Hond: verschil tussen versies
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'De '''hond''' komt in de [http://www.christipedia.nl/Artikelen/B/Bijbel Bijbel] naar voren als een onrein en verachtelijk [http://www.christipedia.nl/Artikelen...') |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
De '''hond''' komt in de [ |
De '''hond''' komt in de [[Bijbel]] naar voren als een onrein en verachtelijk [[Dieren|dier]]. Honden waren en zijn nog steeds de aaseters van Oosterse steden. Ze eten het afval dat in de straten wordt gegooid. |
||
⚫ | Vandaar dat de onreine volken of [[Heiden|heidenen]] worden vergeleken met honden, Ps. 22:16, 20; 59: 6,14.<blockquote>''Ps 22:16 (22-17) Want <u>honden</u> hebben mij omsingeld; een vergadering van boosdoeners heeft mij omgeven; zij hebben mijn handen en mijn voeten doorgraven. (..) Ps 22:20 (22-21) Red mijn ziel van het zwaard, mijn eenzame van het geweld des <u>honds</u>. Ps 22:21 (22-22) Verlos mij uit des leeuwen muil; en verhoor mij van de hoornen der eenhoornen. (SV)''</blockquote>De prijs van een hond mocht niet in de schatkist van Gods huis brengen, Deut. 23:18.<blockquote>''De 23:18 U mag geen hoerenloon of <u>hondengeld</u> in het huis van de HEERE, uw God, brengen [ter inlossing] van welke gelofte dan ook, want die zijn beide een gruwel voor de HEERE, uw God. (HSV)''</blockquote>Hazaël, een heiden, zei: "Is uw knecht een hond?" en de meest beledigende bijnaam was een man een dode hond noemen. |
||
Vandaar dat de onreine volken of [http://www.christipedia.nl/Artikelen/H/Heiden heidenen] worden vergeleken met honden, Ps. 22:16; 59: 6,14. |
|||
⚫ | De prijs van een hond mocht niet in de schatkist van Gods huis brengen, Deut. 23:18.<blockquote>''De 23:18 U mag geen hoerenloon of hondengeld in het huis van de HEERE, uw God, brengen [ter inlossing] van welke gelofte dan ook, want die zijn beide een gruwel voor de HEERE, uw God. (HSV)''</blockquote>Hazaël, een heiden, zei: "Is uw knecht een hond?" en de meest beledigende bijnaam was een man een dode hond noemen. |
||
Het waren de honden die het lichaam van Izebel aten, en het bloed van Naboth en van Achab oplikten. |
Het waren de honden die het lichaam van Izebel aten, en het bloed van Naboth en van Achab oplikten. |
||
In het Nieuwe Testament komt we ‘hond’ evenzo in ongunstige zin voor.<blockquote>''Mt 7:6 Geeft het heilige niet aan de honden en werpt uw parels niet voor de varkens; opdat zij ze niet misschien met hun poten vertrappen en zich omkeren en u verscheuren. (TELOS)''</blockquote>De Heer |
In het Nieuwe Testament komt we ‘hond’ evenzo in ongunstige zin voor.<blockquote>''Mt 7:6 Geeft het heilige niet aan de <u>honden</u> en werpt uw parels niet voor de varkens; opdat zij ze niet misschien met hun poten vertrappen en zich omkeren en u verscheuren. (TELOS)''</blockquote>De [[Jezus Christus|Heer Jezus]] maakte een duidelijk onderscheid tussen Gods volk en de buitenstaanders. Gods volk is voor God als kinderen, die bevoorrecht zijn boven de huishondjes, de niet-bevoorrechte heidenen.<blockquote>''Mt 15:22 En zie, een Kananese vrouw die uit dat gebied kwam, riep de woorden: Erbarm U over mij, Heer, Zoon van David! Mijn dochter is ernstig bezeten. Mt 15:23 Hij antwoordde haar echter geen woord. En zijn discipelen kwamen naar Hem toe en vroegen Hem aldus: Stuur haar weg, want zij roept ons na. Mt 15:24 Hij antwoordde echter en zei: Ik ben alleen gezonden tot de verloren schapen van het huis Israels. Mt 15:25 Zij nu kwam en huldigde Hem en zei: Heer, help mij! Mt 15:26 Hij echter antwoordde en zei: Het is niet juist het brood van de kinderen te nemen en het de <u>honden</u> voor te werpen. Mt 15:27 Zij echter zei: Jawel, Heer, want ook de <u>honden</u> eten van de kruimels die van de tafel van hun meesters vallen. Mt 15:28 Toen antwoordde Jezus en zei tot haar: O vrouw, groot is uw geloof; moge u gebeuren zoals u wilt. En haar dochter werd gezond van dat uur af.'' (TELOS)</blockquote>In deze passage wordt het verkleinwoord ‘hondjes’ (‘puppies’) gebruikt. Honden werden vaak als huisdier gehouden totdat ze waren opgegroeid. |
||
De |
De [[Apostel Paulus|apostel Paulus]] waarschuwde voor de honden.<blockquote>''Flp 3:2 Kijkt uit voor de <u>honden</u>, kijkt uit voor de boze arbeiders, kijkt uit voor de versnijdenis. (TELOS)''</blockquote>De bedoelde ‘honden’ zijn misschien de heidense (en/of Joodse) vervolgers. Sommige uitleggers denken aan Joodse valse leraars.<blockquote>''2Pe 2:22 Hun is overkomen wat het ware spreekwoord zegt: ‘De <u>hond</u> is teruggekeerd naar zijn eigen braaksel’, en: ‘De gewassen zeug tot het wentelen in de modder’. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 22:15 Buiten zijn de <u>honden</u>, de tovenaars, de hoereerders, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder, die de leugen liefheeft en doet (TELOS)''</blockquote> |
||
== Bron == |
== Bron == |