Heman

Uit Christipedia

Heman (= trouw) is de naam van twee verschillende mannen genoemd in de Bijbel.

De Hebreeuwse naam is הימן, Heman, betekent "(ge)trouw"[1]. Het Strongnummer is 01968. De naam komt 17x voor in het Oude Testament.

1. Heman de Ezrahiet. Een van zijn broers is "Ethan de Ezrahiet" (Ps. 89:1). Een Ezrahiet is iemand van de familie van Zerah. Heman was evenals Ethan een zoon van Zerah (1 Kron. 2:6), ook genoemd Mahol (1 Kon. 4:31), en daarmee een afstammeling van Juda. Hij was beroemd om zijn grote wijsheid, een van de bekende wijzen vóór, of ongeveer ten tijde van Salomo. Met hem is Salomo vergeleken, 1 Kon. 4:31. Psalm 88, een gebed in zware beproeving, is "van Heman de Ezrahiet".

Ps 88:1 Een lied, een psalm van de zonen van Korach, voor de koorleider, op Machalath Leannoth; een onderwijzing van Heman, de Ezrahiet. (88:2) HEERE, God van mijn heil, overdag en in de nacht kom ik voor U en roep ik. (HSV)

Een andere opvatting[2] echter schrijft de psalm aan de tweede Heman toe:

2. Heman, een muzikant en ziener. Hij was een zoon van Joël en een kleinzoon van Samuël; een Leviet en opperzangmeester ten tijde van David, uit het geslacht van Kahath (1 Kron. 6:33: "... van de nakomelingen van de Kahathieten, Heman de zanger, de zoon van Joël, de zoon van Samuel"). David had hem aangesteld als een der leiders van het tempelgezang, 1 Kron. 15:17, 2 Kron. 5:12. Hij had 17 kinderen: 14 zonen en 3 dochters.

1Kr 25:4 Wat betreft Heman: de zonen van Heman waren Bukkia, Mattanja, Uzziël, Sebuël, Jerimoth, Hananja, Hanani, Eliatha, Giddalti, Romamti-Ezer, Josbekasa, Mallothi, Hothir en Mahazioth. 1Kr 25:5 Deze allen waren zonen van Heman, de ziener van de koning, met woorden van God om de hoorn op te heffen. God had Heman veertien zonen gegeven en drie dochters. (HSV)

Zijn 14 zonen, de 4 zonen van Asaf en de 6 zonen van Ethan stonden ieder aan het hoofd van een der 24 kleinere afdelingen van de Levitische zangers. De 'kinderen van Heman' zijn nakomelingen van Heman, of anders de door hem gevormde zangers. Hij wordt ook aangeduid als "de ziener van de koning in zaken van God", (1 Kron. 25: 5; 2 Kron. 35:15). Sommigen echter zien in de ziener een derde persoon Heman[2].

Bronnen

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Heman' is op 10 jan. 2017 verwerkt.

James Orr, John Nuelsen, Edgar Mullins, Morris Evans, Melvin Grove Kyle (red.), The International Standard Bible Encyclopedia (1939), s.v. Heman.

Voetnoten

  1. Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. James Orr, John Nuelsen, Edgar Mullins, Morris Evans, Melvin Grove Kyle (red.), The International Standard Bible Encyclopedia (1939), s.v. Heman.
  2. 2,0 2,1 Zo Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.