Mattheüs 27: verschil tussen versies
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 36: | Regel 36: | ||
<onlyinclude><sup>10</sup> en gaven die voor de akker van de pottenbakker, zoals de Heer mij had opgedragen’. </onlyinclude>(Telos) |
<onlyinclude><sup>10</sup> en gaven die voor de akker van de pottenbakker, zoals de Heer mij had opgedragen’. </onlyinclude>(Telos) |
||
Zie het commentaar bij vers 9. |
Zie het commentaar bij vers 9. |
||
== 11 == |
|||
<onlyinclude><sup>11</sup> Jezus nu stond voor de stadhouder. En de stadhouder vroeg Hem aldus: Bent U de koning der Joden? Jezus nu zei: U zegt het. </onlyinclude>(Telos) |
|||
'''De stadhouder vroeg Hem aldus: Bent U de koning der Joden?''' Dat was voor Pilatus een belangwekkende vraag. Het was eens ook voor Herodes de Grote een belangrijk punt. De Hogepriester had gevraagd: "Bent u de Christus, de Zoon van God?". <blockquote>''Mt 26:63 Jezus echter zweeg. En de hogepriester antwoordde en zei tot Hem: Ik bezweer U bij de levende God, dat U ons zegt of U de Christus bent, de Zoon van God! Mt 26:64 Jezus zei tot hem: U hebt het gezegd. Ik zeg u evenwel: van nu aan zult u de Zoon des mensen zien zitten aan de rechterhand van de kracht en zien komen op de wolken van de hemel. Mt 26:65 Toen scheurde de hogepriester zijn kleren en zei: Hij heeft gelasterd; waarom hebben wij nog getuigen nodig? Zie, nu hebt u de lastering gehoord; wat vindt u ervan?'' (Telos)</blockquote>Pilatus vernam ook dat Jezus de Messias (Christus) werd genoemd, zie vs. 17. |
|||
'''Jezus nu zei: U zegt het.''' Zie 26:64. Hiermee bevestigt Jezus dat Hij het is. |
|||
== 12 == |
|||
<onlyinclude><sup>12</sup> En toen Hij door de overpriesters en oudsten werd beschuldigd, antwoordde Hij niets. </onlyinclude>(Telos) |
|||
'''De overpriesters en oudsten.''' Zie vs. 1. |
|||
== 13 == |
|||
<onlyinclude><sup>13</sup> Toen zei Pilatus tot Hem: Hoort U niet hoeveel zij tegen U getuigen? </onlyinclude>(Telos) |
|||
'''Hoeveel.''' Veel beschuldigingen, daaronder wellicht ook de beschuldiging van het afbreken van de tempel. |
|||
== 17 == |
|||
<onlyinclude><sup>17</sup> Toen zij dan bijeen waren, zei Pilatus tot hen: Wie wilt u dat ik u zal loslaten: Jezus Barabbas, of Jezus die Christus wordt genoemd? </onlyinclude>(Telos) |
|||
'''Jezus die Christus wordt genoemd.''' Dat moest de toehoorders, waaronder veel overpriesters en oudsten van Israël (vgl. vers 18, 20), aanspreken. |
|||
== 18 == |
|||
<onlyinclude><sup>18</sup> Want hij wist dat zij Hem uit afgunst hadden overgeleverd. </onlyinclude>(Telos) |
|||
'''Uit afgunst.''' Omdat Jezus zo 'populair' was, veel volk trok en met vreugde was binnengehaald in Jeruzalem. |
|||
== 19 == |
|||
<onlyinclude><sup>19</sup> Toen hij nu op de rechterstoel zat, zond zijn vrouw hem de boodschap: Heb niets te doen met die Rechtvaardige; want ik heb heden in een droom veel om Hem geleden. </onlyinclude>(Telos) |
|||
Vergelijk:<blockquote>''Lu 23:27 Nu volgde Hem een grote massa van het volk en van vrouwen die weeklaagden en klaagliederen over Hem zongen. Lu 23:28 Jezus echter wendde Zich tot hen en zei: Dochters van Jeruzalem, weent niet over Mij; weent evenwel over uzelf en over uw kinderen.'' (Telos)</blockquote>Vergelijk het "hun vrouwen bijzonder" in de beschrijving van de grote rouwklacht over de gekruisigde Messias. <blockquote>''Zac 12:12 En het land zal rouwklagen, elk geslacht bijzonder; het geslacht van het huis Davids bijzonder, en hunlieder vrouwen bijzonder; en het geslacht van het huis van Nathan bijzonder, en hun vrouwen bijzonder; Zac 12:13 Het geslacht van het huis van Levi bijzonder, en hun vrouwen bijzonder; het geslacht van Simei bijzonder, en hun vrouwen bijzonder; Zac 12:14 Al de overige geslachten, elk geslacht bijzonder, en hunlieder vrouwen bijzonder.'' (SV)</blockquote> |
|||
== 20 == |
|||
<onlyinclude><sup>20</sup> De overpriesters en de oudsten echter overreedden de menigten dat zij Barabbas moesten vragen, maar Jezus ombrengen. </onlyinclude>(Telos) |
|||
'''De overpriesters en de oudsten.''' Zie verzen 1, 12. |
|||
==26== |
==26== |