Mosterd

Uit Christipedia

Mosterd (Du. Senf, Eng. mustard; Lat. sinapis; Talmoed: chardal) is in de plantkunde de naam van een plantengeslacht. De kruidenpasta die uit gemalen mosterdzaden wordt bereid wordt ook mosterd genoemd. De plant groeit uit een zaadje van ca. 1 mm en kan in oosterse landen de hoogte van een boom bereiken. De Heer Jezus vergelijkt het begin en de groei van het koninkrijk van God met dat van de mosterdplant, vermoedelijk de geelbloemige zwarte mosterd, die enkele meters hoog kan worden.

______________________________

Fig. Twee weergaven (links en rechts) van de zwarte mosterd (Brassica Nigra).

De Nederlandse naam mosterd, vroeger mostaard, komt vermoedelijk van Lat. mustum, 'most', dat is het nog niet vergiste druivensap dat vroeger en soms ook nu nog bij de bereiding wordt gebruikt, en Lat. ardens, 'brandend', vandaar Eng. mustard en Ned. mostaard. Mosterd vermengd met wijn werd als geneesmiddel gebruikt.

De mosterd is een eenjarige plant met gele bloemen. Ze wordt vaak verward met koolzaad waar ze erg op lijkt.

Er bestaan verschillende soorten mosterdplanten:

  • Gele of witte mosterd (Sinapis alba), een plant uit de familie der kruisbloemen, afkomstig uit Zuid-Europa.
  • Zwarte mosterd (Brassica nigra, ook genoemd Sinapis nigra), eveneens een kruisbloemige. Zogenoemd naar de kleur van de zaadjes. 
  • Sareptamosterd (Brassica juncea) of Indische bruine mosterd, een tot 1,5 m hoge plant uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae).
  • Ethiopische mosterd (Brassica Carinata)

Sinapis is een geslacht van kruidachtige planten uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae, Cruciferen of peulplanten). In de Benelux komen in het wild de herik (Sinapis arvensis) en witte mosterd (Sinapis alba) voor. Er is geen duidelijke scheiding tussen het geslacht Sinapis en het geslacht Brassica (kool). Sommige soorten worden door een botanicus in het Sinapis en door een andere vakgenoot in Brassica geplaatst. Vandaar dat zwarte mosterd zowel Brassica nigra als Sinapis nigra wordt genoemd.

De mosterd wordt in het voorjaar gezaaid. De plant groeit snel en is slechts een eenjarig gewas. Na de bloei in de zomer vindt de oogst in het najaar plaats. Mosterd kan bijna overal in gematigde streken worden gekweekt.

Mosterdzaadjes zijn kleine zaadjes. De Heer Jezus noemt het mosterdzaad in een van zijn gelijkenissen.

Mt 13:31 Een andere gelijkenis hield Hij hun voor en zei: Het koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mosterdzaad, dat een mens nam en in zijn akker zaaide;
Mt 13:32 het is wel kleiner dan alle zaden, maar als het is opgegroeid, is het groter dan de groenten en wordt een boom, zodat de vogels van de hemel in zijn takken komen nestelen.
(TELOS)

De paralleltekst in Marcus: 

Mr 4:30 En Hij zei: Hoe zullen wij het koninkrijk van God vergelijken, of met welke gelijkenis zullen wij het voorstellen?
Mr 4:31 Als een mosterdzaad, dat wanneer het op de aarde wordt gezaaid, kleiner is dan alle zaden die op de aarde zijn;
Mr 4:32 en wanneer het is gezaaid, komt het op en wordt groter dan alle groenten en maakt grote takken, zodat de vogels van de hemel onder zijn schaduw kunnen nestelen.
(TELOS)

Toen de Heer een demon had uitgedreven, kwamen de discipelen tot Hem afzonderlijk en zeiden: Waarom konden wij hem niet uitdrijven?

Mt 17:20 Hij nu zei tot hen: Vanwege uw kleingeloof; want voorwaar, Ik zeg u: als u een geloof hebt als een mosterdzaad, zult u tot deze berg zeggen: Verplaats u van hier daarheen, en hij zal zich verplaatsen; en niets zal u onmogelijk zijn.
(TELOS)

In het Grieks van de grondtekst wordt voor ‘mosterd’ het woord sinapi (σιναπι) gebruikt. Dit komt vijf keer voor in het Nieuwe Testament (Matth. 13: 31 v.; Marc. 4, 31; Luc. 13, 19; Matth.17, 20; Luc. 17, 6). Ook de Joodse Talmoed spreekt van het mosterdzaad.

Mosterd kwam in het land Israël in het wild en in tuinen voor. Vooral geldt dit van de zwarte mosterd (Sinapis nigra L.). Het mosterdzaad waarvan de Heer Jezus sprak in de gelijkenis van Matth. 13 is waarschijnlijk dat van de zwarte mosterd. De korrels zitten met 4-6 stuks in de een duim lange, cylindervormige, met een snaveltje voorziene peulen.