Modalisme

Uit Christipedia

Het modalisme is de leer, in de 2e en 3e eeuw n.C. opgekomen, dat Christus slechts een verschijningsvorm (Lat. modus) van God de Vader is geweest, niet een aparte goddelijke persoon.

De leer is een poging om de eenheid van God te handhaven en het Bijbelse onderscheid van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest te verklaren. Dit onderscheid is, aldus het modalisme, geen onderscheid van personen, maar van wijzen (modi), verschijningsvormen. De éne God vertoont zich op drie wijzen, zoals water zich vertoont in de drie vormen (toestanden) vast (als sneeuw en ijs), vloeibaar (als water) en gasvormig (als waterdamp). Water in vloeibare vorm is water, bevroren water is water en waterdamp is water, terwijl de ene toestand van vloeibaar water niet hetzelfde is als ijs of als waterdamp.

Modalisten ontkennen het onderscheid van de goddelijke Personen in de Drieëenheid. God is één Persoon, die drie verschillende rollen heeft; gelijk een en dezelfde acteur drie verschillende rollen kan spelen, of gelijk een man drie rollen kan vervullen: vader, zoon, advocaat.

De leer werd gebracht door Sabellius (begin 3e eeuw) en anderen. De éne God heeft zich op drie wijzen gemanifesteerd: als Vader door de schepping, als Zoon door de menswording en als Geest door de heiligmaking. Daarom wordt het modalisme ook genoemd Sabellianisme.

De leer van het modalisme is door verschillende kerkvergaderingen als 'ketterij' veroordeeld.

Beoordeling

Het modalisme bemoeilijkt het lezen en verstaan van de Schrift, ja, is in strijd met Gods Woord. Enkele voorbeelden maken dat duidelijk.

Jezus' voorbestaan. De Zoon van God is het Woord. Hij was bij God en was ook Zelf God.

Joh 1:1  In het begin was het Woord; en het Woord was bij God, en het Woord was God. (Telos)

Als de Zoon en de Vader één persoon zijn, is zeggen dat de een bij de ander was zonder betekenis. Het vers wil toch meer zeggen dan dat God bij Zichzelf was.

Jezus' doop. Als de Heer Jezus gedoopt wordt in de Jordaan, is hij op aarde. De Vader, die tot het spreekt, is in de hemel. De Heilige Geest daalt op Jezus neer.

Lu 3:22  en de Heilige Geest in lichamelijke gedaante als een duif op Hem neerdaalde, en er kwam een stem uit de hemel: U bent mijn geliefde Zoon, in U heb Ik welbehagen gevonden. (Telos)

Een modalist moet, als hij consequent is, aldus verstaan: God daalde als Geest op Zichzelf neer en sprak tot Zichzelf dat Hij geliefd is en in Zichzelf welbehagen gevonden heeft.

Kennen. De Vader en de Zoon kennen elkaar, niet slechts Zichzelf.

Joh 10:14  Ik ben de goede herder; en Ik ken de mijne en de mijne kennen Mij, Joh 10:15  zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken; en Ik leg mijn leven af voor de schapen. (Telos)

Een modalist moet aldus verstaan: de Vader kent Mij, d.i. Zichzelf, en Ik ken de Vader, d.i. Mijzelf. Liefde.

Joh 10:17  Daarom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik mijn leven afleg, opdat Ik het weer neem. (Telos)

Modalist: "Daarom heeft de Vader Zichzelf lief, omdat ... ".

Andere Voorspraak. Jezus heeft de Vader gevraagd om een andere Voorspraak te geven.

Joh 14:16  En Ik zal de Vader vragen en Hij zal u een andere Voorspraak geven, opdat Die met u zal zijn tot in eeuwigheid: (Telos)

Modalist: "Ik zal Mijzelf vragen en Ikzelf zal u een andere gestalte van Mijzelf geven, opdat Die met u zal zijn tot in eeuwigheid".

Jezus' gebed. In Johannes 17 bidt Jezus tot de Vader. Als Jezus en de Vader identiek zijn, bidt Jezus tot zichzelf. Al zijn gebeden zijn dan zelfspraak.

Joh 17:1 Dit sprak Jezus en Hij hief zijn ogen op naar de hemel en zei: Vader, het uur is gekomen: verheerlijk uw Zoon, opdat uw Zoon U verheerlijkt; (Telos)

Modalist: "Dit sprak Jezus en zag naar zichzelf en zei: Vader, het uur is gekomen: verheerlijk Uzelf als Zoon, opdat U als Zoon Zichzelf als Vader verheerlijkt."

Joh 17:2  zoals U Hem macht hebt gegeven over alle vlees, opdat alles wat U Hem hebt gegeven, Hij hun eeuwig leven geeft. (Telos)

Modalist: "Zoals U Zichzelf macht hebt gegeven over alle vlees, opdat alles wat U Zichzelf hebt gegeven, U hun eeuwig leven geeft". Een persoon kan zichzelf niet iets geven dat hij al heeft, tenzij het niet uniek is en er meer van is. Maar de almacht van God is uniek, er is geen tweede almacht die Hij Zichzelf zou kunnen geven.

Joh 17:3  En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus die U hebt gezonden. (Telos)

Modalist: "En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en U, die Zichzelf hebt gezonden." "en U" of "en Jezus Christus" is volstrekt overbodig en vreemd, als God één persoon is.

Joh 17:4  Ik heb U verheerlijkt op de aarde, terwijl Ik het werk heb voleindigd dat U Mij te doen hebt gegeven; (Telos)

Modalist: "Ik als Zoon heb Mijzelf als Vader verheerlijkt op de aarde, terwijl Ik als Zoon het werk heb voleindigd dat Ik als Vader Mijzelf als Zoon te doen heb gegeven".

Jezus bad niet tot Zichzelf. maar tot Zijn Vader in de hemel.

Jezus aan Gods rechterhand. De Heer Jezus is gezeten aan Gods rechterhand. Dat is voorzegd door David.

Ps 110:1  Een psalm van David. De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten. (SV)

Modalist: "De HEERE heeft tot Zichzelf gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, tot Ik Mijn vijanden gezet zal hebben tot een voetbank voor mijn voeten". Een persoon kan zich echter naast zichzelf zetten.

Deze lezingen door de bril van het modalisme laten zien in welke bochten wij ons denken moeten wringen, in flagrante strijd met het gewone verstaan van de Schrifttekst.

Zie ook

Drie-eenheid