Moré
Moré (Hebr. Moreh) is een naam die in de Bijbel verwijst naar:
- de terebint Moré bij Sichem, waar Abraham zijn tent opsloeg, toen hij voor het eerst Kanaän binnenkwam (Gen. 12:6; Deut. 11:30);
- de heuvel Moré in de vallei van Jizreël, waar de Midianieten hun kamp hadden, toen Gideon hen aanviel (Richt. 7:1).
De naam komt drie maal in de Bijbel voor en betekent volgens sommigen “leraar", van het werkwoord jaroh, ‘leren, onderwijzen’; doch anderen menen, dat het de naam van een Kanaäniet is, aan wie de boom bij Sichem toebehoorde; men vergelijke Mamré, dat ook naar een persoon is vernoemd[1].
Bronnen
S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Moré. Hieruit is op 3 jan. 2012 tekst genomen en verwerkt. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëedigd vertaler.
Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
Voetnoot
- ↑ S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Moré.