Kussen
Kussen is een kus of kussen geven. Een kus is een aanraking met de lippen, als groet of teken van genegenheid of eerbied.
'Zoen' is een synoniem van 'kus'.
Zoals gezegd, een kus kan zijn een teken van genegenheid of van eerbied.
Teken van genegenheid
Een kus kan zijn een teken van genegenheid:
a. tussen personen van beider geslacht. Kussen van reine liefde (Hoogl. 1 : 2 ; 8 : 1) zijn een zinnebeeld van het genot dat de gemeente bezit in de tekenen der liefde van haar hemelse Bruidegom. Kussen van ontuchtige liefde daarentegen (Spreuk. 7: 13), zinnebeeld van de lokkende verleidingskunsten van de zonde en de goddeloosheid.
b. tussen personen van hetzelfde geslacht, bij ontmoeting en begroeting, aankomst en afscheid. De Heer Jezus merkte op dat de farizeeër Simon, die hem binnen nodigde, hem geen kus gegeven had.
Lu 7:45 Een kus hebt u Mij niet gegeven, maar zij heeft vanaf dat Ik binnengekomen ben niet opgehouden mijn voeten innig te kussen. (Telos)
De kus der liefde en der vriendschap, ook de broederkus van de eerste christenen als teken van de innige, heilige verbinding (Rom. 16:16, 1 Kor. 16: 20, 2 Kor. 13: 12, 1 Thess. 5: 26), naar de apostolische instelling alleen door mannen aan mannen, door vrouwen aan vrouwen gegeven, is een kussen van de mond.
Er was ook een kussen van de baard (2 Sam. 20: 9 v.).
De apostel Paulus vermaande de gelovigen elkaar te groeten met een heilige kus.
Ro 16:16 Groet elkaar met een heilige kus. Al de gemeenten van Christus groeten u. (Telos)
1Co 16:20 U groeten al de broeders. Groet elkaar met een heilige kus. (Telos)
2Co 13:12 Groet elkaar met een heilige kus. (Telos)
1Th 5:26 Groet al de broeders met een heilige kus. (Telos)
De apostel Petrus vermaande de gelovigen elkaar te groeten met een liefdekus.
1Pe 5:14 Groet elkaar met een liefdekus. Vrede zij u allen die in Christus Jezus bent. Amen. (Telos)
In het Westen zijn we minder geneigd elkaar bij een begroeting te kussen. Wij schudden elkaar vaker de hand. De vermaning van de apostelen toepassend, zouden we elkaar met een heilige handdruk moeten begroeten.
Kussen van gehuichelde vriendschap en liefde waren die van Absalom (2 Sam. 15: 5) en van Judas (Matth. 26: 48v.). Over onheilig kussen spreekt het apocriefe boek Wijsheid van Jezus Sirach:
Sir 29:4 Velen beschouwen het geleende als gevonden geld en bezorgen last aan wie hen geholpen hebben. Sir 29:5 Zo iemand kust zijn naaste de handen totdat hij het geld heeft gekregen en vanwege zijn geld spreekt hij hem onderdanig aan, maar wanneer het ogenblik van terugbetalen is gekomen stelt hij het uit, betaalt hij onvriendelijke woorden terug en geeft de schuld aan de tijd. (WV95)
Teken van eerbied
Een kus kan zijn een teken van eerbied:
a. jegens de goden (1 Kon. 19: 18; Hoz. 13: 2), men wierp hun kussen toe, bijvoorbeeld de sterrenaanbidders de door hen aangebeden hemellichten, zon en maan (waarop Job 31: 27 doelt), of men kuste hun beelden.
b. Jegens koningen, vorsten, aanzienlijken in het algemeen; zoo Samuël jegens Saul, nadat hij hem gezalfd had, het eerste teken van hulde (1 Sam. 10: 1). "Kust de zoon" (Ps. 2:12) wil zeggen: huldigt hem, vereert hem als koning. Men kuste de handen (zie het bovenaangehaalde vers uit het boek Sirach), knieën, voeten (Luk. 7: 38), de zoom van het kleed, ook wel de aarde, ter plaatse waar zij hun voeten hadden gezet (Jes. 49: 23; Micha 7: 17; Ps. 72: 9).
Lu 7:45 Een kus hebt u Mij niet gegeven, maar zij heeft vanaf dat Ik binnengekomen ben niet opgehouden mijn voeten innig te kussen. (Telos)
Oneigenlijk zin
In oneigenlijke zin staat 'kussen' voor:
1. lichamelijke aanraking (Ezech. 3: 13);
2. innige geestelijke gemeenschap. In Ps. 85:11 staan goedertierenheid en gerechtigheid, als van de hemel komend, tegenover de trouw en de vrede, die van de aarde deze tegenkomen en zich met hen in liefelijke harmonie verenigen.
Ps 85:10 (11) Goedertierenheid en trouw ontmoeten elkaar, gerechtigheid en vrede kussen [elkaar]. Ps 85:11 (12) Trouw komt op uit de aarde, gerechtigheid ziet uit de hemel neer. (HSV)
Bron
H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Kus, kussen. De tekst van dit lemma is op 14 nov. 2022 onder wijziging verwerkt.