Opstanding: verschil tussen versies

619 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
Regel 25:
== De eerste opstanding ==
 
'''Wanneer?''' De eerste opstanding vindt plaats vóór het duizendjarig vrederijk.   <blockquote>''Opb 20:4 En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen van hen die om het getuigenis van Jezus en om het woord van God onthoofd waren, en die het beest of zijn beeld niet hadden aangebeden en niet het merkteken aan hun voorhoofd en aan hun hand ontvangen hadden; en <u>zij werden levend</u> en regeerden met Christus duizend jaren. Opb 20:5 De overigen van de doden werden niet levend voordat de duizend jaren voleindigd waren. <u>Dit is de eerste opstanding</u>. Opb 20:6 Gelukkig en heilig is hij die aan <u>de eerste opstanding</u> deel heeft; over dezen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en met Hem de duizend jaren regeren. (TELOS)''</blockquote>De Heer'eerste Jezusopstanding' stondlijkt alsbetrekking eerstete hebben op, Hijde isonthoofde martelaren van Daniëls jaarweek. Maar andere Schriftgedeelten geven ons grond om aan te nemen, dat de eerstelingeerste opstanding in Opb. 20:4, 6 voltooid wordt. De eerste opstanding vansluit meer in dan de rechtvaardigenverrijzenis zalvan daarnaonthoofde plaatsvindenmartelaren. opDe tweeeerste ogenblikkenen de tweede of laatste opstanding worden gescheiden door deeen jarenperiode van Daniëlsduizend jaarweekjaar. 
 
De Heer Jezus stond als eerste op, Hij is de eersteling. De opstanding van de rechtvaardigen zal daarna plaatsvinden op twee ogenblikken gescheiden door de jaren van Daniëls jaarweek. 
 
De apostel Paulus wenste ook deel te hebben aan de eerste opstanding; zoals zijn Heiland wilde ook hij graag uit de doden opstaan (Filip. 3:11). Straks wordt zijn verlangen vervuld. Wannéér deze opstanding van de in Jezus ontslapenen plaats zal vinden wordt o.a. meegedeeld in de [[Eerste brief van Paulus aan de Thessalonicenzen|eerste brief aan de Thessalonicenzen]] (1 Thess. 1:10; 4:15-18). Zie ook Opb. 3: 10.