Job (persoon): verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
k (Versie 19649 van Kees Langeveld (overleg) ongedaan gemaakt)
Label: Ongedaan maken
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
'''Job''' is de hoofdpersoon van het [[Job (boek)|boek Job]], een vrome, rechtvaardige en met veel bezittingen gezegende man in het [[Uz (land)|land Uz]],
'''Job''' is de hoofdpersoon van het [[Job (boek)|boek Job]], een vrome, rechtvaardige en met veel bezittingen gezegende man in het [[Uz (land)|land Uz]],


Uz lag waarschijnlijk in [[Arabie|woest Arabië]] lag, ten noorden van Idumea, ten oosten van Judea, ofschoon het niet onmiddelijk aan dit land grensde.
Uz lag waarschijnlijk in [[Arabie|woest Arabië]] lag, ten noorden van Idumea, ten oosten van Judea, ofschoon het niet onmiddellijk aan dit land grensde.


In een vergadering van de zonen van God (de engelen), waar ook de Satan verschijnt, spreekt de Heer over de godsvrucht van zijn knecht Job, maar Satan vraagt, of het om niet is, dat deze man God vreest. Hij oppert zo het vermoeden, dat Job alleen door baatzucht geleid wordt en in tegenspoed anders zal worden. Om Satans beweren tot schande te maken, wordt Job in zijn hand gegeven, onder voorwaarde alleen, dat de rechtvaardige zelf gespaard wordt. Terstond maakt Satan van de ontvangen vergunning gebruik, en het is door zijn toedoen, dat de rijke en gelukkige herdersvorst op één dag al zijn kudden, knechten en kinderen verliest.
In een vergadering van de zonen van God (de engelen), waar ook de Satan verschijnt, spreekt de Heer over de godsvrucht van zijn knecht Job, maar Satan vraagt, of het om niet is, dat deze man God vreest. Hij oppert zo het vermoeden, dat Job alleen door baatzucht geleid wordt en in tegenspoed anders zal worden. Om Satans beweren tot schande te maken, wordt Job in zijn hand gegeven, onder voorwaarde alleen, dat de rechtvaardige zelf gespaard wordt. Terstond maakt Satan van de ontvangen vergunning gebruik, en het is door zijn toedoen, dat de rijke en gelukkige herdersvorst op één dag al zijn kudden, knechten en kinderen verliest.
Regel 22: Regel 22:


== Typologie ==
== Typologie ==
Job was een man rechtvaardig zonder gelijke op aarde (Job 1:8), die evenwel zwaar moest lijden<blockquote>''Job 1:8 De HEERE zei tegen de satan: Hebt u [ook] acht geslagen op Mijn dienaar Job? Want er is niemand op de aarde zoals hij, een vroom en oprecht man, hij is godvrezend en keert zich af van het kwaad. (HSV)''</blockquote>Job is daarin het type van dé Rechtvaardige, onze Heer Jezus Christus, die onschuldig leed. Onze Heer was volmaakt rechtvaardig en vroom, zonder smet van zonde, en moest desondanks lijden (terwille van ons heil en Gods eer).  
Job was een man rechtvaardig zonder gelijke op aarde (Job 1:8), die evenwel zwaar moest lijden


In beider geschiedenissen speelt de satan een rol, doch laat ook God zich niet onbetuigd. Een deel van Jobs lijden kwam ook over Christus; Jezus onderging ook een deel van het lijden van Job. Bijvoorbeeld, Job en Christus werden beiden bespot en bespuwd: <blockquote>''Job 30:9 Maar nu ben ik hun spotlied geworden, en ik ben voor hen tot een [spot] woord. Job 30:10 Zij hebben een afschuw van mij, zij blijven ver bij mij vandaan, ja, zij sparen mijn gezicht het speeksel niet. Job 30:11 Want [God] heeft mijn tentkoord losgemaakt, en mij vernederd; daarom werpen zij voor mijn gezicht de toom af.'' (HSV)</blockquote>Na beider lijden volgde heerlijkheid.
''Job 1:8 De HEERE zei tegen de satan: Hebt u [ook] acht geslagen op Mijn dienaar Job? Want er is niemand op de aarde zoals hij, een vroom en oprecht man, hij is godvrezend en keert zich af van het kwaad. (HSV)''

Job is daarin het type van dé Rechtvaardige, onze Heer Jezus Christus, die onschuldig leed. Onze Heer was volmaakt rechtvaardig en vroom, zonder smet van zonde, en moest desondanks lijden (terwille van ons heil en Gods eer).  

In beider geschiedenissen speelt de satan een rol, doch laat ook God zich niet onbetuigd. Een deel van Jobs lijden kwam ook over Christus; Jezus onderging ook een deel van het lijden van Job. Bijvoorbeeld, Job en Christus werden beiden bespot en bespuwd:

''Job 30:9 Maar nu ben ik hun spotlied geworden, en ik ben voor hen tot een [spot] woord. Job 30:10 Zij hebben een afschuw van mij, zij blijven ver bij mij vandaan, ja, zij sparen mijn gezicht het speeksel niet. Job 30:11 Want [God] heeft mijn tentkoord losgemaakt, en mij vernederd; daarom werpen zij voor mijn gezicht de toom af.'' (HSV)

Na beider lijden volgde heerlijkheid.