Lofoffer

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 1 nov 2018 om 10:09 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Een '''lofoffer''' in het oude Israël was een bijzonder soort dankoffer. Gelovigen in Christus mogen ''geestelijke'' lofoffers brengen. 1. Het was een bijzonder s...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Een lofoffer in het oude Israël was een bijzonder soort dankoffer. Gelovigen in Christus mogen geestelijke lofoffers brengen.

1. Het was een bijzonder soort van dankoffer en heette saefach hattodah, offer der belijdenis, der dankbaarheid. Het onderscheidde zich daardoor van het gelofte- en het vrijwillig offer, dat het vlees op dezelfde dag, waarop het geofferd werd, gegeten en al het overgeblevene verbrand moest worden. Uit de naam volgt, dat naast belijdenis der zonde lof en dank voor de ontvangen goddelijke weldaden het wezen van dit offer uitmaakten (vgl. 1 Kon. 8: 33, 34). Het was een dankoffer in de meest eigenlijke, volkomen zin, heiliger dan de ander soorten van gelofte- en vrijwillige offers. De gebruiken daarbij zijn in Lev. 7 vv. (vgl. 2 Kron. 29: 31) beschreven. Het gezuurde daarbij, wijst wellicht op het onvolmaakte van onze lof.

2. Van geestelijke lofoffers spreekt Hebr. 13: 14. Omdat geen nieuw zondoffer nodig is, nadat Jezus een eeuwig geldend offer voor de zonden heeft gebracht, zo moeten wij daarvoor geesteljke lofoffers brengen, de dankende belijdenis van de goddelijke genade in woord en wandel, vgl. Rom. 12: 1 en Ps. 50: 23. Het schoonste lofoffer van de gelovigen is de vrucht van zulke lippen (Jes. 57 : 19), die deels met liefde, deels met standvastigheid de naam van Christus prijzen en steeds in 't openbaar belijden (vgl. Hos. 14: 3; Mal. 1: 11).

Bron

H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Lofoffer. De tekst van dit lemma is op 1 nov. 2018 onder wijziging verwerkt.