Moerbei

Uit Christipedia

Moerbei is in de plantkunde een familie van tweezaadlobbige houtige planten met melksap, waartoe de moerbei en de vijg behoren. Bei = bes. De moerbeifamilie (Moraceae) telt 1100 soorten (waarvan 750 in het geslacht Ficus). Tot deze familie behoren de Zwarte moerbeiboom (Luc. 17:6), de Gewone vijgenboom en de Wilde Vijgenboom (Amos 7:14; Luc. 19:4). De profeet Amos was een kweker van moerbeivijgen (wilde vijgen, Amos 7:14) en Zachëus klom in een Wilde vijgenboom (Moerbeivijgenboom, Luc. 19:4)

Zwarte moerbei (Morus nigra)

De moerbeiboom in Luc. 17:6 is de Zwarte moerbeiboom (Lat. Morus nigra; Eng. Black mulberry; Du. Schwarzer Maulbeerbaum). 

Lu 17:6 De Heer echter zei: Als u een geloof hebt als een mosterdzaad, zou u tot deze moerbeiboomzeggen: Word ontworteld en in de zee geplant; en hij zou u gehoorzamen. (TELOS)

Het Griekse woord in het bijbelvers is Sykaminos (vgl. Engels sycamine tree). De boom komt van nature voor in Midden- en West-Azië, doch wordt alom gekweekt in Zuid-Europa. 

In de Bijbel voorkomende Ficussoorten zijn de Gewone vijgenboom (Ficus carica) en de Wilde of Egyptische vijgenboom (Ficus sycomorus). 

De Gewone vijgenboom wordt in de Bijbel vaker genoemd dan andere vruchtbomen. 

Wilde vijgenboom (Moerbeivijgenboom)

De Wilde vijgenboom of Egyptische vijgenboom (Ficus sycomorus) behoort volgens de plantkunde tot de moerbeifamilie (Moraceae). Andere namen voor de boom zijn:

  • vijgenmoerbei (omdat de bladeren op die van de moerbei lijken),
  • moerbeivijgenboom
  • moerbeziënboom (moerbezie = moerbei)
  • sycamorevijg
  • sycomoor, sycomore of sycamore. De naam werd gebruikt voor een hele variatie van planten.

De Wilde vijgenboom is een krachtige boom in de meest warme plaatsen van het land Israël, 14 tot 15 meter hoog met dikke stam en ver uitgebreide takken, hartvormige bladeren, vuil witte, groen gestreepte, talrijke vruchten, die een goed voedingsmiddel zijn voor de armen. De uitgegroeide vijgen moeten , om tot volkomen rijpheid te komen, opengespleten worden.

Wilde vijgenboom.
Vruchten van de Wilde vijgenboom (wilde vijgen)
Zeer oude Wilde vijgenboom of Moerbeivijgenboom

De moerbeivijgenboom wordt al sinds de Oudheid gekweekt. Toen de profeet Amos geroepen werd, was hij kweker van moerbeivijgen.

Am 7:14 … Ik ben geen profeet en ik ben geen profetenzoon, maar ik ben veehouder en kweker van moerbeivijgen. (NBG51)

Am 7:14 … Ik ben geen profeet en ik ben geen profetenzoon, maar ik ben veehouder en moerbeikweker. (HSV)

Am 7:14 … Ik was geen profeet, en ik was geen profetenzoon; maar ik was een ossenherder, en las wilde vijgen af. (SV)

Amos zegt dit om aan te geven dat hij maar een eenvoudig man was. Volgens sommige uitleggers is dat opensplijten van de uitgegroeide vijgen het werk van Amos is geweest, waar zij vertalen: ‘een herder, die moerbeien opensplijt’[1]. Anderen geven aan het Hebr. woord de meer algemene betekenis: ‘die zich met vijgen van de moerbeiboom afgeeft, die er van leeft’.

Op de betekenis van de vrucht als voedingsmiddel wijst Ps. 78: 47 waar van de vernietiging van deze bomen, als een Godsgericht gesproken wordt.

Het bijzonder duurzame en daarbij zeer lichte hout werd als timmerhout tot bouwen zeer op prijs gesteld (Jes. 9 : 9).

God gaf, in de strijd van David tegen de Filistijnen in het dal Refaïm, een "geluid van voetstappen in de toppen van de moerbeibomen".

1Kr 14:15 En laat het gebeuren, wanneer u het geluid van voetstappen in de toppen van de moerbeibomen hoort, dat u dan uittrekt ten strijde, want dan is God vóór u uitgegaan om het leger van de Filistijnen te verslaan. (HSV)

De oppertollenaar Zacheüs, een man klein van gestalte, kiest zich deze hoge, zwaar belommerde (volbladige) boom, om ongezien de Heer Jezus te kunnen aanschouwen (Luk. 19: 4).

Lu 19:4 En hij liep snel vooruit en klom in een moerbeivijgeboom om Hem te zien; want Hij zou daar langs komen. Lu 19:5 En toen Jezus bij die plaats kwam, keek Hij naar boven en zei tot hem: Zacheus, kom vlug naar beneden, want vandaag moet Ik in uw huis verblijven. Lu 19:6 En hij kwam vlug naar beneden en ontving Hem met blijdschap. (TELOS)

Bron

H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Moerbeziënboom. Hieruit is op 10 mei 2014 tekst genomen en verwerkt.

Voetnoot

  1. Naar deze uitleg en vertaling verwijst H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Moerbeziënboom.