Meel

Uit Christipedia

Meel (Eng. flour, Du. Mehl, Fr. farine) is door malen verkregen poedervormige massa. Meel van gemalen graan, meestal tarwe, is het voornaamste voedingsmiddel (grondstof) van de mens. Meelbloem is zeer fijn meel. Meelbloem is in de Bijbel een zinnebeeld van Christus' zuivere mensheid.

Ongezeefd meel.

Er is tarmemeel, gerstemeel, roggemeel, enz. Het Hebreeuwse woord is kaemach, het vermorzelde. Meel wordt immers door vermorzelen en malen verkregen.

Volgens het oude Hebreeuwse geschrift Jezus Sirach behoort tarwemeel tot het voornaamste middel voor de mens. "Het voornaamste dat tot het leven des mensen nodig is, is water, en vuur, en ijzer, en zout, en tarwemeel, en melk en honig, druivenbloed, en olie, en een kleed." (39:30, Statenvertaling)

Meel werd in Israël bij de offers gebruikt. Nog in de staat van zijn reinheid is meel de meest geschikte hoofdstof voor het spijsoffer; alleen het fijnste tarwemeel (Hebr. sólaeth, Gen.18:6, Hebr. kaemach sólaeth, meelbloem) is geschikt voor het offer (Gen. 29 : 2 40; Lev. 2: 1 5; 1 Kron. 9: 29). Alleen bij het vernederende ijveroffer (Num. 5: 15) wordt gerstemeel gebruikt.

Over de meelbloem van het spijsoffer werd olie gegoten. Ook legde men er wierook op (Lev. 2:1). Bij het zondoffer van Lev. 5 werd ook meelbloem gebruikt, echter zonder bijvoeging van olie of wierook.

In 1 Sam. 1: 24; 28: 24; 2 Sam. 17: 28; 1 Kon. 17: 14, 16; 2 Kon, 4: 41;  1 Kron. 12 : 40; Hos. 8 : 7 is de hoedanigheid van het meel niet nader bepaald; in 1 Kon. 4: 22 wordt echter bij hetgeen dagelijks voor de hofhouding van Salomo nodig was, fijn tarwemeel van gewoon meel onderscheiden.

Christus' mensheid

Het spijsoffer, dat ons de menselijke natuur van Christus voorstelt, was van meelbloem, het allerfijnste meel. Geen enkele grove korrel was er in. Niets oneffens - niets ongelijks - niets ruws bij het aanraken. Zijn menselijke natuur was zacht, zuiver, door de zonde onbevlekt, rein.

"Het meelbloem, dat is het allerfijnste meel, spreekt van de volkomen reinheid (elk vuiltje erin zou direct opvallen) en de volkomen gelijkmatigheid van de deeltjes. Het drievoudig en eenduidig getuigenis van de Schrift luidt dan ook: “In Hem is geen zonde” (1Jh 3:5), “Hem die geen zonde gekend heeft” (2Ko 5:21) en “Hij die geen zonde heeft gedaan” (1Pt 2:22). Zijn hele openbaring was op elk moment volmaakt. Hij was volmaakt in het betonen van liefde en genade, maar ook in heiligheid en gerechtigheid. Alles bij Hem was volmaakt op Zijn tijd. Bij ons is er vaak oneffenheid, wij hebben onze uitschieters, zelfs in dat waarin we sterk zijn. Mozes “was zeer zachtmoedig, meer dan alle mensen die op de aardbodem waren” (Nm 12:3), maar verloor toch een keer zijn geduld en zondigde (zie Nm 20:8-11)."

Uit: Ger de Koning, Leviticus; toegelicht en toegepast (Uitgeverij Johannes Multimedia, 2011) blz. 31-32. 

Maar Hij is om onze overtredingen verwond,
om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld;
de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem,
en door Zijn striemen is ons genezing geworden.
(Jes. 53:5, SV)

U leed daar stil en zwijgend, zonder klagen.
Uw haters, Heer, genoten van uw smart.
Hun laster, spot en hoon moest U verdragen;
alleen maar haat bewoog hun boze hart.

U hebt aan 't kruis, zachtmoedig in de schande,
de zware taak volbracht die God U gaf,
beval uw geest in 's Vaders trouwe handen
en gaf Uzelf voor ons in dood en graf.

John Nelson Darby,

(Uit: Geestelijke liederen, lied 188, 3e en 4e couplet)

Evenals Mozes was Jezus zachtmoedig.

Nu 12:3 Doch de man Mozes was zeer zachtmoedig, meer dan alle mensen, die op den aardbodem waren. (SV)

Mt 11:29 Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen. (Telos)

Mt 21:5 Zegt der dochter Sions: Zie, uw Koning komt [tot] u, zachtmoedig en gezeten op een ezelin en een veulen, zijnde een jong ener jukdragende [ezelin]. (Telos)


Ook aan het kruis, waar Hij om onze overtredingen zelfs werd vermorzeld, verbrijzeld, was de Heiland zachtmoedig, hoewel kruiselingen dikwijls scholden, tierden en verwensingen slaakten.

Dubbele maat meelbloem

Op de hoogtijdag van de Eerstelingsgarve moest een beweegoffer van de eerste schoof van de gersteoogst worden gebracht. Op dezelfde dag moesten een volkomen eenjarig lam ten brandoffer en een spijsoffer en een drankoffer van wijn voor de HEER worden gebracht.

Le 23:13 En zijn spijsoffer twee tienden meelbloem, met olie gemengd, ten vuuroffer, den HEERE tot een liefelijken reuk; en zijn drankoffer van wijn, het vierde deel van een hin. (SV)

Het spijsoffer bestond uit twee tienden meelbloem. Het dagelijks brandoffer werd gebracht met een spijsoffer van één tiende meelbloem. Nu moest een spijsoffer met een dubbele maat worden gebracht; de maat van de meelbloem was verdubbeld. De eerstelingsgarve verbeeldt de Eersteling uit de doden, de opgestane Heiland. Er was een volmaakt mens opgestaan uit de doden, een mens met een verheerlijkt lichaam.

1Co 15:47 De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk, de tweede mens is uit de hemel. (TELOS)

Meer weten

Hoe men vroeger meel maakte uit graan: video Van graan tot meel, duur 13 minuten. Nederlands gesproken.

Bronnen

“De menschwording van Gods Zoon”, in: Bode des Heils in Christus, jaargang 31 (1888). Hieraan is op 20 juli 2013 enige tekst ontleend.

H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Meel. Hieruit is op 20 juli 2013 tekst genomen en verwerkt.