Jhwh

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 29 jan 2018 om 15:30 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Bestand:Tetragrammaton scripts.svg|miniatuur|De naam van God in oud-Hebreeuws (1100 v.Chr. tot 300 n.Chr.), Aramees (10e eeuw v.Chr. tot 1 v.Chr.) en in modern He...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
De naam van God in oud-Hebreeuws (1100 v.Chr. tot 300 n.Chr.), Aramees (10e eeuw v.Chr. tot 1 v.Chr.) en in modern Hebreeuws schrift.

Jhwh of Jhvh, misschien uit te spreken als Jahweh, is de persoonlijke naam of eigennaam van God in het Hebreeuws. 

In het Hebreeuws wordt de eigennaam geschreven als יְהוָה en bevat vier Hebreeuwse letters (medeklinkers). Daar de Joden van rechts naar links lezen kan men de Godsnaam spellen met de namen van de Hebreeuwse letters: jod, hee, waw en hee. De vier letters worden ook wel tetragrammaton genoemd, Grieks voor ‘vier letters’. De vier Hebreeuwse letters zijn door onze Latijnse letters weer te geven als Jhwh of JHVH. De Statenvertaling, de NBG-vertaling uit 1951 en de NBV geven de naam van God weer met HEERE, HERE of HEER (geschreven met hoofdletters, al dan niet met twee of drie é's). 

In het Grieks van het Nieuwe Testament komt de eigennaam Jahweh niet voor, hier wordt de Griekse naam voor ‘Heer’ (‘Kyrios’)  gebruikt. Voorbeeld: 

Ro 9:29 En zoals Jesaja tevoren heeft gezegd: ‘Als de Heer Zebaoth ons geen nageslacht had gelaten, dan zouden wij als Sodom geworden zijn en aan Gomorra gelijk gemaakt’. (TELOS)

Paulus gebruikt wel de Hebreeuwse naam 'Zebaoth' (= heirscharen, legerscharen), maar het Griekse woord 'Kyrios' voor Jhwh. 

De uitspraak van Jhwh is niet zeker, misschien ‘Jahweh’ (of ‘Jahveh’).

De naam komt meer dan 6800 keer voor in het OT en is daarmee de meest voorkomende naam voor God.

Jhwh wordt het eerst genoemd in Gen 2:4:

Ge 2:4 Dit [zijn] de geboorten des hemels en der aarde, als zij geschapen werden; ten dage als de HEERE God de aarde en den hemel maakte.

'Jhwh' van schepping tot Mozes

Opvallend is dat in het eerste hoofdstuk van Genesis 31x alleen de naam Elohim wordt genoemd. Vanaf Gen. 2:4 tot 4:23 echter vinden we vrijwel steeds de uitgebreide naam Jhwh Elohim. Daarna vinden we de naam Jhwh en Elohim in het boek Genesis niet meer in deze samenstelling.

De naam Jhwh komt de eerste keer voor in Gen 2:4:

Ge 2:4 Dit [zijn] de geboorten des hemels en der aarde, als zij geschapen werden; ten dage als de HEERE God de aarde en den hemel maakte.

Waarom deze naamsuitbreiding van Elohim tot Jhwh Elohim? Jhwh is de naam waarmee God zich te kennen gaf aan het volk dat Hij Zich tot een volk wilde verlossen. In Gen. 2:4 en volgende blijkt dat Elohim geen ander is dan Jahweh. De verheven en vrijmachtige Schepper-God Elohim, de Heer van alle schepselen en de God van de hele wereld, is geen ander dan de Verbondsgod van het volk Israël is. De God van Israël is de Schepper van de wereld.[1] De enige uitzondering op de samenstelling Jhwh Elohim (HEERE God) is het gesprek tussen de slang en de eerste vrouw.

Ge 3:1 De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs? Ge 3:2 En de vrouw zeide tot de slang: Van de vrucht der bomen dezes hofs zullen wij eten; Ge 3:3 Maar van de vrucht des booms, die in het midden des hofs [is], heeft God gezegd: Gij zult van die niet eten, noch die aanroeren, opdat gij niet sterft. Ge 3:4 Toen zeide de slang tot de vrouw: Gijlieden zult den dood niet sterven; Ge 3:5 Maar God weet, dat, ten dage als gij daarvan eet, zo zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad. Ge 3:6 En de vrouw zag, dat die boom goed [was] tot spijze, en dat hij een lust [was] voor de ogen, ja, een boom, die begeerlijk was om verstandig te maken; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook haar man met haar, en hij at. Ge 3:7 Toen werden hun beider ogen geopend, en zij werden gewaar, dat zij naakt [waren]; en zij hechtten vijgeboombladeren samen, en maakten zich schorten. Ge 3:8 En zij hoorden de stem van den HEERE God, wandelende in den hof, aan den wind des daags. Toen verborg zich Adam en zijn vrouw voor het aangezicht van den HEERE God, in het midden van het geboomte des hofs.

De slang en de vrouw spreken alleen van God (Elohim), niet van HEERE (Jhwh) God (Elohim). Later, na de zondeval en wanneer zij haar eerste zoon heeft gebaard, noemt zij God bij de naam Jahweh.

Ge 4:1 En Adam bekende Heva, zijn huisvrouw, en zij werd zwanger, en baarde, Kain, en zeide: Ik heb een man van den HEERE (Jhwh) verkregen!

Dit is de eerste keer dat iemand de naam Jhwh noemt en tevens de eerste keer dat Jhwh (HEERE) zonder Elohim (‘God’) genoemd wordt. Wanneer Eva Seth gebaard heeft, spreekt zij van ‘God’, niet van Jahweh.

Ge 4:25 En Adam bekende wederom zijn huisvrouw, en zij baarde een zoon, en zij noemde zijn naam Seth; want God heeft mij, [sprak] [zij], een ander zaad gezet voor Habel; want Kain heeft hem doodgeslagen.

Verder in Genesis komen Jahweh en Elohim wel vaak voor, maar niet als Jahweh Elohim. Wie noemen de naam Jhwh nog meer? Men begon de naam van Jahweh aan te roepen ten tijde van Enos, de zoon van Seth.

Ge 4:26 En denzelven Seth werd ook een zoon geboren, en hij noemde zijn naam Enos. Toen begon men den Naam des HEEREN aan te roepen.

Lamech, de zoon van Methusalach en de vader van Noach, noemt ook de naam Jahweh.

Ge 5:29 En hij noemde zijn naam Noach, zeggende: Deze zal ons troosten over ons werk, en over de smart onzer handen, vanwege het aardrijk, dat de HEERE vervloekt heeft!

De volgende die de naam Jahweh noemt is Noach:

Ge 9:26 Voorts zeide hij: Gezegend zij de HEERE, de God van Sem; en Kanaan zij hem een knecht!

De volgende die de naam van Jahweh noemt is Abram:

De volgende die in de geschiedenis van het Oude Testament de naam Jahweh noemt is Sarai:

In Gen 16:7 is voor de eerste keer sprake van ‘de Engel van Jhwh’:

In de volgende passage spreekt Jhwh over Jhwh.

De eerste keer dat engelen de naam ‘Jhwh’ noemen is wanneer twee engelen tot Lot spreken over de ondergang van Sodom:

De volgende die de naam Jhwh noemt is Lot wanneer hij tot zijn zonen spreekt.

Abraham weer:

De engel van Jhwh spreekt tegenover Abraham van Jhwh.

Abraham tot zijn knecht:

De knecht van Abraham noemt Jhwh in zijn gebed:

Laban tot de knecht van Abraham:

Knecht van Abraham, Laban:

Izaak:

Abimelech tot Izaak:

Izaak tot Ezau:

Jacob:

Izaak:

Jhwh tot Jacob:

Jacob:

Lea:

Rachel:

Laban:

Jacob:

Jacob op zijn sterfbed:

Als Mozes de God van Israël in de woestijn ontmoet, krijgt hij de opdracht om het volk Israel te verlossen. Mozes vraagt met welke naam hij God aan de Israelieten zal noemen. Jhwh antwoordt hem.

Mozes:

Jahweh:

  1. Eerdmans in zijn artikel "The Name Jahu" (Oudtestamentische Studien, vol. 5, pp. 1-29. Leiden: Brill Press, 1972).