''3:1 Daarom ... beschouwt de apostel en hogepriester van onze belijdenis,''</blockquote><blockquote>''4:14 Daar wij nu een grote hogepriester hebben, die de hemelen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, ....''</blockquote><blockquote>''5:1 Want iedere hogepriester die uit mensen wordt genomen, wordt voor mensen aangesteld in de dingen die God betreffen, opdat hij zowel gaven als slachtoffers voor de zonden offert.'' </blockquote><blockquote>''5:2 Hij kan toegeeflijk zijn jegens de onwetenden en dwalenden, omdat hij ook zelf met zwakheid omvangen is;'' ''5:3 en wegens deze zwakheid moet hij, evenals voor het volk, ook voor zichzelf offeren voor de zonden. 5:4 En iemand neemt niet voor zichzelf de eer, maar wordt door God geroepen, evenals ook Aaron.'' ''5:5 Zo heeft ook Christus niet Zichzelf verheerlijkt om hogepriester te worden, maar Hij die tot Hem gesproken heeft: ‘U bent mijn Zoon, Ik heb U heden verwekt’. 5:6 Zoals Hij ook op een andere plaats zegt: ‘U bent priester tot in eeuwigheid naar de orde van Melchizedek’.'' </blockquote><blockquote>''6:20 waar Jezus als voorloper voor ons is ingegaan, naar de orde van Melchizedek hogepriester geworden tot in eeuwigheid.''</blockquote><blockquote>''7:26 Want zo’n hogepriester paste ons ook: heilig, onschuldig, onbesmet, gescheiden van de zondaars en hoger dan de hemelen geworden;''</blockquote><blockquote>''8:3 Want iedere hogepriester wordt aangesteld om zowel gaven als slachtoffers te offeren; daarom was het nodig dat ook Deze iets had om te offeren.''</blockquote><blockquote>''9:11 Maar Christus, gekomen als hogepriester van de komende goederen, door de grotere en volmaaktere tabernakel, niet met handen gemaakt (dat is niet van deze schepping),''</blockquote><blockquote>''9:24 Want Christus is niet ingegaan in het met handen gemaakte heiligdom, een tegenbeeld van het ware, maar in de hemel zelf, om nu te verschijnen voor het aangezicht van God voor ons;''</blockquote><blockquote>''10:21 en wij een grote priester over het huis van God hebben,''</blockquote>
 
'''=== Wet, orde van het priesterschap''' ===
Op grond van dat offer is hij de hemelse tabernakel ingegaan (6:20; 9:11) en gaan zitten aan de rechterhand van God (8:1).
De schrijver spreekt van ‘de orde van Melchizedek’ en ‘de orde van Aäron’ (Hebr. 7:11). <blockquote>''Heb 7:12 Want als het priesterschap verandert, vindt er ook noodzakelijk verandering van de <u>wet</u> plaats.'' (TELOS)</blockquote>De orde van Aäron is verbonden met de stam van Levi. Alleen de Levieten konden priester of hogepriester worden. De orde van Melchizedek is niet aan een bepaalde stam gebonden. De Heer Jezus is priester naar de orde van Melchizedek; Hij was niet uit de stam van Levi, maar uit een andere stam, namelijk die van Juda. <blockquote>''Heb 7:14 Want het is overduidelijk dat onze Heer uit Juda gesproten is, ten aanzien van welke stam Mozes nergens van priesters heeft gesproken.''</blockquote>De priester naar de ordening van Melchizedek ontvangt zijn ambt niet krachtens een wet, die opvolging van sterfelijke priesters binnen de stam Levi regelt, maar krachtens een onvergankelijk leven.
 
Het levietische priesterschap was eindig, een Leviet was priester voor een tijd; een Melchizedekse priester is priester voor altijd. <blockquote>''Heb 7:16 die het niet geworden is naar de wet van een vleselijk gebod, maar naar de kracht van een onvergankelijk leven; Heb 7:17 want van Hem wordt getuigd: U bent priester tot in eeuwigheid naar de orde van Melchizedek. (…) Heb 7:23 En zij zijn wel vele priesters geworden, omdat zij door de dood werden verhinderd aan te blijven'',</blockquote>Het Levietische priesterschap bracht geen volmaking teweeg (Hebr 7:11).
'''Dienst'''. "Voor de zonden van het volk verzoening te doen" (2:17). Hij is een bedienaar van het hemelse heiligdom en van de ware tabernakel (8:2). Hij is hogepriester van de komende goederen (9:11).
 
=== Priesterschap van Melchizedek ===
'''Grootheid.''' Jezus is de grote hogepriester. Hij is groter dan zijn voorgangers, die uit de stam van Levi zijn. Waarin bestaat de grootheid van zijn hogepriesterschap?
Kenmerken van zijn priesterschap.
* ''Hij is hoog verheven.'' (1) Hij is "de hemelen doorgegaan" (4:14), ja, "hoger dan de hemelen geworden" (7:26); (2) Hij is gaan zitten aan de rechterhand van de Majesteit in de hemelen (Hebr. 8)
* ''Hemels heiligdom''. Hij is een bedienaar van het hemels heiligdom en van de ware tabernakel in de hemel, die de Heer heeft opgericht, niet een mens (Hebr. 8:2). De aardse tabernakel was slechts een zinnebeeld en schaduw van de hemelse tabernakel (Hebr. 8:5).
* ''Middelaar van een beter verbond.'' Hij is de middelaar van een beter verbond (Hebr. 8:6)
* ''Volmaakt''. Hij is niet met zwakheid omvangen, maar volmaakt: "heilig, onschuldig, onbesmet, gescheiden van de zondaars"
* ''Eeuwig ambt.'' Zijn ambt is eeuwig, Hij is hogepriester tot in eeuwigheid (6:20)
 
1. altoosdurend (Lev. priester: tijdelijk), Hebr. 7:21
== Priesterschap ==
'''Taken van een priester.''' Zowel onder het oude als het nieuwe verbond zijn de taken van de priester deze:
 
2. Melchizedek was tevens koning.
1) Voor God tussenbeide treden ten behoeve van het volk, Hebr 7.25.
=== Oude Levitische priesterschap ===
 
2) Slachtoffers offeren voor de zonden van het volk, alsook gaven offeren (8:3-4).
 
'''Wet, orde van het priesterschap'''
 
De schrijver spreekt van ‘de orde van Melchizedek’ en ‘de orde van Aäron’ (Hebr. 7:11). <blockquote>''Heb 7:12 Want als het priesterschap verandert, vindt er ook noodzakelijk verandering van de <u>wet</u> plaats.'' (TELOS)</blockquote>De orde van Aäron is verbonden met de stam van Levi. Alleen de Levieten konden priester of hogepriester worden. De orde van Melchizedek is niet aan een bepaalde stam gebonden. De Heer Jezus is priester naar de orde van Melchizedek; Hij was niet uit de stam van Levi, maar uit een andere stam, namelijk die van Juda. <blockquote>''Heb 7:14 Want het is overduidelijk dat onze Heer uit Juda gesproten is, ten aanzien van welke stam Mozes nergens van priesters heeft gesproken.''</blockquote>De priester naar de ordening van Melchizedek ontvangt zijn ambt niet krachtens een wet, die opvolging van sterfelijke priesters binnen de stam Levi regelt, maar krachtens een onvergankelijk leven.
 
Het levietische priesterschap was eindig, een Leviet was priester voor een tijd; een Melchizedekse priester is priester voor altijd. <blockquote>''Heb 7:16 die het niet geworden is naar de wet van een vleselijk gebod, maar naar de kracht van een onvergankelijk leven; Heb 7:17 want van Hem wordt getuigd: U bent priester tot in eeuwigheid naar de orde van Melchizedek. (…) Heb 7:23 En zij zijn wel vele priesters geworden, omdat zij door de dood werden verhinderd aan te blijven'',</blockquote>Het Levietische priesterschap bracht geen volmaking teweeg (Hebr 7:11).
 
=== Oude priesterschap ===
1) Aanstelling zonder eedzwering, Hebr 7.20
 
Regel 70 ⟶ 56:
* ingaan in het heiligdom op grond van het bloed van bokken en kalveren, 9:12
* tijdelijk verblijf in het heiligdom, 9:12
 
=== Verandering van priesterschap ===
1) Gaat samen met verandering van wet, Hebr 7.12, d.w.z. afschaffing gebod, Hebr 7:18, en de invoering van een betere hoop, He 7.17
 
2) Jezus uit een andere stam (Juda) dan die van Levi, Hebr 7.13v
*
 
*
 
=== Jezus' priesterschap ===
Regel 109 ⟶ 97:
14) Eens voor altijd ingegaan in het heiligdom
 
15) Uitnemender bediening dan de hogepriesters onder het oude verbond hadden, Hebr. 8.6<blockquote>''Heb 8:6 Maar nu heeft Hij een zoveel uitnemender bediening verkregen als Hij ook Middelaar is van een beter verbond, dat op betere beloften is gegrondvest.''</blockquote>17) Eeuwige verlossing verworven 9:12
 
=== PriesterschapJezus vanals Melchizedekhogepriester ===
'''Roeping, aanstelling'''. Hij is door God geroepen en aangesteld tot hogepriester (5:5-6).
Kenmerken van zijn priesterschap.
 
'''Naar de orde van Melchizedek'''. Hij is hogepriester naar de orde van Melchizedek (5:6)
1. altoosdurend (Lev. priester: tijdelijk), Hebr. 7:21
 
'''Offer.''' Hij heeft "een slachtoffer voor de zonden geofferd" (10:12). Hij offerde Zichzelf, Zijn offer was zijn eigen leven (8:3). "Door zichzelf heeft Hij de reiniging van de zonden tot stand gebracht" (1:3)
2. Melchizedek was tevens koning.
 
Op grond van dat offer is hij de hemelse tabernakel ingegaan (6:20; 9:11) en gaan zitten aan de rechterhand van God (8:1).
 
'''Dienst'''. "Voor de zonden van het volk verzoening te doen" (2:17). Hij is een bedienaar van het hemelse heiligdom en van de ware tabernakel (8:2). Hij is hogepriester van de komende goederen (9:11).
 
'''Grootheid.''' Jezus is de grote hogepriester. Hij is groter dan zijn voorgangers, die uit de stam van Levi zijn. Waarin bestaat de grootheid van zijn hogepriesterschap?
* ''Hij is hoog verheven.'' (1) Hij is "de hemelen doorgegaan" (4:14), ja, "hoger dan de hemelen geworden" (7:26); (2) Hij is gaan zitten aan de rechterhand van de Majesteit in de hemelen (Hebr. 8)
* ''Hemels heiligdom''. Hij is een bedienaar van het hemels heiligdom en van de ware tabernakel in de hemel, die de Heer heeft opgericht, niet een mens (Hebr. 8:2). De aardse tabernakel was slechts een zinnebeeld en schaduw van de hemelse tabernakel (Hebr. 8:5).
* ''Middelaar van een beter verbond.'' Hij is de middelaar van een beter verbond (Hebr. 8:6)
* ''Volmaakt''. Hij is niet met zwakheid omvangen, maar volmaakt: "heilig, onschuldig, onbesmet, gescheiden van de zondaars"
* ''Eeuwig ambt.'' Zijn ambt is eeuwig, Hij is hogepriester tot in eeuwigheid (6:20)
== Verbond ==