Klaagliederen 3

Uit Christipedia

Klaagliederen 3 is een hoofdstuk van Klaagliederen, een geschrift in de Bijbel, en telt 66 verzen.

Hoofdstukken van Klaagliederen samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5
Verzen van Klaagliederen 3 becommentarieerd: · 1 · 2 · 5 · 6 · 7 · 9 · 10 · 11 · 22 · 27 · 28 · 30 · 32 · 38 · 47 · 48 · 52 · 53 · 55

Samenvatting

1-20 Door de roede van Gods verbolgenheid ben ik in ellende. 21-33 Maar ik zal op Hem hopen, die goedertieren, trouw en barmhartig is, en niet voor altijd verstoot. 34-47 God ziet het onrecht. Ieder moet klagen om zijn zonde. Laat ons terugkeren tot God. We hebben overtreden, daarom hebt U ons niet gespaard. 48-51 Ik ben intens verdrietig om het leed van mijn volk. 52-66 Mijn vijanden hebben mij opgejaagd en in een kuil geworpen, maar U hebt mij verlost. Uw vloek zij over hen!

1

1 [Aleph]. Ik ben de man, [die] ellende gezien heeft door de roede Zijner verbolgenheid. (SV) 

Ook Jezus is zo'n man.

Zac 13:7  Zwaard! ontwaak tegen Mijn Herder, en tegen den Man, Die Mijn Metgezel is, spreekt de HEERE der heirscharen; sla dien Herder,.. (SV)

2

2 [Aleph]. Hij heeft mij geleid en gevoerd [in] de duisternis, en niet [in] het licht. (SV)

Hij heeft mij geleid en gevoerd [in] de duisternis. Zie vs. 6. Ook Jezus kwam in de duisternis, gedurende drie uren.

Mt 27:45  Van het zesde uur af nu kwam er duisternis over het hele land tot het negende uur toe. (Telos)

5

5 [Beth]. Hij heeft tegen mij gebouwd, en Hij heeft [mij] [met] gal en moeite omringd. (CP[1])

[Met] gal. Jezus werd wijn met gal gemengd te drinken.

Mt 27:34  gaven zij Hem wijn met gal gemengd te drinken; en toen Hij die had geproefd, wilde Hij niet drinken. (Telos)

6

6 [Beth]. Hij heeft mij gezet in duistere plaatsen, als degenen, die over lang dood zijn. (SV)

Hij heeft mij gezet in duistere plaatsen. Zie vs. 2.

7

7 [Gimel]. Hij heeft mij toegemuurd, dat ik er niet uit gaan kan; Hij heeft mijn koperen boeien verzwaard. (SV) 

Dat spreekt van gevangenschap.

Toegemuurd. Zie vs. 9.

9

9 [Gimel]. Hij heeft mijn wegen toegemuurd met uitgehouwen stenen, Hij heeft mijn paden verkeerd. (SV) 

Toegemuurd. Zie vs. 7.

10

10 [Daleth]. Hij is mij een loerende beer, een leeuw in verborgen plaatsen. (SV) 

Beer en leeuw, beide zijn roofdieren.

11

11 [Daleth]. Hij heeft mijn wegen afgewend; en Hij heeft mij in stukken gebroken; Hij heeft mij woest gemaakt. (SV) 

Hij heeft mij in stukken gebroken. Jezus werd verbrijzeld - om onze ongerechtigheden.

Jes 53:5  Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden. (SV)

22

22 [Cheth]. Het zijn de goedertierenheden van Jahweh, dat wij niet vernield zijn, dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben; (CP[1])  

De goedertierenheden van Jahweh. Die zijn groot (32).

27

27 [Teth]. Het is goed voor een man, dat hij het juk in zijn jeugd draagt. (SV) 

Het juk. Door God hem opgelegd (28).

28

28 [Jod]. Hij zitte eenzaam, en zwijge stil, omdat Hij het hem opgelegd heeft. (SV)  

Jeremia werd tot zijn profetisch ambt geroepen toen hij nog jong was. Het was hem, de zachtmoedige, gevoelige man voorbehouden om de strafgerichten over Juda aan te kondigen niet alleen, maar straks ook te zien voltrekken.

Was ook het kind Jezus niet een juk opgelegd? Toen hij 12 jaar oud was vonden zijn ouders hem, na drie dragen zoeken, in de tempel. Zijn antwoord:

Lu 2:49  En Hij zei tot hen: Waarom hebt u Mij gezocht? Wist u niet dat Ik in de dingen van mijn Vader moet zijn? (Telos)

30

30 [Jod]. Hij geve zijn wang dien, die hem slaat, hij worde zat van smaad. (SV)  

Hij geve zijn wang dien, die hem slaat. De Heer Jezus onderwees zijn leerlingen en onderwijst ons:

Lu 6:29  Bied aan hem die u op de wang slaat, ook de andere; en weiger aan hem die u de mantel afneemt, ook het onderkleed niet. (Telos)

Zodanige lijdzaamheid bracht Hijzelf in de praktijk:

Mr 14:65  En sommigen begonnen Hem te bespuwen en zijn gezicht te bedekken en Hem met vuisten te slaan en tot Hem te zeggen: Profeteer! En de dienaren sloegen Hem in het gezicht. (Telos)

Hij worde zat van smaad.

Ro 15:3  Want ook Christus heeft Zichzelf niet behaagd, maar zoals geschreven staat: ‘De smaadheden van hen die U smaden, zijn op mij gevallen’. (Telos)

2Co 12:10  Daarom heb ik een welgevallen in zwakheden, in smaadheden, in noden, in vervolgingen en benauwdheden voor Christus; want wanneer ik zwak ben, dan ben ik sterk. (Telos)

32

32 [Caph]. Maar als Hij bedroefd heeft, zo zal Hij Zich ontfermen, naar de grootheid van Zijn goedertierenheden. (CP[1])  

Als Hij bedroefd heeft. Zie vs. 33. Bedroefd heeft Hij ook Jezus.

Mt 26:38  Toen zei Hij tot hen: Mijn ziel is zeer bedroefd tot de dood toe; blijft hier en waakt met Mij. Mt 26:39  En Hij ging iets verder, viel op zijn aangezicht en bad aldus: Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze drinkbeker Mij voorbijgaan; echter niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt. (Telos)

Naar de grootheid van Zijn goedertierenheden. Door Zijn goedertierenheden zijn wij niet omgekomen (22).

38

38 [Mem]. Gaat niet uit den mond des Allerhoogsten het kwade en het goede? (SV) 

Ook uit de mond van de Heer Jezus kan het kwade uitgaan en de vijanden treffen.

2Th 2:8  En dan zal de wetteloze geopenbaard worden, die de Heer Jezus zal verteren door de adem van zijn mond en ten niet doen door de verschijning van zijn komst; (Telos)

Opb 19:21  En de overigen werden gedood met het zwaard dat kwam uit de mond van Hem die op het paard zat, en alle vogels werden verzadigd van hun vlees. (Telos)

47

47 [Pe]. De vreze en de kuil zijn over ons gekomen, de verwoesting en de verbreking. (SV)

De kuil. Zie vs. 53, 55.

48

48 [Pe]. [Met] waterbeken loopt mijn oog neder, vanwege de breuk der dochter mijns volks. (SV) 

Zie ook volgende vers.

Jeremia weende achteraf over Jeruzalem, Jezus weende vooraf over de stad.

Lu 19:41 En toen Hij naderde en de stad zag, weende Hij over haar  Lu 19:42  en zei: Och, mocht op deze uw dag ook u erkennen wat tot uw vrede dient. Nu is het echter verborgen voor uw ogen. Lu 19:43  Want er zullen dagen over u komen dat uw vijanden een wal rondom u zullen opwerpen Lu 19:44  en u zullen omsingelen en u van alle zijden benauwen; en zij zullen u met de grond gelijkmaken met uw kinderen in u; en zij zullen in u geen steen op de andere steen laten, aangezien u de tijd waarin naar u werd omgezien, niet hebt erkend. (Telos)

52

52 [Tsade]. Die mijn vijanden zijn zonder oorzaak, hebben mij als een vogeltje dapperlijk gejaagd. (SV) 

Die mijn vijanden zijn zonder oorzaak. Canisius-vertaling: "Die zonder reden mijn vijanden zijn". Ook de Heer Jezus heeft vijandschap zonder (goede) reden ondervonden.

Ps 69:4  (69-5) Die mij zonder oorzaak haten, zijn meer dan de haren mijns hoofds; die mij zoeken te vernielen, die mij om valse oorzaken vijand zijn, zijn machtig geworden; wat ik niet geroofd heb, moet ik alsdan wedergeven. (SV)

53

53 [Tsade]. Zij hebben mijn leven in een kuil uitgeroeid, en zij hebben een steen op mij geworpen. (SV) 

Kuil. Zie vs. 47, 55.

55

55 [Koph]. HEERE! Ik heb Uw Naam aangeroepen uit den ondersten kuil. (SV) 

Kuil. Zie vs. 47, 53.

Voetnoot

  1. 1,0 1,1 1,2 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.