Jozua (boek)/7: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 21: Regel 21:


<u>Jozua.</u> Dat deze mannen zo oordelen is misschien — ge­zien het lage religieuze niveau, waarop het volk des­tijds stond — nog niet zo verbazingwekkend. Maar ontroerend is het te zien, dat Jozua zonder meer hun advies opvolgt. Dit bewijst niet alleen, dat Jozua nog op verre na geen Mozes is, maar bovendien dat de Jozua van het begin van de veldtocht een heel ander man was dan die, welke ons in hfdst. 23 v. tegemoet treedt. Jozua had nog een hele leerschool door te maken! Voor Ai is zijn eigen wijsheid en inzicht hem ruim voldoende. Hij denkt er zelfs niet aan zich om raad te richten tot Hem, die hij toch voor Jericho had leren kennen als „de Vorst van het leger des Heeren".
<u>Jozua.</u> Dat deze mannen zo oordelen is misschien — ge­zien het lage religieuze niveau, waarop het volk des­tijds stond — nog niet zo verbazingwekkend. Maar ontroerend is het te zien, dat Jozua zonder meer hun advies opvolgt. Dit bewijst niet alleen, dat Jozua nog op verre na geen Mozes is, maar bovendien dat de Jozua van het begin van de veldtocht een heel ander man was dan die, welke ons in hfdst. 23 v. tegemoet treedt. Jozua had nog een hele leerschool door te maken! Voor Ai is zijn eigen wijsheid en inzicht hem ruim voldoende. Hij denkt er zelfs niet aan zich om raad te richten tot Hem, die hij toch voor Jericho had leren kennen als „de Vorst van het leger des Heeren".

== Joz. 7:5 ==
Joz 7:5  En de mannen van Ai sloegen van dezelven omtrent zes en dertig man, en vervolgden hen [van] voor de poort tot Schebarim toe, en sloegen hen in een afgang. Toen versmolt het hart des volks, en het werd tot water. (SV)
Israël wordt verslagen. Smadelijk verslagen. De drie­ duizend man slaan zonder meer op de vlucht, zodra enigen het leven laten. En de mannen van Ai hebben niet anders te doen dan hen weg te jagen in het veld buiten de poort tot bij Schebarim.

'''Schebarim.''' D.i. Steengroeven. Sommigen ver­moeden er rotsen in de ''Wadi es-snésil'' onder. Het is echter ook mogelijk de medeklinkers ''hsjbrm'', door de Masoreten gelezen als ''ha-sjebarim'' (de steengroeven) te lezen als ''hisjaberam,'' „tot vernietigens toe". Dat lijkt een uitlegger<ref>A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Blz. 20. </ref> waarschijnlijker. Daartegen pleit echter dat slechts 36 mannen gedood werden, niet de hele of een groot deel van de troep.

'''Toen versmolt het hart des volks, en het werd tot water.''' Gelijk zo dikwijls raken ook hier de uitersten elkander. Eerst was er een onbe­grijpelijke overmoed. Nu is er een totale inzinking. De realiteiten van de zichtbare wereld spreken hun donderende taal en ze horen ze in nog versterkte mate. De realiteit van de ''onzichtbare'' wereld, vanwaar God bestuurt, is nu buiten het geestesoog van het volk.

== Joz. 7:6 ==
Joz 7:6  Toen verscheurde Jozua zijn klederen, en viel op zijn aangezicht ter aarde, voor de ark des HEEREN, tot den avond toe, hij en de oudsten van Israël; en zij wierpen stof op hun hoofd. (SV)
De indruk, die deze nederlaag op Jozua en de zijnen maakt, is verpletterend. Eerst dan gaat Jozua doen wat hij had moeten doen vóór hij die legerafdeling tegen Ai zond: hij wendt zich tot zijn God.

== Joz. 7:7 ==
Joz 7:7  En Jozua zeide: Ach, Heere HEERE! waarom hebt Gij dit volk door de Jordaan ooit doen gaan, om ons te geven in de hand der Amorieten, om ons te verderven? Och, dat wij toch tevreden geweest en gebleven waren aan gene zijde van de Jordaan! (SV)
Omdat Jozua eerst God vraagt, vraagt hij niet om raad, komt hij niet met een „Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal?" Neen, nu komt hij met een vertwijfeld „waarom toch?". Hij ziet zich en zijn volk reeds in de macht der Amorieten. Vergeten schijnt de wondere doortocht door de Jordaan. Vergeten schijnt ook de wondere val van Jericho.


== Joz. 7:21 ==
== Joz. 7:21 ==
Regel 29: Regel 45:


== Bron ==
== Bron ==
A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Enige tekst van blz. 18-19 is onder wijziging verwerkt op 2 dec. 2020.
A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Enige tekst van blz. 18-20 is onder wijziging verwerkt op 2 dec. 2020.


== Voetnoten ==
== Voetnoten ==