Hoop

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 11 aug 2018 om 08:07 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Hopen''' is, met zekere mate van vertrouwen, iets goeds verwachten<ref>Petrus Weiland, [http://books.google.com/books?id=FatJAAAAMAAJ&pg=RA1-PA259&vq=hoop#v=onep...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Hopen is, met zekere mate van vertrouwen, iets goeds verwachten[1].

In de Schrift komt het woord 'hoop' in twee betekenissen voor:

  1. een verwachting van iets waarvan de verwerkelijking onzeker is
  2. een verwachting van iets waarvan de verwerkelijking vast staat.

In het gewone spraakgebruik heeft het woord 'hoop' vrijwel altijd de eerste betekenis. In de Bijbel, inzonderheid het Nieuwe Testament, en ook in de godsdienstige taal, wordt het woord 'hoop' meestal in de tweede betekenis gebezigd.

Een voorbeeld van de eerste betekenis is te vinden in Hand.27:20, waar Lukas schrijft dat alle 'hoop' op behoudenis de schepelingen werd benomen:

Hnd 27:20 Toen er nu vele dagen geen zon en geen sterren waren te zien en de niet geringe storm aanhield, werd alle hoop dat wij behouden zouden worden, ons verder benomen. Hnd 27:21 En nadat men lange tijd zonder eten was geweest, ging Paulus in hun midden staan en zei: Mannen, men had naar mij moeten luisteren en niet van Kreta wegvaren en dit ongemak en deze schade moeten voorkomen. Hnd 27:22 En nu dring ik er bij u op aan goede moed te houden; want er zal van u geen enkel leven verloren gaan, alleen het schip. Hnd 27:23 Want vannacht stond bij mij een engel van de God van Wie ik ben, die ik ook dien, Hnd 27:24 en hij zei: Wees niet bang, Paulus, u moet voor de keizer verschijnen; en zie, God heeft u allen geschonken die met u varen. Hnd 27:25 Houdt daarom goede moed, mannen, want ik geloof God, dat het zo zal gaan als tot mij is gesproken. Hnd 27:26 Wij moeten echter op een of ander eiland stranden. (TELOS)

Merk op dat de onzekere verwachting plaats maakte door een zekere verwachting. De ene soort hoop week voor de andere, onzekerheid week voor zekerheid. Hoop in de tweede opgegeven betekenis vinden wij bijvoorbeeld in de volgende bijbelpassage:

Hnd 28:20 Om die reden dan heb ik u bij mij geroepen om u te zien en toe te spreken; want vanwege de hoop van Israel heb ik deze keten om. (TELOS)

Voetnoot

1. ↑ Petrus Weiland, Woordenboek der Nederduitsche Synonimen, 1821.