Logos
Logos is de overschrijving van een Grieks woord (λόγος). Het betekent 'woord', 'gedachte', 'taal', 'rede', 'principe', 'leerstelling' of 'logica'. Meestal wordt het met 'woord' vertaald.[1]
Het Logos-begrip diende Philo van Alexandrië en de Neo-platonici om het boven alle schepselen hoog verheven en Gode nabije schepsel aan te duiden, waardoor God de wereld schiep en met het geschapene in betrekking staat.[2]
De apostel Johannes neemt in zijn evangelie de naam Logos (Woord) over, om daarmee aan te duiden het eeuwig, ongeschapen Woord, dat bij de Vader was en God gelijk was.
Joh 1:1 In het begin was het Woord; en het Woord was bij God, en het Woord was God. Joh 1:2 Dit was in het begin bij God. Joh 1:3 Alle dingen zijn door Hem geworden, en zonder Hem is niet een ding geworden dat geworden is. (...) Joh 1:14 En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van een eniggeborene van een vader) vol van genade en waarheid. (Telos)