Jansenisme

Uit Christipedia

Jansenisme is de leer van de rooms-katholieke bisschop en theoloog Cornelis Jansen. In zijn hoofdwerk stelde hij, uitgaand van Augustinus van Hippo en ingaand tegen de jezuïeten, dat de mens door predestinatie is overgeleverd aan Gods Genade en niet uit vrije wil kan bijdragen aan zijn redding of verdoemenis, omdat ook zijn wil onvernietigbaar is voorbeschikt. Postuum werd dit jansenisme, dat ook een politieke component had, herhaaldelijk veroordeeld door de Kerk.

Het Jansenisme was een laatste poging om de leer van Augustinus in ere te herstellen. Het was een poging om het augustinianisme te doen zegevieren over semi-pelagianisme en jezuïetisme; maar de Roomse kerk heeft door haar houding tegenover de Jansenisten voorgoed met Augustinus gebroken en heeft het semi-pelagianisme met zijn consequenties voor de volgende eeuwen aanvaard.

Men kan in de geschiedenis van het jansenisme twee stadia onderscheiden.

Eerste stadium

Cornelis Jansen had in de periode 1627—1638 een boek over Augustinus geschreven. Na zijn dood was volgens zijn uiterste wil dat boek, dat zijn levenswerk was geworden, uitgegeven onder de titel Augustinus seu doctrina sancti Augustini de humanae naturae sanitate aegritudine, medicina adversus Pelagianos et Massiliénses (dat zijn de semi-pelagianen). De jezuïeten vielen aanstonds dit boek aan en wisten te bewerken, dat paus Urbanus VIII het veroordeelde in de bul In eminenti.

De aanhangers van Jansen in Frankrijk konden zich met deze pauselijke daad niet verenigen. Augustinus had namelijk in Frankrijk nog vele vrienden. Rondom het Cisterciënser klooster te Port-Royal verzamelde zich een kring van geleerde mannen, die allen de beschouwingen van Jansen deelden. Onder hen moeten genoemd worden Jean Du Verger de Hauranne, abt van Cyran, Antoine Arnauld en de beroemde wiskundige Blaise Pascal. De abdis uit het klooster was Angelica Arnauld, zuster van Antoine.

Deze laatste begon tegen de Jezuïeten te schrijven. Hij stelde de verderfelijke biechtpraktijken in het licht. Paus Innocentius X veroordeelde nu 5 stellingen van Jansen en Arnauld werd van de Sorbonne verjaagd.

Toen schreef Pascal onder een pseudoniem zijn Lettres provinciales, in welk boek hij de zedeleer der Jezuïeten heftig aangreep. Dat boek maakte veel opgang. De haat der Jezuïeten, die zich naakt ten toon gesteld zagen, werd er door ontketend, en Lodewijk XIV, de speelbal van de Jezuïeten, begon een vervolging tegen de Jansenisten. In groten getale vluchtten deze naar Nederland. Enkele hunner onderwierpen zich, nadat de paus een tegemoetkomende houding aangenomen had.

Tweede stadium

In het begin van de 18e eeuw ontbrandde de strijd opnieuw. Het klooster Port-Royal was in 1709 opgeheven. De oorzaak van de hernieuwing van de strijd lag in het volgende. Paschasius Quesnel gaf in 1687 het Nieuwe Testament uit met aantekeningen geheel en al in den geest van Augustinus. Vele bisschoppen waren met het boek ingenomen, o.a. Noailles de aartsbisschop van Parijs.

De Jezuïeten wisten echter weer te bewerken, dat dit boek veroordeeld werd. In 1713 veroordeelde paus Clemens XI in de bul Unigenitus 101 stellingen uit het boek van Quesnel. Meerendeels waren deze stellingen citaten uit Augustinus' werken. Het Augustinianisme ontving zo wel een slag in het aangezicht van het opperhoofd van de kerk. Het jezuïetisch pelagianisme zegevierde.

De pauselijke bul riep echter heel wat beweging te voorschijn. Noailles, de Sorbonne en het Franse parlement weigerden de bul te erkennen. Die tegen de pauselijke uitspraak waren noemden zich appellanten, die er zich bij neerlegden, noemde men acceptanten. Tegenover de verderfelijke intrigues van de Jezuïeten, de onverzettelijkheid van de paus, en de politiek van het immorele Franse hof konden zij zich niet staande houden.

In 1730 was de tegenstand gebroken. Een deel der appellanten vluchtte naar Nederland en een ander deel kwam onder de druk der vervolging tot dweperij. Frans van Parijs, een Jansenistisch geestelijke, stierf met een appellatie-acte in de hand. Hij werd daarom als een heilige vereerd. Zijn graf werd een bedevaartplaats voor tal van Jansenisten. Men zei dat er zelfs wonderen op zijn graf gebeurden. Deze dweperij deed veel kwaad aan het Jansenisme in Frankrijk. Het is in dat land langzamerhand uitgestorven. Op Nederlandse bodem leefde het voort in de Oud-Rooms Katholieke kerk, gesticht in 1765.

Bronnen

F. W. Grosheide, J.H. Landwehr, C. Lindeboom, J.C. Rullmann, Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche volk. Kampen: J.H. Kok, 1925-1931. Zes delen. Tekst van het lemma 'Jansenisme' is onder wijziging verwerkt op 4 juni 2023.

Cornelius Jansenius (bisschop van Iper), op nl.wikipedia.org. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 4 juni 2023.