Naardien: verschil tussen versies
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Naardien''' is een verouderd onderschikkend voegwoord van causaliteit en betekent 'doordat, daar, omdat, aangezien'. |
'''Naardien''' is een verouderd onderschikkend voegwoord van causaliteit en betekent 'doordat, daar, omdat, aangezien'. Het ontstond uit het Middelnederlandse 'naer dien dat' (= naarmate, aangezien). Het werd gebruikt ter inleiding van een bijzin die een reden of oorzaak uitdrukt. Het woord komt voor in de Statenvertaling. |
||
Enkele voorbeelden uit de Statenvertaling (SV), met daarna de Herziene Statenvertaling (HSV):<blockquote>''Ge 22:18 En in uw zaad zullen gezegend worden alle volken der aarde, <u>naardien</u> gij Mijn stem gehoorzaam geweest zijt. (SV)''</blockquote><blockquote>''Ge 22:18 En in uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, <u>omdat</u> u Mijn stem gehoorzaam geweest bent. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Ri 19:23 En de man, de heer des huizes, ging tot hen uit, en zeide tot hen: Niet, mijn broeders, doet toch [zo] kwalijk niet; <u>naardien</u> deze man in mijn huis gekomen is, zo doet zulke dwaasheid niet. (SV)''</blockquote><blockquote>''Ri 19:23 Maar de man, de heer des huizes, ging naar buiten, naar hen toe, en zei tegen hen: Nee, mijn broeders, doe toch geen kwaad, <u>nu</u> deze man in mijn huis gekomen is. Bega zo’n dwaasheid niet. (HSV)''</blockquote> |
Enkele voorbeelden uit de Statenvertaling (SV), met daarna de Herziene Statenvertaling (HSV):<blockquote>''Ge 22:18 En in uw zaad zullen gezegend worden alle volken der aarde, <u>naardien</u> gij Mijn stem gehoorzaam geweest zijt. (SV)''</blockquote><blockquote>''Ge 22:18 En in uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, <u>omdat</u> u Mijn stem gehoorzaam geweest bent. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Ri 19:23 En de man, de heer des huizes, ging tot hen uit, en zeide tot hen: Niet, mijn broeders, doet toch [zo] kwalijk niet; <u>naardien</u> deze man in mijn huis gekomen is, zo doet zulke dwaasheid niet. (SV)''</blockquote><blockquote>''Ri 19:23 Maar de man, de heer des huizes, ging naar buiten, naar hen toe, en zei tegen hen: Nee, mijn broeders, doe toch geen kwaad, <u>nu</u> deze man in mijn huis gekomen is. Bega zo’n dwaasheid niet. (HSV)''</blockquote> |