Hofni

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 9 sep 2016 om 09:54 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Hofni''' en zijn broer Pinehas, zonen van de hogepriester Eli, waren priesters van God bij de tabernakel te Silo. Ze stonden bekend om hun brutaal en zedeloos op...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Hofni en zijn broer Pinehas, zonen van de hogepriester Eli, waren priesters van God bij de tabernakel te Silo. Ze stonden bekend om hun brutaal en zedeloos optreden.

De naam wordt ook geschreven Chofni en Hophni. Het Strongnummer is 02652. De Hebreeuwse naam is חפני, Chofniy, en betekent 'vuistvechter'[1]. De naam komt 5x in de Bijbel voor, alleen in het eerste boek Samuël.

Ze waren zonen van Eli de hogepriester. Door hun hebzucht, zedeloosheid en minachting voor het heilige berokkenden zij zich Gods toorn. Daar hun vader hun dit schandelijk gedrag niet genoegzaam onder de aandacht bracht en voor hun misdaden het oog sloot, werd hem door God bekend gemaakt, dat zijn beide zonen op dezelfde dag zouden sterven, en het priesterschap uit zijn geslacht zou worden weggenomen. Toen een oorlog met de Filistijnen uitgebarsten was, werd de ark van het verbond door de vijand genomen en Hofni en Pinehas sneuvelden. Hun vader Eli kreeg een hartaanval toen hij het slechte nieuws hoorde.

Ook het andere gedeelte der goddelijke bedreiging werd vervuld. Uit het geslacht van Ithamar hebben nog slechts drie hogepriesters, te weten Ahitub, Achimelech en Abjathar, deze waardigheid bekleed. De laatste werd door Salomo afgezet.

Bron

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Hophni en Pinehas' is op 9 sept. 2016 verwerkt.

Voetnoot

  1. Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.