Jason was een christen in Thessalonika, gelovig geworden op de prediking van Paulus tijdens diens tweede zendingsreis. Jason nam de apostel en zijn medewerker Silas in huis bracht en schermde hen tegen de woede van de door de Joden opgehitste bevolking. Zie Hand. 17:5-9.

De Griekse naam is Ιασων, Iasoon, en betekent "iemand die zal genezen"[1]. De eigennaam komt 5x voor in het Nieuwe Testament. Het Strongnummer is 2394.

Hij werd hierom met andere christenen voor de overheid van Thessalonika gebracht, en stond bij haar in voor de spoedige afreis van de evangelieverkondigers, welke dan ook "terstond des nachts" plaats had (Hand. 17:v.)

Misschien is hij dezelfde, dien Paulus in Rom. 16: 21 zijn bloedverwant noemt, een neef.

Volgens de overlevering zou Jason later bisschop van Tarsus geweest zijn.

Bron

Ed. Rhiem, C.H. van Rhijn (red.), Bijbelsch woordenboek voor ontwikkelde lezers der Heilige Schriften (Utrecht: Kemink & Zoon, 1885-1886) s.v. Jason. Enige tekst van dit lemma is op 13 jan. 2017 verwerkt.

Voetnoot

  1. Grieks-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.