Meden
Meden waren inwoners van Medië (= 'land van het midden'[1]), een landstreek van midden-Azië, zuidelijk van de Kaspische Zee, in het huidige Iran.
Naam. De Meden worden ook genoemd Meders, Medai of Madai. Meden gaat terug op het Oudperzische Māda; Oudgrieks: Μᾶδοι, Madoi.
Het Hebreeuwse woord is מדי, Maday, en betekent eigenlijk 'midden-land'[2]. Het verwijst in de Bijbel naar: 1. een volk, afkomstig van de zoon van Jafet, woonachtig in het gebied van Medië; 2. land bewoond door de nakomelingen van Jafet; in het noordwesten van het huidige Iran, ten noordwesten van het eigenlijke Perzië, ten zuiden en zuidwesten van de Kaspische Zee, ten oosten van Assyrië. Het Strongnummer is 04074. Het Hebreeuwse woord komt 16x in de Bijbel voor.
De Statenvertaling zet het woord in het Nederlands over door: Meden (7x), Medië (6x), Madai (2x), Media (1x). De NBG-51 vertaling heeft: Medië (9x), Meden (5x), Madai (2x). De Engelse King James vertaling heeft: Medes (8x), Media (6x), Madai (2x).
Taal. De taal van de Meden is het Medisch. Van deze taal zijn geen geschreven bronnen en daardoor is er weinig van bekend. Zij valt onder de Noordwest-Iraanse talen, en is dus verwant aan het Koerdisch. Om deze reden worden de Meden soms als de voorouders van de Koerden beschouwd.
Hoofdstad. Ecbatana, ook Achmetha genoemd, was de voornaamste stad van Medië. Thans heet de stad Hamadan, in Iran.
God voorzegde door de mond van Jesaja, die leefde in de 2e helft van de 8e eeuw v.C., de ondergang van Babel door de Meden:
Jes 13:17 Ziet, Ik zal de Meden tegen hen verwekken, die het zilver niet zullen achten, en aan het goud zullen zij geen lust hebben. Jes 13:18 Maar hun bogen zullen de jongelingen verpletteren, en zij zullen zich niet ontfermen over de vrucht des buiks; hun oog zal de kinderen niet verschonen. Jes 13:19 Alzo zal Babel, het sieraad der koninkrijken, de heerlijkheid, de hovaardigheid der Chaldeën, zijn gelijk als God Sodom en Gomorra omgekeerd heeft. (SV)
722 v.C. De val van Samaria en daarmee van het Israëlitische tienstammenrijk. De inwoners worden weggevoerd. Een deel komt in Medië.
585-550. De laatste koning van de Meden is Astyages, die van 585 tot 550 v.Chr. regeerde.
550 v.C. De Perzische vorst Cyrus II de Grote, in de Bijbel Kores genoemd, plundert de Medische hoofdstad Ecbatana. Hij, zoon van een Pers, was de kleinzoon van de Meder Astyages.
Meden en Perzen. Eerst overheersten de Meden de Perzen en de Perzen de Meden. De laatste koning van de Meden, Astyages, werd door zijn kleinzoon Kores, zoon van de Pers Cambyses, die tegen zijn grootvader in opstand was gekomen, verslagen. In 550 v.C. overwon Kores het Medische rijk en kregen de Perzen de overhand.
Het ontstaan van de dominantie van de Perzen wordt afgebeeld in twee gezichten (visioenen) van Daniël. In het eerste (Dan. 7) ziet Daniël een beer die zich naar één kant opricht (de Perzen krijgen de overhand), en in het tweede gezicht (Daniël 8) een ram met twee hoornen, waarvan de tweede hoger is dan de eerste.
In het Perzische rijk werden soms Medische vazalvorsten over bepaalde gebieden gesteld. Zo'n vorst was Darius de Meder. Hij "ontving het koningschap" (Dan. 5:31 of 6:1) toen hij 62 jaar oud. En Dan. 9:1 zegt dat hij "koning gemaakt was over het koninkrijk der Chaldeeën", het gewest Babel van het Perzische rijk.
Da 9:1 In het eerste jaar van Darius, den zoon van Ahasveros, uit het zaad der Meden, die koning gemaakt was over het koninkrijk der Chaldeeën; (SV)
De uitdrukking "ontving het koningschap" wijst volgens sommigen op het ontvangen van het koningschap uit handen van een hogere gezagsdrager: Darius werd door de Perzische koning Kores gesteld over het gewest Babel.[4]
De Meden zijn steeds een herkenbaar bestanddeel van het door de Perzen overheerste rijk gebleven. De Grieken, die 100 jaren vóór Alexander de Grote tegen twee Perzische koningen hebben gestreden, hebben die oorlogen steeds aangeduid als de "Medische oorlogen", terwijl wij spreken van "de Perzische oorlogen".[4]
Joodse Meden. In Medië woonden ook Joden. Ten tijde van de uitstorting van de Heilige Geest in Jeruzalem, woonden in deze stad Joden afkomstig uit Medië. Zij stonden versteld toen zij de Galilese leerlingen van Jezus de taal van de Meden hoorden spreken.
Hnd 2:5 Nu woonden er in Jeruzalem Joden, godvrezende mannen uit elk van de volken die er onder de hemel zijn. Hnd 2:6 Toen nu dit geluid was ontstaan, kwam de volksmenigte samen en raakte in verwarring, want ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken. Hnd 2:7 En zij waren buiten zichzelf en verwonderden zich en zeiden: Zie, zijn niet al dezen die spreken Galileeërs? Hnd 2:8 Hoe horen wij hen dan ieder van ons in zijn eigen taal waarin wij geboren zijn? Hnd 2:9 Parthen, Meden en Elamieten, en de bewoners van Mesopotamie, Judea en Kappadocie, Pontus en Asia, Hnd 2:10 Frygie en Pamfylie, Egypte en de streken van Libie bij Cyrene, en de hier woonachtige Romeinen, zowel Joden als proselieten, Hnd 2:11 Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze talen over de grote daden van God spreken. Hnd 2:12 En zij waren allen buiten zichzelf en waren in verlegenheid en zeiden de een tot de ander: Wat mag dit toch zijn? (TELOS)
Alleen in Hand. 2:9 is in het Nieuwe Testament sprake van Meden.
Koerden. De huidige Koerden stammen van de Meden.
Meer informatie
Meden, nl.wikipedia.org. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 27 feb. 2020.
Bron
Meden, nl.wikipedia.org. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 27 feb. 2020.
Voetnoten
- ↑ Grieks-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
- ↑ Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.
- ↑ Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Meden#cite_ref-1
- ↑ 4,0 4,1 Ger de Koning, Daniël 8, op: Kingcomments.com. Geraadpleegd op 16 mrt. 2023.
- ↑ De jaartallen zijn merendeels ontleend aan Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten (Stichting De Oude Wereld, 2009).