Hofmaarschalk
Een hofmaarschalk of hofmeester is een waardigheidsbekleder aan een hof, belast met het bestuur van de vorstelijke hofhouding[1].
- Hij regelt de hofhouding;
- Hij voert de bevelen van de koning uit;
- Hij int de belastingen;
- Hij onderhandelt namens de koning (Jes. 36:3; 37:2).
Hij is de tweede man in het rijk.
De hofmeester Obadja was een Godvrezende man aan het hof van de goddeloze koning Achab en diens vrouw Izebel. De hofmeester Eljakim was een ‘vader’ voor de inwoners van Jeruzalem, voor het huis van Juda (Jes. 22:21). Zijn voorganger, de hofmaarschalk Sebna, was een schandvlek voor het huis van de koning (Jes. 22:18) en werd door God verworpen.
Bron
Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Jes. 22:15.
Voetnoot
- ↑ Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.