Pond

Uit Christipedia

Een pond is in het Nieuwe Testament de Griekse geldeenheid mina (= 100 drachmen) of de Romeinse gewichtseenheid libra (ca. 330 gram)[1].

‘Pond’ is in de Statenvertaling meestal de vertaling van het Hebreeuwse mine, in het Grieks μνα, mna. Alleen in Joh. 12:3 en Joh. 19:39 staat ‘pond’ voor de Romeinse libra.

Gr. Mina

De Griekse mina is een gewicht en geldsom. Het materiaal is zilver. Het Griekse woord is μνα, mina of mna. Het Strongnummer is 3414. Het woord komt 9x voor in de Griekse brontekst van het Nieuwe Testament.

De Griekse mina woog 0,43 kg en was 1/60 van een talent ofwel gelijk aan 100 drachmen[2] ofwel 50 didrachmen. Uit een mina zilver werden in het oude Griekenland 100 drachmen gemaakt[3]. Een pond (mina) had de waarde van tussen de 50 en 100 gulden[4].

In Jezus’ gelijkenis van de ponden, Luc. 19-11-27, is het pond de Griekse mina.

Lu 19:13 Hij nu riep zijn tien slaven en gaf hun tien ponden en zei tot hen: Doet zaken totdat ik kom. (TELOS)

In de Nieuwe Bijbelvertaling (2004) worden de pond weergegeven door 'honderd drachme':

Lu 19:13 Hij riep tien van zijn dienaren bij zich, gaf elk van hen honderd drachme en zei tegen hen: “Ga daarmee handeldrijven terwijl ik weg ben.” (NBV2004)

Gr. Litra

In Joh. 12:3 en Joh. 19:39 staat ‘pond’ voor de Romeinse libra. Het Griekse woord in die beide versen is λιτρα, ‘litra. Dit woord is van Latijnse oorsprong en komt van libra. Het Nederlandse 'liter' is verwant met het Griekse 'litra'.

Het Griekse woord litra komt in het Nieuwe Testament twee maal voor (Joh. 12:3 en 19:39). Maria zalfde de voeten van de Heer Jezus met een pond nardusbalsem, dat is 1/3 kilogram.

Joh 12:3 Maria dan nam een pond balsem van onvervalste, kostbare nardus, zalfde de voeten van Jezus en droogde zijn voeten met haar haren af; en het huis werd met de geur van de balsem vervuld. (TELOS)

Nicodemus bracht balsem met een gewicht ongeveer 100 pond (litra), dat is 100 x 330 = 33.000 gram = 33 kg!

Joh 19:39 En ook Nicodemus, die eerst ‘s nachts tot Hem was gekomen, kwam met een mengsel van mirre en aloe, ongeveer honderd pond. (TELOS)

De Nieuwe Bijbelvertaling heeft in dit laatste vers het Griekse woord ‘litra’ overgenomen.

Joh 19:39 Nikodemus, die destijds ‘s nachts naar Jezus toe gegaan was, kwam ook; hij had een mengsel van mirre en aloë bij zich, wel honderd litra. (NBV2004)

Gelijkenis van de ponden

Het evangelie volgens Lucas vermeldt Jezus' gelijkenis van de tien ponden.

Lu 19:11 Toen zij nu dit hoorden, sprak Hij bovendien een gelijkenis uit, omdat Hij dicht bij Jeruzalem was en zij meenden dat het koninkrijk van God onmiddellijk openbaar zou worden. Lu 19:12 Hij zei dan: Een man van hoge geboorte reisde naar een ver land om voor zich een koninkrijk te ontvangen en terug te keren. Lu 19:13 Hij nu riep zijn tien slaven en gaf hun tien ponden en zei tot hen: Doet zaken totdat ik kom. Lu 19:14 Zijn burgers echter haatten hem en zonden hem een gezantschap achterna om te zeggen: Wij willen niet dat deze over ons regeert. Lu 19:15 En het gebeurde toen hij terugkwam, nadat hij het koninkrijk had ontvangen, dat hij zei dat die slaven aan wie hij het geld had gegeven, bij hem geroepen moesten worden, om te weten wat zij aan de zaken hadden verdiend. Lu 19:16 De eerste nu verscheen en zei: Heer, uw pond heeft tien ponden opgebracht. Lu 19:17 En hij zei tot hem: Goed zo, goede slaaf; omdat je in het geringste trouw bent geweest, heb gezag over tien steden. Lu 19:18 En de tweede kwam en zei: Uw pond, heer, heeft vijf ponden opgeleverd. Lu 19:19 Hij nu zei ook tot deze: En jij, wees heer over vijf steden. Lu 19:20 En de volgende kwam en zei: Heer, kijk, uw pond, dat ik in een zweetdoek had weggelegd; Lu 19:21 want ik was bang voor u, omdat u een streng mens bent; u neemt weg wat u niet neergelegd en u maait wat u niet gezaaid hebt. Lu 19:22 Hij zei tot hem: Uit je eigen mond zal ik je oordelen, boze slaaf. Je wist dat ik een streng mens ben, die wegneem wat ik niet neergelegd en maai wat ik niet gezaaid heb. Lu 19:23 Waarom heb je mijn geld dan niet aan een bank gegeven? Dan zou ik het bij mijn komst met rente hebben opgevraagd. Lu 19:24 En hij zei tot hen die daarbij stonden: Neemt het pond van hem af en geeft het aan hem die de tien ponden heeft. Lu 19:25 En zij zeiden tot hem: Heer, hij heeft al tien ponden. Lu 19:26 Ik zeg u, dat aan ieder die heeft, zal worden gegeven; van hem echter die niet heeft, zal ook wat hij heeft worden afgenomen. Lu 19:27 Die vijanden van mij evenwel, die niet wilden dat ik over hen regeerde, brengt ze hier en slacht ze in mijn bijzijn af. (TELOS)

Wat betekent een pond in deze gelijkenis? Het gaat om geld dat de 'man van hoge geboorte' toebehoort (vers 23). Wat symboliseert dat geld? Hierop zijn verschillende antwoorden gegeven.

  1. werkkapitaal[5]. Deze duiding drukt weliswaar het doel uit waarmee de Heer het geld aan zijn slaven geeft, maar onduidelijk blijft wat het werkkapitaal voorstelt.

Voetnoten

  1. Aldus het Nederlands Bijbelgenootschap op www.DeBijbel.nl, geraadpleegd op 8 jan. 2016. De TELOS-vertaling geeft voor de libra op: ca. 327,5 gram. Het Grieks-Nederlandse lexicon in de Online Bible (uitgave 2014), heeft voor de libra ca. 340 gram. 
  2. Aldus W.H. Gispen e.a. (red.), Bijbelse Encyclopedie (Kampen:Kok, 3e dr. 1979) s.v. Mina, Pond.
  3. Art. Mine (Münze) op Wikipedia (Duits), 28 jan. 2012.
  4. Volgens Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht. Boekencentrum, 1987.
  5. Aldus Jaap Fijnvandraat, zie JaapFijnvandraat.nl